Deel artikel

Lees de hele reeks
de franse nederlanden, taal

Nederlander Erik Driessen schreef een boek over het Frans-Vlaams: een verborgen taal in een verborgen gebied

4 april 2025 5 min. leestijd De Franse Nederlanden

Het Nederlands in Frans-Vlaanderen sterft uit. Toch zie je op elke straathoek herinneringen aan de tijd dat het gebied tot de Zeventien Provinciën en dus de Nederlanden behoorde. Ze verwijzen naar de geschiedenis van een taal in een voor Nederlanders en Belgen gek genoeg bijna onbekend gebied. Erik Driessen schreef daar het boek Verborgen taal over en deelt hier zijn bevindingen.

“Spreken ze Nederlands in Frankrijk?”, is de standaardreactie als ik over het onderwerp van mijn boek vertel. Van de honderden mensen die ik vroeg of ze weten dat in Frankrijk Nederlands wordt gesproken, knikten er twee bevestigend. De rest keek stomverbaasd. Zelfs een historicus bekende dat hij nog nooit van Frans-Vlaanderen had gehoord. Laat staan dat hij wist dat ze daar eeuwenlang Nederlands spraken.

Zeven jaar geleden kende ik Frans-Vlaanderen ook niet. Mijn enige kennis kwam van een autoritje richting Calais. Onderweg zag ik veel Nederlands klinkende namen. De achtergrond daarvan kende ik niet. Pas veel later vernam ik dat Frans-Vlaanderen tot 1677 onderdeel was van de Zeventien Provinciën, dat daar de Beeldenstorm uitbrak en dat inwoners na de Franse verovering Vlaams bleven spreken.

Een fascinatie was geboren. Ik verdiepte mij in de geschiedenis, legde contacten en reisde door Frans-Vlaanderen. Tijdens een eerste trip smulde ik van horecanamen als “Weerkomst van de Reiziger” of “Oude Herberg de terugkeer uit Italië”. En verbaasde ik mij over Vlaamse leeuwen die massaler dan in Belgisch Vlaanderen aan gevels wapperden. Soms hoorde ik de taal klinken, zoals in het Maison de la Bataille, een museum in Noordpene over de Slag bij de Pene. Met die strijd hapte zonnekoning Lodewijk XIV in 1677 een stuk van de Zuidelijke Nederlanden af.

Die streek in Frankrijk voelt voor een Nederlander op een gekke manier vertrouwd

Toen ik op een snikhete zomerdag binnenliep, begroette de gastvrouw mij met een Franse zin die ik niet begreep. “Het is hier binn’n beter dan buut’n”, probeerde ze daarna. Ik wist niet wat ik hoorde. Iedereen die net als ik in Oost-Nederland is geboren, zou dezelfde zin in de mond kunnen nemen. En nu hoorde ik hem vierhonderd kilometer zuidelijker, in Frankrijk nota bene.

Dat gevoel van verwondering bekruipt me tijdens tochten door het Frans-Vlaamse landschap regelmatig. Overal zie je sporen van het Nederlands. Op straatnaambordjes, op boerderijen, op bierflesjes en op grafstenen. Daardoor voelt die streek in Frankrijk voor een Nederlander op een gekke manier vertrouwd. Alsof je een beetje thuis bent.

Toch komen er maar weinig Nederlandse toeristen. Al is Duinkerke sterk in opkomst, merkt Onno Ottevanger, een Nederlander die werkt voor de toeristische dienst. Vooral na het succes van oorlogsfilm Dunkirk bezoeken Nederlanders steeds vaker de kustplaats. Voor de gedeelde geschiedenis komen ze niet. “Die kent gek genoeg bijna niemand. Dat toeristen hier Nederlandse woorden zien, vinden ze echt een ontdekking.”

Middenin Duinkerke staat een opvallende herinnering aan de “Nederlandse” historie. Nationale held Jean Bart bekijkt vanaf zijn sokkel het winkelende publiek. De kaper versloeg tijdens de Slag bij Texel de Hollanders. “Maar Bart diende eerst in het Nederlandse leger van Michiel de Ruyter. Volgens de verhalen sprak hij geen woord Frans”, vertelt Ottevanger. Subtiel verschil: Jean Bart heette eigenlijk Jan Baert. Met het husselen van een paar letters herschrijf je zomaar een complete geschiedenis.

Een van de grootmoeders van het Nederlands

De Nederlandse taal zien is eenvoudig in Frans-Vlaanderen, ernaar luisteren lastiger. Je kunt logeren op camping Groene Veld, een Wilde Leeuw drinken bij de Kerelshof en een hapje eten bij Le Welkom Huis en toch een hele dag geen woord Nederlands horen. Philippe Ducourant van het Maison de la Bataille noemt het “ongelooflijk” hoe snel het Nederlands verdwijnt. “Mijn ouders hadden in de jaren 1950 op hun boerderij nog een knecht die nauwelijks Frans sprak.”

“Onze regio is volledig verfranst”, zegt ook dertiger Jerome uit Duinkerke. Ik ontmoet hem tijdens een “Babbelcafé” in Belle waar bezoekers Nederlands komen kletsen. “Mijn grootouders spraken nog Vlaams, mijn ouders schaamden zich daarvoor. Over een paar jaar is het Vlaams volledig verdwenen. Dat is niet normaal. Daarom ben ik Nederlands gaan studeren. Het Vlaamse dialect kan ik wel verstaan, maar ik spreek het zelf niet.”

De laatste opmerking van Jerome is niet zonder waarde. In Frans-Vlaanderen woedt een voor buitenstaanders merkwaardige taalstrijd tussen voorstanders van het Nederlands en voorstanders van het Vlaamse dialect. De Akademie voor Nuuze Vlaemsche Taele (ANVT) spant zich met succes in voor Vlaamse lessen op basisscholen. De Franse overheid gaf daarvoor onlangs toestemming.

Volgens de ANVT ontkent de organisatie niet dat het West-Vlaams en het Nederlands verwant zijn, maar beschouwen de meeste dialectsprekers Nederlands als een vreemde taal. Ook Frans-Vlaams en West-Vlaams wijken trouwens van elkaar af, zegt Melissa Farasyn van de Universiteit in Gent, die de taalsituatie onderzoekt. Dat komt door het taalisolement in Frankrijk: de overheid verbood het Nederlands op school.

De merkwaardige taalstrijd beleef ik in “de Nachtegaalhof” in Loberge, waar bewoner Pierre Magnier, buurman Dominique en operazanger Bruno Schraen Vanpeperstraete luchtig kibbelen over het Frans-Vlaams en het Nederlands. Bruno is voorstander van het laatste. “Van Groningen tot Grevelingen (Gravelines, ED) hebben we dezelfde standaardtaal. Ik voel mij in Nederland of België geen buitenlander”, zegt Bruno. Hij vindt het jammer dat de taal uitsterft in zijn geboorteregio. “De taal kennen is een eerbetoon aan onze voorouders. Als je dat niet doet, ben je in mijn ogen een verrader.”

Pierre en Dominique vinden dat erfgoed ook belangrijk, maar hebben niets met de Nederlandse gedachte van Bruno. “Wanneer ga je Vlaams klapp’n, we verstaan er niets van”, grapt het duo. Ze voelen zich Vlaams en Europeaan, maar tot onbegrip van Bruno geen Nederlander. “Dat klopt historisch niet. Wij zijn Nederlanders en onze taal is Nederlands. Alleen zijn daar veel varianten van.”

Die laatste zin beaamt Jean-Louis Marteel. Hij studeerde Nederlands én is gek op zijn moedertaal. Marteel schreef een vuistdik leerboek Vlaams. De hoogleraar noemt zijn geliefde dialect “een van de grootmoeders van het Nederlands”. De teloorgang gaat hem aan het hart. De moderne samenleving is een oorzaak, zegt hij. Vroeger kwamen mensen nauwelijks hun eigen dorp uit en bleef de taal bewaard.

Marteel vertelt over zijn eigen studietijd waarin hij vooral Frans en Nederlands sprak. “Toen ik mijn ouders in Bray-Dunes bezocht, vroeg ik in het Frans hoe het ging. Toen zag en hoorde ik het verdriet van een vader die zich verraden voelde. Door zijn eigen zoon die hij in het Vlaams had opgevoed.” De hoogleraar kijkt weemoedig. “’K’gaen ’t nooit vergeten…”

Dat het Vlaams vooral na de Tweede Wereldoorlog achteruitliep, heeft te maken met verwijten van collaboratie. Mensen stapten uit schaamte over op het Frans. Uit het hart verdween de streektaal nooit. Wie decennialang alleen Frans sprak, grijpt op latere leeftijd soms terug naar het Vlaams. Sommige jongeren willen Vlaams of Nederlands leren.

Dat blijkt uit video’s van Mark Ingelaere. De inwoner van Hondschote filmt gesprekken met regiobewoners die Vlaams of Nederlands spreken. Het zijn meestal ouderen die meestal pas op school Frans leerden. Vlaams spreken was daar verboden. Tot diep in de vorige eeuw bestonden vernederende straffen. Resultaat van overheidsbeleid, weet Ingelaere. “Vergeet niet dat in 1800 slechts 30 procent van de inwoners van Frankrijk Frans sprak. Vanaf de Franse revolutie zijn alle andere talen verboden in het onderwijs en het openbare leven.”

Bijzonder dat de streektaal in Frans-Vlaanderen dik tweehonderd jaar later nog altijd niet is uitgestorven, wil Ingelaere maar zeggen. En net zo bijzonder is het dat deze fascinerende streek zo weinig bekend is in Nederland en België.

Verborgen taal van Erik Driessen is te vinden in de (online) boekwinkels of direct hier bij de auteur.

Erik Driessen

auteur en journalist

Geef een reactie

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002a730000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)