literatuur
Lichtvoetig taalgebruik en elementaire verbeeldingskracht. Guus Kuijer ontvangt de Constantijn Huygensprijs 2020
(Mirjam Noorduijn) Ons Erfdeel – 2013, nr 3, pp. 96-103
Kuijer observeert, slaat het menselijke gehannes met milde ironie gade en bewaart bewust een lichte afstand tot zijn personages en thema’s.
Nergens etaleert Kuijer pedagogische betweterigheid, of oordeelt hij in termen van goed of fout. Hij schrijft over kindervriendschappen, over jaloezie, over de (soms moeizame) relatie tussen kinderen en hun ouders en grootouders, over verschil in cultuur, over stad en platteland, over leven en dood, over verdriet en vreugde en over de complexiteit van het geloof, zonder dat het ooit drammerig of sentimenteel klinkt.
Het ultieme geheim van Kuijers kinderboekenschrijverschap is echter zijn taal. Hij heeft het talent “een taallandschap” te ontwerpen, zoals Kuijer dat zelf noemt, waarin de lezer – oud en jong – moeiteloos kan geloven. Hij weet precies de juiste woorden en zinnen te vinden en de juiste balans tussen filosofische diepzinnigheid en poëtische lichtvoetigheid om zijn kinderverhalen en uiteenlopende personages tot leven te brengen: niet alleen kinderen, maar ook dieren.
Reactie plaatsen
Aanmelden