Op welke leeftijd houd je op met het gebruik van het woord ‘meisje’? Dat blijkt knap lastig, ondervindt columnist Marten van der Meulen. Maar belangrijk is het wel, schrijft hij, want taal is nooit neutraal.
Ik blijf me verbazen over de hoeveelheid taalelementen die irritatie of zelfs woede oproepen. De uitspraak van een bepaald woord (cello), het gebruik van bepaalde woorden (YOLO!), maar ook bepaalde zinnen (denk aan clichés als “zo dat was me het weertje wel hè”). De reactie van mensen op de ogenschijnlijk meest onschuldige brokjes taal is op z’n zachtst gezegd overdreven. Het verrassendst vind ik dat er zelfs een woorddeel is waarvan het gebruik mensen tot razernij drijft. Ik heb het dan over de verkleinvorm -je of -tje. Kijk maar:
Nou nou zeg, “gruwelijke infantilisering” nog wel. Zulke overdrijving, dat roept bij mij dan weer irritatie op. Heb een beetje perspectief, denk ik dan. Oorlogsmisdaden, díé zijn gruwelijk. Al helemaal erg zijn mensen die het hebben over “de taal verkrachten”. Dat soort vergelijkingen hoort nóóit thuis in gesprekken over taal, want je bagatelliseert er echte verkrachtingen mee op belachelijke wijze. Een verkleinvorm, die is misschien een piepklein beetje storend, maar meer ook niet. Dit laat goed zien hoe geprivilegieerd mensen zijn die hierover zeuren. Als je dít al zo erg vindt, dan heb je een behoorlijk prima leventje.
Als je het verkleinwoord ‘kindje’ al zo erg vindt, dan heb je een behoorlijk prima leventje
Maar dat geheel terzijde. Terug naar de verkleinvorm. Iedere taalkundige weet dat verkleinvormen heus niet alleen irritant zijn. Ze zijn zelfs knap interessant! Zo zijn er woorden waarbij verschillende verkleinvormen een andere betekenis oproepen. Een popje is iets anders dan een poppetje, en een bloempje
iets anders dan een bloemetje. Hoe fascinerend is dat! En die neiging om alles maar te verkleinen heeft ook een duidelijke sociale functie. Je maakt iets schattiger, aandoenlijker, letterlijk behapbaarder als je in een restaurant continu praat over een gerechtje met een krokantje en een schuimpje van oestertjes. Hoe irritant ook, er zit altijd iets achter.
Verkleinde woorden zeggen ook iets over relaties. Je zusje of je broertje, dat is niet alleen je kleine zus of je kleine broer. Het is ook dat broertje of zusje dat jonger is dan jij. Klein en jonger lijken misschien hetzelfde, maar er is toch een verschil. Klein blijf je namelijk niet, maar jonger wél. En zo kan het gebeuren dat mijn buurman, die regelmatig bij ons komt klussen, het nog steeds over “zijn broertje” heeft, terwijl dat broertje toch midden de veertig is.
Mijn buurman heeft het nog steeds over ‘zijn broertje’, terwijl dat broertje toch midden de veertig is
Ik moet zeggen dat dat best een beetje vreemd voelt, vooral omdat dat broertje dan weer ouder is dan ik. Maar ik doe hetzelfde met mijn eigen broers en zus. Het voelt zelfs raar om dat te schrijven, want ik noem hen eigenlijk altijd broertje en zusje. Niet gek, want ze zijn allemaal jonger dan ik, en dat blijven ze. Wel gek, want ze zijn allemaal over de dertig, en klein zijn ze absoluut allemaal niet meer. Is er een leeftijd waarop we broertje en zusje laten varen en altijd broer of zus zeggen? Voor mij voelt dat toch altijd nog als een sibbeling die ouder is dan ik, en dat is niet de bedoeling. Ik heb die leeftijd dus op mijn 37ste nog niet bereikt. Zo is er toch iets lastigs aan de hand met die verkleinvormen.
Nog erger wringt de schoen met betrekking tot het woord meisje. Dat woord is op zich interessant: de niet vervoegde vorm meid is heel gemarkeerd, waar juist de verkleinde vorm meisje de normale en gangbare vorm is. Toch is volgens mij de vorm meisje onproblematisch zolang je een kind van het vrouwelijk geslacht wilt aanduiden. Dat is dan ook de basisbetekenis die we in woordenboeken vinden: Van Dale noemt
bijvoorbeeld “kind van het vrouwelijk geslacht” en “nog niet volwassen vrouw”.
In het gebruik van het woord meisje voor een volwassen vrouw zit altijd infantilisering
Maar er komt een punt waarop meisjes volwassen vrouwen worden, net als jongens mannen. Dus op welke leeftijd houd je op met het gebruik van het woord meisje? Dat blijkt knap lastig. Ik herinner me een anekdote van iemand die zei dat ze met een paar mannelijke vrienden in de kroeg stond. “Kijk dat meisje aan de bar”, zei een van hen. De vrouw keek om zich heen, maar zag niemand. Totdat ze zich realiseerde dat het ‘meisje’ aan de bar waar haar vrienden op doelden, een vrouw van in de dertig was.
Dat dit niet neutraal is, blijkt bijvoorbeeld als je meisje vervangt door jongen. Dat gaat nog wel. Ik zou het niet erg vinden om jongen te worden genoemd. Maar dan jongetje. Als je tegen iemand van in de dertig jongetje zegt, is dat denigrerend, of maak je een expliciete referentie aan het feit dat diegene zich jong gedraagt. Dat is dus échte infantilisering, en het is duidelijk dat dit ongewenst is (althans, voor de jongen of man aan de bar).
Realiseer je dan dit dus even: die infantilisering zit altijd in het gebruik van het woord meisje voor een volwassen vrouw. Altijd. Het is verborgen, maar het zit er wel in. En dat is problematisch, want iedere keer dat je dit zegt draag je bij aan het maatschappelijke beeld dat vrouwen klein, schattig, behapbaar zijn. Je neemt ze daardoor niet serieus. Meisje gebruiken voor een volwassen vrouw kan zo een vorm van microagressie zijn.
Dit is geen ‘je mag dit niet meer zeggen’-stuk. Wel is het een bewustwordingsstuk
Dit stuk is geen “je mag dit niet meer zeggen”-stuk. Wel is het een bewustwordingsstuk. We moeten ons bewust zijn van de woorden die we gebruiken. Want die woorden zijn nooit neutraal. Ze zijn een afspiegeling van diep verankerde culturele ideeën. In dit geval gaan die over vrouwen, maar je ziet het overal. Zijdelings voorbeeld: in het Amerikaanse zorgsysteem wordt niet gepraat over patiënten (te betuttelend blijkbaar), maar over zorgconsumenten. Dat zou neutraler zijn. Niks daarvan: dat woord suggereert een economische relatie. Ook behoorlijk twijfelachtig.
Makkelijk is het allemaal niet. Dat merk ik ook wel. Ik ben 37 jaar, maar ik merk dat ik eigenlijk pas nét vrienden aanduid als man in plaats van jongen. Terwijl ze toch al jaren volwassen zijn. En voor meisjes en vrouwen
geldt hetzelfde: ook dat is heel lastig. Maar goed: niemand zei dat het makkelijk zou zijn. Taal is hard werken, maar we moeten die moeite er wel insteken. Want daardoor maken we de wereld beter en eerlijker en vrijer en opener. Dan is de moeite opeens heel klein.