Deel artikel

Lees de hele reeks
literatuur

Meredith Greer en Anaïs Van Ertvelde schrijven in alle toonaarden

4 juni 2024 4 min. leestijd De Mediakaravaan

Wat doe je als de taal tekortschiet? Schrijvers Meredith Greer en Anaïs Van Ertvelde worstelden met hetzelfde probleem: de woorden waarmee we hun onderwerpen doorgaans beschrijven, dekken de lading niet. Tijdens FAAR, het non-fictieboekenfestival in Oostende, legden ze hun schrijfervaringen naast elkaar.

Zowel Meredith Greer als Anaïs Van Ertvelde hadden verbaasd gereageerd op de vraag van de FAAR-organisatie om elkaar te interviewen over hun boeken. Met Bedenktijd schreef Greer een genreoverschrijdend relaas over de periode waarin ze een medische ingreep overwoog tijdens de lockdowns. Van Ertvelde onderzocht in Handicap: een bevrijding haar eigen handicap als een relationele ervaring: ze benoemt hoe de samenleving je tot je beperking herleidt, maar ook hoe je daaruit losbreekt.

Twee totaal verschillende ervaringen, dachten ze. Maar in beide boeken staat de vraag naar de rol van taal centraal: hoe schrijf je over zaken waarvoor de beschikbare taal niet lijkt te volstaan? Waar de bestaande taalregisters tekortschoten, vonden beide auteurs antwoorden in het “tussenin”, zo bleek uit hun gesprek in het Oostendse kunstencentrum KAAP tijdens non-fictieboekenfestival FAAR.

Een koor

“Dit boek had een stilte moeten zijn”, schrijft Greer. Bedenktijd is geen boek over abortus, maar een boek waarin onder meer een abortus plaatsvindt. Toch is het moeilijk om het boek te bespreken zonder het woord abortus te laten vallen. Greer beseft dat maar al te goed. “Abortus is een sloophamer van een woord”, schrijft ze. Zelf haalt ze het pas aan op de achttiende bladzijde van Bedenktijd, terwijl ze reflecteert over de coronacrisis en het onvoorstelbare isolement dat toen ontstond.

Het gaat ook over eenzaamheid. Het gaat over rouw. Het gaat zelfs over technologie. En ergens onderweg vindt een abortus plaats. Die abortus wordt niet kleiner gemaakt dan hij is, maar ook niet onmetelijk groot, onpersoonlijk medisch of onnodig geaffecteerd. Greer diept het thema uit door de periode waarin de abortus plaatsvindt in haar volledigheid te beschouwen. Dat leverde een boek op dat fluctueert in genre en toon: soms gaat ze als onderzoeker te werk (essayistisch en helder), soms drukt ze zich uit in verzen (fluïde, zoekend). Hier is niet louter de journalist, de dichter of de vrouw Meredith Greer aan het woord, maar een heel koor van stemmen.

Hybride wezens

Ook Anaïs Van Ertvelde droomt in haar boek van een koor: een koor nieuwe stemmen in het discours over handicap. Ze verzette zich lang tegen de verwachting dat ze het zou opnemen voor de gehandicapte gemeenschap als ervaringsdeskundige, iets waar haar omgeving vaak op doelde. Hoe kan zij die uiterst gevarieerde groep vertegenwoordigen? Het antwoord is niet, maar ze kon wel haar eigen verhaal brengen. En laat het net die persoonlijke toets zijn die aan het universele raakt.

Van Ertvelde werd bijvoorbeeld voor het eerst zelf verliefd op iemand met een beperking. Zij en haar partner gingen op zoek naar woorden waarmee ze elkaar konden liefkozen. Maar hoe romantiseer je een lichaam met een handicap? Van Ertvelde belandde onder andere bij de mythologie en de hybride wezens die daarin voorkomen. Het zijn figuren waar iedereen een verwantschap mee kan voelen en ze blijven ver weg van associaties met gebreken of een gemis. Zo is de Venus van Milo een dankbaar spiegelbeeld voor een persoon zonder armen.

Van Ertvelde beschouwt haar boek als een pleidooi om in alle toonaarden over handicap te schrijven, zei ze in Oostende. Ze hoopt dan ook dat de stemmen van haar peers zich in de toekomst bij haar koor zullen scharen. Hoe meer perspectieven, hoe meer vreugde.

Narratieve denkfout

De taalregisters rond handicap zijn doorgaans medisch, administratief of politiek geladen. De zogenaamde “gebreken” worden gemeten en herleid tot percentages die je potentiële productiviteit inschatten. Ook voor abortus bestaat een beknottend medisch jargon. In de verdediging van abortus binnen de politieke sfeer wordt bijvoorbeeld gesproken over een nietszeggend “hoopje cellen”. Daartegenover staat de emotionele taal van de tegenstanders die het hebben over de “moord op een ongeboren kind”. Daar heb je als onverwachts zwangere vrouw in de wachtzaal van een ziekenhuis niets aan.

In verhalen is abortus altijd de climax, de grote ’will she or won’t she’ die het verdere verloop van het narratief zal bepalen

Tijdens het gesprek in KAAP hekelt Greer de manier waarop abortus het plotpunt vormt van ieder verhaal waar het in voorkomt. Het is altijd de climax, de grote will she or won’t she die het verdere verloop van het narratief zal bepalen. Ze moest dan ook op zoek naar een manier om abortus te integreren in Bedenktijd die zich verzet tegen die bekende structuur. Dat maakt het een boek met verschillende ingangen dat zich niet netjes chronologisch laat lezen.

Van Ertvelde kampte met een soortgelijke narratieve denkfout, zei ze: een handicap zou ofwel het aangeboren kwaad zijn waar iemand mee leert leven of een verschrikkelijk incident dat de koers van een leven een andere wending geeft. Ook zij brak in haar tekst los uit het rechtlijnige van die redenering.

Haar boek is onderverdeeld in seizoenen die telkens een ander aspect belichten van haar begrip van handicap. Waar ze moedig en academisch gefundeerd begint, verschuift de toon wanneer ze een burn-out krijgt. De opgelegde “rust” confronteert Van Ertvelde met haar begrip van productiviteit en afhankelijkheid. Misschien was haar verworven autonomie toch niet het summum van leven met een handicap. De menselijke ontwikkeling is niet rechtlijnig. Dat inzicht, in combinatie met de wisselvallige jaargetijden, geeft een extra dimensie aan Handicap: een bevrijding.

Dwalen mag

Soms kan je nog het best over iets schrijven door eromheen te schrijven, zo bewijzen Greer en Van Ertvelde. Hun boeken zijn geen rechte paden maar de glooiende landschappen eromheen. Beide auteurs wijken af van de bekende routes en zijn niet bang om te dwalen. Het levert rijke, complexe boeken op die resoneren in verschillende toonaarden.

Louise Souvagie

Louise Souvagie

Doceert kunstbeschouwing aan het Lemmensinstituut in Leuven en volgt culturele studies aan de KU Leuven. Ze behaalde eerder een master in vrije kunsten aan het KASK in Gent. Ze modereert debatten en interviewt schrijvers, maakt Gallerinas (een podcast over kunst) en volgde de talentontwikkelingstrajecten Nieuw Geluid (deBuren) en Week van de Kunstkritiek (Frans Masereel Centrum). Ze liep stage bij Berg en dal (Klara).

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000290b0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)