Met literatuur bouw je weerstand op voor het echte leven later
Kopzorgen in de klas. Dat was het thema van de Dag van de Literatuurkritiek 2022, georganiseerd door deBuren en De Reactor. De schrijvers spoorden docenten vooral aan om zelf na te denken hoe ze die bespreekbaar kunnen maken. Maar dat literatuur daarbij helpt, staat vast.
Neem anorexia. Daar kun je de symptomen van beschrijven, feiten en cijfers over opsommen, je grote zorg over uitspreken. Heel leerzaam, heel nuttig. Maar je kunt er ook een literaire tekst over lezen. Zoals het bewerkte fragment uit Tekenen van het universum van Emy Koopman, dat de schrijver zelf voorlas tijdens de Dag van de Literatuurkritiek, die het Vlaams-Nederlandse huis deBuren en het platform voor literatuurkritiek De Reactor sinds 2016 jaarlijks organiseren.
Een tekst over een meisje dat erop begon te letten hoeveel calorieën ze binnenkreeg om meer te lijken op die dunne, blonde klasgenote op wie iedereen verliefd leek – dus ook die coole jongen op wie zij
verliefd was. Een meisje ook dat via het “toegeven aan de norm dat dun zijn mooi is en nastrevenswaardig” een “staat van zijn” bleek te kunnen veroveren die haar “veel meer waard was dan een jongenshart”.
Via de weegschaal kreeg ze controle over haar lichaam. Het overspoelde haar met een gevoel van macht, een kleine high, een zweven. Het stemde haar zelfs zo trots dat ze er zonder mankeren over vertelde in de klas. Tot grote schrik van haar leraar, die snel doorbladerde naar de volgende opdracht.
“Een verhalende tekst als deze,” legde Koopman in haar statement uit, “nodigt je uit mee te gaan met een verteller, een personage, met de doelen die diegene heeft. Je ziet de wereld via haar ogen. Als je iets in haar herkent – zo’n ongelukkige verliefdheid, of alleen al de ambitie om iets te verkrijgen dat net buiten bereik ligt – is het ook waarschijnlijker dat je met haar meevoelt. Je zit zelf even in de scène. De kans is groter dan bij een puur informatieve tekst dat je er na een paar weken nog eens aan terugdenkt.”
© Florian Braakman
Hoe kan literatuur een aanleiding zijn om het in de klas te hebben over de psychische kwetsbaarheid van leerlingen en de volwassenen in hun leven? Zo dus. Via dit sprekend voorbeeld liet Koopman haar gehoor in De Brakke Grond in Amsterdam – de tientallen docenten Nederlands die op deze nascholingsdag over dit thema waren afgekomen – zelf ervaren hoe een literaire tekst empathie oproept, inzicht verschaft en tot nadenken stemt.
En dan was er ook nog die uitsmijter: de docent die verschrikt over de schokkende bekentenis van een leerling heen praatte. Hoe zouden de aanwezigen hebben gereageerd als Koopman had verteld dat uit onderzoek was gebleken dat docenten niet altijd goed omgaan met psychische kwetsbaarheid van hun leerlingen, dat ze feiten en cijfers had opgesomd en daar zakelijk haar zorg over had uitgesproken? Nu zag je ze, ondanks de lichte duisternis waarin ze waren gehuld, allemaal opschrikken. Oei, dat is pijnlijk.
Koopmans tekst gaf daarmee ook goed de worsteling aan waarmee docenten kampen. In het tijdperk na corona, zo vertelde de een na de ander tijdens de workshops, is de behoefte om met leerlingen te spreken over depressie of eenzaamheid groter dan ooit. Ze wilden daar graag handvatten voor. Maar: ze zijn ook maar docenten Nederlands – géén psychologen. Dat inspireert juist terughoudendheid. Ze willen niet zoveel overhoop halen dat ze, zoals een van hen stelde, “juist trauma’s veroorzaken door hun problemen op te roepen”.
Er was daarom ook begrip voor Koopmans docent. “Ik heb eens met de klas het titelverhaal uit Manon Uphoffs bundel Begeerte
gelezen”, herinnerde een docent uit Apeldoorn zich. “Echt een naar verhaal over een verkrachting door een asielzoeker. Bij de cruciale passage viel een meisje flauw. Ze verliet even de klas. Na afloop van de les vroeg ik wat er aan de hand was. Niets, zei ze, ze had niet genoeg gegeten. Maar het gekke was: ze bleef zitten. En het jaar erop gebeurde precies hetzelfde. Op hetzelfde moment. En weer zei ze na afloop dat er niets was. Wat moet je dan?”
Een kleine, veilige blootstelling
De vraag is in hoeverre de docenten op de Dag van de Literatuurkritiek aan hun trekken zijn gekomen. Schrijvers hebben geen handvatten te bieden in de vorm van concrete lesmethodes. Ze zijn net zomin psychologen die aan kunnen geven hoe een literaire tekst werkt in een helingsproces. Ze kunnen alleen doen wat in de naam van het evenement zit opgesloten. Literatuurkritiek bieden. Ofwel: het kritisch nadenken over literatuur stimuleren en zo de docenten helpen reflecteren op hun beroep.
Manon Uphoff ging daarom in haar statement uitgebreid in op De gedaanteverwisseling van Franz Kafka. De transformatie van Gregor Samsa tot groot insect, legde ze uit, laat goed zien hoe het is om met een trauma te leven – inclusief het gevoel opgesloten te zitten in je eigen kamer en je zelfs door je eigen ouders afgewezen te weten. “De buitenwereld wil niets weten van trauma. Alleen in het onderwijs biedt de veiligheid van het klaslokaal de ruimte om het te erkennen. Dáár kan de buitenwereld zich openstellen voor iemands vuil en schaamte.”
De vraag is in hoeverre de docenten aan hun trekken zijn gekomen. Schrijvers zijn geen psychologen die aan kunnen geven hoe een literaire tekst werkt in een helingsproces
Daan Heerma van Voss riep docenten op om de literatuur te gebruiken als uitzondering op de doorgeschoten neiging iedereen te waarschuwen voor mogelijk gevoelige confrontaties. Juist binnen de veiligheid van het klaslokaal, zei ook hij, kan literatuur zonder trigger warning worden aangeboden. “Met verstandige begeleiding in de buurt” kan literatuur als “exposure-therapie” werken. “Door middel van kleine, veilige blootstelling aan een “gevaar” dat je angst inboezemt, bouw je weerstand op. Weerstand die je nodig hebt, wil je je in de wereld redden.”
Spelenderwijs kwetsbaar zijn
In de workshops deden enkele schrijvers niettemin een poging docenten een lesmethode aan te reiken. Dean Bowen liet hen ervaren wat er gebeurt als een auteur in de klas met leerlingen gaat schrijven – en zo bijna spelenderwijs, onmerkbaar verleidt hun kwetsbaarheid bloot te geven in hun teksten. In de dertien jaar dat de dichter inmiddels scholen bezoekt, zo vertelde hij vooraf in zijn statement, ontmantelt hij de hiërarchie, creëert hij een thuishaven en laat hij leerlingen doen wat ze als puber toch al graag doen: zich uiten.
“Wie in de literatuur, of liever nog: in de woordkunst, wil zoeken naar manieren om het te hebben over de kwetsbaarheid van hen die we pogen te betrekken in die verhalen, hoeft weinig meer te doen dan de verhalen die in hen huizen te activeren, te accepteren en te doen resoneren.” Anders gezegd: “Geef het individu ruimte om zijn eigen verhaal te communiceren. Daar is de toegang voor het verhaal van de ander.”
© Florian Braakman
Winny Ang en Silvie Moors – kinder- en jeugdpsychiater respectievelijk adjunct-directeur van de Bond Zonder Naam – toonden de methode van het samen lezen. Ongedwongen een tekst voorlezen, tegelijk meelezen en er na afloop over praten. Dat is goed voor de mentale weerbaarheid, blijkt uit onderzoek. Oók voor leerlingen. Doe het daarom vooral een keer zelf en merk hoe het je nieuwe inzichten geeft en zelfs wat voor therapeutisch effect het kan sorteren.
“Deelnemers voelden zich veilig en aanvaard in de leesgroepen en deel van de gemeenschap”, hadden ze van tevoren uitgelegd. “Zelf teksten voorlezen, nieuwe boeken ontdekken en daarover hun zeg kunnen doen werkt zeer bevestigend, zelfs voor diegenen die eerder verlegen of beschaamd waren geweest. Het merendeel van de deelnemers – veelal met een voorgeschiedenis van verslaving, depressie, angst, stress, persoonlijkheidsstoornissen of handicaps – bevestigde dat hun geestelijk welzijn was toegenomen.”
Empathie voor de een, onbegrip voor de ander
Zelf heb ik dat helaas gemist. Ik was ingedeeld in de workshop van Emy Koopman. En daarin bleek ze, ondanks haar bemoedigende, hoopvolle statement, de verwachtingen van het effect van literaire teksten danig te temperen. Want: iedereen reageert anders op de lotgevallen van een personage. Het is van iemands persoonlijkheid en voorkeuren afhankelijk of zij of hij empathie voelt. Voor hetzelfde geld ervaar je eerder het tegenovergestelde: afstand, onbegrip.
“Alleen in het onderwijs biedt de veiligheid van het klaslokaal de ruimte om trauma te erkennen. Dáár kan de buitenwereld zich openstellen voor iemands vuil en schaamte”
Ze baseerde zich op haar promotieonderzoek als literatuurwetenschapper. Daarin legde ze twee totaal verschillende teksten over depressie naast elkaar: The Bell Jar van Sylvia Plath en Mr. Chartwell van Rebecca Hunt. De eerste een persoonlijk verslag van binnenuit van hoge literaire kwaliteit, de tweede een metaforisch verhaal met meer plot en humor in een toegankelijkere stijl. En inderdaad: net als in haar onderzoek hadden de deelnemers allemaal een andere voorkeur en daar allemaal zo hun eigen redenen voor.
Was dat erg? Niet dus. In haar statement had Koopman zelf gezegd: “Juist in contrasterende leeservaringen, van jezelf en van je leerlingen, zit een ingang voor vragen, voor een gesprek. Waarom ergerde die tekst, dit personage, jou zo? Die vraag is gemakkelijker te stellen en te beantwoorden dan een directe vraag naar iemands angsten, zorgen, obsessies, verwondingen. Een literaire tekst (…) blijft een kunstvoorwerp (…), een object buiten jezelf om het over te hebben, terwijl je heimelijk iets van jezelf onthult.”