Hoe maak je grote, complexe kwesties zoals de conflicten in het Midden-Oosten beter behapbaar? Bijvoorbeeld door beeldmateriaal te monteren, ontdekte de Nederlandse kunstenaar Lieke van der Made (1992) toen ze video’s maakte. Toen ze dat eenmaal besefte, was haar overstap op de collagetechniek vrij logisch. In haar collages combineert Van der Made diverse stemmen en geschiedenissen tot een nieuw geheel dat uitnodigt tot verder onderzoek.
Lieke van der Made wilde zelf meemaken hoe het dagelijks leven in Jeruzalem, dat ze alleen kende van vaak diametraal tegengestelde verhalen uit het wereldnieuws, eruitzag. Ze kwam in een collageachtige stad terecht: verdeeld in Oost- en West-Jeruzalem, die ook nog eens verdeeld zijn in allerlei wijken, zones en gebiedjes. En toch werken ze allemaal samen, merkte ze op.
In 2014 verbleef ze in Jeruzalem als uitwisselingsstudent, waar ze onder meer beeldmateriaal schoot voor de video The Big Balagan (2014). Geheel in lijn met de titel – balagan is modern Hebreeuws voor chaos – werkt de video desoriënterend: de toeschouwer krijgt constant nieuwe indrukken te verwerken, alsof die zelf ook door een stad loopt die hem vreemd is.
Om te beginnen bestaat The Big Balagan uit twee beeldschermen. Beide tonen een andere stroom (stads)beelden die soms weinig met elkaar te maken lijken te hebben. Vaak terugkerend zijn opnames van voetgangers, van wie hoofdzakelijk de benen en voeten worden gefilmd. Na een aantal van deze passages volgt de camera op een van de schermen steeds hetzelfde lichaam, van voeten tot nek – nooit een gezicht in beeld. Dan houdt een hand op het andere scherm een kaartje vast: i notice people staring at my legs all the time. Opeens voel je je een voyeur, terwijl je dacht mee te kijken mét iemand.
Slimme montage
Zo’n onverwachte perspectiefwisseling wordt mogelijk gemaakt door een slimme montage. Van der Made is erg geïnteresseerd in die fase van het filmmaken, wat terug te zien is in haar video’s. Voor The Big Balagan bijvoorbeeld schoot ze aanvankelijk gewoon zoveel mogelijk beelden in Jeruzalem, zonder een specifiek doel. In de montage kon ze nieuwe contexten maken waarin die beelden betekenis krijgen en in een groter geheel gaan functioneren. In die zin spiegelt de montage de manier waarop de nieuwsvoorziening werkt.
Kranten en andere media werken op een vergelijkbare manier: ze ordenen grote hopen informatie tot gecomprimeerde verhalen die – hoezeer en hoe vaak ze ook zeggen objectief te zijn – uiteindelijk toch altijd de waarheid kleuren, juist door die selectie. Van der Made doet in haar videowerk iets vergelijkbaars, maar ordent haar materiaal niet tot een verhalend, maar juist tot een associatief geheel. De onderlinge verbanden worden soms pas later duidelijk, en berusten vaak op beeldrijm; bijvoorbeeld tenen en boomtoppen. Op een bepaalde manier voelt dat eerlijk aan: kunst die laat zien dat de wereld fragmentarisch is, en hoe je een poging kunt doen tot (gedeeltelijke) ordening of begrip.
Pogingen kunnen mislukken, laat ze zien in de geestige video De aarde is plat #1 (2013), die in tijden van nepnieuws opmerkelijk actueel is. Daarin is iemand aan het woord die stelt dat de aarde plat is: kijk maar in de atlas. Ter illustratie wordt er in een landkaart geknipt. Die gefragmenteerde manier van werken zorgt er bovendien voor dat “het geheel” – of in elk geval een mogelijke lezing daarvan – misschien net zo sterk ontstaat in het hoofd van de toeschouwer als in dat van de kunstenaar.
Nadat ze verschillende van zulke speelse, associatieve video’s had gemaakt, ging Van der Made op zoek naar een “statisch” medium waarin ze op een gelaagde wijze zou kunnen werken. Ze kwam uit bij de collage. Daarin zijn ruwweg twee “tradities”, die beide teruggaan op dada: de surrealistische variant waarin het om de vervreemdende botsing draait van twee niet-gerelateerde beelden. Het inlijven van de buitenwereld is van ondergeschikt belang. Voor de tweede variant – denk popart, nouveau réalisme – was die annexatie juist van groot belang. De navelstreng met de buitenwereld mocht niet worden doorgeknipt.
Beeldbotsing
Op het eerste oog werkt Van der Made in de dadaïstisch-surrealistische collagetraditie: ze zet vaak heel verschillende beelden tegenover elkaar die daardoor vervreemdend ogen: Fig. 67/68. Funerary 2006-2016 toont een groep eeuwenoude sculpturen tegen een hedendaagse bureaubladachtergrond, inclusief icoontjes (2018). Maar buitenwereldloos is deze collage allerminst: de gekozen elementen zijn nauw verbonden met de geschiedenis en met de actualiteit. De beeldbotsing verwijst naar de verontrustende ontwikkeling dat dergelijke artefacten (deels) verwoest worden, waardoor ze een grotendeels digitaal leven gaan leiden – op beeldschermen.
© Lieke van der Made
De bovenvermelde collage komt uit de serie
DGTL_HRTG (digital heritage of digitaal erfgoed) uit 2018. Die maakt deel uit van Van der Mades afstudeerproject voor haar master Artistic Research – het universitaire vervolg op haar studie aan de kunstacademie – waarvoor ze ook een scriptie schreef over digitale manieren om oosters erfgoed te bewaren, zeker met het oog op de beeldenstorm van Islamitische Staat (IS). Daarbij stuitte ze op een ongemakkelijk standpunt waar ze het zelf niet mee eens is, maar dat haar collages wel een indringende extra laag geeft: het is misschien maar goed dat veel oosterse artefacten naar Europa en Amerika zijn verscheept, zodat ze – onbedoeld weliswaar – behoed konden worden voor een vernietiging door IS.
Dergelijke thema’s liggen erg gevoelig, zeker in een kunstwereld die volop aandacht heeft voor culturele toe-eigening en identiteitsvraagstukken. Van der Made heeft ook verschillende keren meegemaakt dat er discussies ontstonden met haar en over haar werk, bijvoorbeeld met een studiegenote die erg bezig was met haar eigen positie als witte persoon. Daar staat tegenover dat Van der Made ook een Syrische archeoloog sprak die positief stond tegenover haar werk. Je zou overigens evengoed kunnen zeggen dat de manier waarop het Westen omgaat met dergelijk erfgoed en dat in het eigen systeem en (kunst)geschiedenis incorporeert een westerse aangelegenheid is.
© Lieke van der Made
Van der Mades collagetechniek is misschien nog het best te zien als een manier om allerlei andere stemmen en geschiedenissen in haar eigen kunstwerk te incorporeren, en zo verder proberen te kijken dan alleen haar eigen westerse blik. In DGTL_HRTG staan verschillende domeinen dan ook haaks op elkaar, of lopen in elkaar over: het Westen en het Oosten; de actualiteit en de geschiedenis; het digitale en het fysieke. Net als in de video’s worden nieuwe verbanden gelegd en (vertrouwde) beeldelementen herschikt. Het verschil is dat de collages trefzekerder voelen: Van der Made legt duidelijkere verbanden, schuwt politieke kwesties niet, maar wordt nergens prekerig. Ze laat eerder onderbelichte of weggestopte relaties aan het licht komen, om de toeschouwer aan het denken te zetten.
Een goed voorbeeld daarvan is Nineveh and its Remains 110009,a (2018). De basis is een zwart-wittekening van blanke kolonialisten die de inheemse bevolking een grote, sfinxachtige sculptuur laten verplaatsen. Die afbeelding wordt gecombineerd met een gekleurde afbeelding van een vergelijkbare sculptuur, met museumbordjes aan beide kanten. De ongemakkelijke relatie tussen beide elementen is duidelijk: wat in een westers museum te zien is aan oosterse artefacten en kunst, is elders weggehaald. Dit gaat verder dan puur beelden die elkaar ontmoeten: dit is een botsing van culturen en tijden – en misschien nog wel het meest van perspectieven en representaties.
© Lieke van der Made
Van der Made vindt de afkomst van het beeldmateriaal zo belangrijk dat ze geen beelden gebruikt waarvan ze de achtergrond niet kent. Wanneer ze in een van haar archieven een afbeelding tegenkomt waarvan ze zich de herkomst niet kan herinneren, doet ze een reverse image search op Google om zichzelf weer bij te praten. De titels van de DGTL_HRTG-collages verwijzen dan ook vaak naar citaten, boektitels en archiefnummers, wat opmerkelijke namen verklaart als Fig. 67_68. Funerary 2006-2016 en “Discard that the returned pieces are exposed to risks”.
Al die elementen, zowel beeldend als tekstueel, dragen een verhaal met zich mee dat uitgeplozen kan worden. Door de kunstenaar, maar ook door de toeschouwer. Van der Mades collages zijn gecomprimeerde versies van iets wat weliswaar veel groter en complexer is, maar dat tegelijkertijd toch niet onherstelbaar verloren gaat in haar kunstwerken. Haar prikkelende combinaties nodigen juist uit om op zoek te gaan naar de ruimere context.