Nederland en Vlaanderen wijzen elkaar de weg in radicalisme
Vlaanderen en Nederland zien elkaar de laatste tijd weer helemaal staan. Jammer dat het om de verkeerde redenen is, vindt de in Vlaanderen wonende Nederlandse journalist Anouk van Kampen.
Hoe erg we van elkaar verschillen, hoe weinig we van elkaar weten: over de kloof tussen België en Nederland zijn boeken volgeschreven. Alle tips en wensen van de schrijvers van deze teksten ten spijt: de kloof is er de laatste jaren niet kleiner op geworden. Integendeel.
In Vlaanderen (over Franstalig België zullen we wat dat betreft maar niet spreken) neemt de kennis over de buren al jaren af. De dagen dat Vlamingen meekeken naar de Nederlandse televisie en het Nederlands overheidsbeleid als voorbeeld diende, zijn lang vervlogen.
Hoe de Belgische politieke structuur werkt, wie de premier is en wat de culturele hoogtepunten zijn: voor de overgrote meerderheid van de Nederlanders zijn het raadsels
In Nederland is de kloof met de zuiderburen traditiegetrouw nog een stuk groter: hoe de Belgische politieke structuur werkt, wie de premier is en wat de culturele hoogtepunten zijn – op bier, frieten en een schattig accent na – zijn voor de overgrote meerderheid van de Nederlanders raadsels. Nederland kijkt liever naar grote voorbeelden aan de overkant van het water. België heeft het druk genoeg met zijn eigen problemen.
Net als mijn schrijvende voorgangers vind ik die wederzijdse desinteresse tussen onze landen een gemiste kans. We zouden zoveel meer van elkaar kunnen leren, zoveel beter kunnen samenwerken. En dus maakt mijn hart meestal een sprongetje als het woord “gidsland” valt in de context van de Lage Landen. De laatste tijd vormt op die regel een treurige uitzondering.
Mannenverbod
“De formerende partijen zien België als gidsland voor het Nederlandse migratiebeleid”, schreef de Nederlandse krant NRC
half mei. België kampt sinds 2021 met een opvangcrisis. Het aantal asielaanvragen nam dat jaar toe terwijl de opvangcapaciteit juist slonk. Voor duizenden mensen, onder wie ook minderjarigen, was de afgelopen jaren geen plaats in de opvang. Vorig jaar nog klaagde het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties aan dat veel asielzoekers geen dak boven het hoofd hebben en geen toegang tot basisvoorzieningen als drinkwater, sanitaire voorzieningen en medische hulp. Ze slapen in kraakpanden of de daklozenopvang als ze geluk hebben, of in tentjes, op matrassen en op stukken karton op straat. Sommigen vinden een plek bij gastgezinnen thuis.
De opvangstop was in strijd met internationaal en Belgisch recht, maar ze trad alsnog in werking
Eind vorig jaar kondigde verantwoordelijk staatssecretaris Nicole de Moor (CD&V) een maatregel aan om te vermijden dat families en kinderen nog op straat zouden moeten slapen. Niet door honderden extra opvangplaatsen te voorzien, maar door een opvangstop in te lassen voor alleenstaande mannen. De maatregel was in strijd met internationaal én Belgisch recht, maar ze trad alsnog in werking. Sindsdien krijgen families en kinderen voorrang en wordt de wachtlijst voor deze mannen elke maand langer. Begin mei stonden daar al 3.900 mannen op.
De alleenstaande mannen, die evengoed kwetsbaar zijn, gaan er met elke dag op straat nog verder fysiek en mentaal op achteruit. En voor wie minder gevoelig is voor menselijk leed: dit soort beleid kan de staat op termijn weleens extra geld kosten. Daarvoor waarschuwde Thomas Willekens, beleidsmedewerker bij Vluchtelingenwerk Vlaanderen, in de krant Trouw: als deze mannen uiteindelijk asiel zouden krijgen, hebben ze alleen maar meer hulp en zorg nodig door de maanden die ze op straat doorbrachten.
Laat het “mannenverbod” nu net de maatregel zijn die de Nederlandse partijen zo interesseerde bij het opstellen van een nieuw regeringsakkoord.
Vandaag Nederland, morgen Vlaanderen
Niet veel later viel het woord gidsland weer. Dit keer aan de andere kant van de grens, na de bekendmaking van het meest rechtse regeringsakkoord in Nederland in decennia. Minder geld voor het klimaat, bezuinigingen bij cultuur en de openbare omroep, en migratievoornemens die in strijd zijn met internationale verdragen: ik geloof niet dat dit het soort overheidsbeleid is waardoor Nederland ooit een gidsland voor omringende landen werd, maar als het aan Vlaams Belang ligt, krijgt het woord een herwaardering in een nieuwe politieke context.
“Proficiat Geert Wilders! Je wijst de weg! Nederland opnieuw het gidsland voor Vlaanderen: een overwinning voor de rechtse patriotten van de PVV en nu ook een rechtse regering onder zijn initiatief en leiding. Rechts Wint, Werkt en maakt het Waar!”, aldus Vlaams Belang-partijprominent Filip Dewinter. “Vandaag Nederland. Morgen Vlaanderen”, voegde partijleider Tom Van Grieken toe.
© Vlaams Belang / PVV
Met de Belgische verkiezingen in aantocht hoopt de radicaal-rechtse partij, de grootste in de peilingen, dat eenzelfde scenario zich in haar land zal voltrekken. Door het cordon sanitaire en de complexe structuur met verschillende politieke niveaus die elkaar kunnen blokkeren, zal het in België zo’n vaart niet lopen, voorspellen deskundigen. Als ik dan nog een inzicht mag geven uit het zogezegde gidsland: je weet pas écht wat partijen doen en met wie ze samenwerken ná de verkiezingen.
“Er zijn geen twee buurlanden in Europa die zo van elkaar verschillen als België en Nederland”, las ik voor mijn verhuizing naar België in het boek Valse vrienden van Evert van Wijk uit 2016. Of het toen waar was weet ik niet, de laatste tijd lijken de verschillen in elk geval minder groot te worden. Spijtig dat het vooral is vanwege een voorliefde voor radicaal-rechts, populisme en politieke voorstellen die onhaalbaar of onwettelijk zijn. We krijgen het gidsland dat we verdienen.