Kunstenaar Daria Kiseleva ontleedt de grote taart van de beeldcultuur
Het literaire essay en de montagetechniek in films hebben veel met elkaar te maken. Dat is terug te zien in het werk van ontwerper, kunstenaar en onderzoeker Daria Kiseleva (1989). Voor haar video-installatie Haunting Futures maakte ze sciencefiction op basis van archiefbeelden van carnavalsoptochten.
Een stoet groteske figuren trekt in slowmotion aan je voorbij en het hangt van je culturele achtergrond af of je ze thuis kunt brengen. Anders vraag je je misschien af of dit allemaal écht gebeurt.
© Rob Verkerk
Het grootste deel van het beeldmateriaal voor Haunting Futures (2022) bestaat uit zwart-witte video-opnames van carnavalsoptochten. Zonder de gebruikelijke vrolijke muziek zijn de grote, sculpturale koppen behoorlijk intimiderend. Wat je wél hoort is een voice-over die een essay voordraagt over utopieën. De tekst gaat in op onder meer de relatie tussen de fantasie en sociale bewegingen én hoe carnaval zich daartoe verhoudt.
Digitale landschappen achter glas
Haunting Futures zou je kunnen omschrijven als een video-essay of een essayistische film. Net als in de literaire tegenhanger worden verschillende onderwerpen naast elkaar gezet, zonder dat ze aanvankelijk iets met elkaar te maken lijken te hebben. Langzaam blijken er toch heel wat dwarsverbanden te zijn.
Ook Kiseleva’s andere projecten combineren veelal tekst en beeld. In de korte film Third Nature (2021) zweef je door digitale landschappen, gemaakt met videospellen. Ze ogen zowel idyllisch als woest en verlaten. Er is geen directe menselijke aanwezigheid, maar tegelijkertijd komen ze uit een computer. De voice-over spreekt ondertussen een tekst uit over digitale omgevingen.
Een ander intrigerend eerder project is One Small Step for Man, One Giant Leap for Mankind (2017), een digitaal essay. Eén diashow laat maanfoto’s zien, genomen door een onbemenst verkenningsvoertuig; direct daarnaast is er een andere reeks te zien, waarvan de beelden afkomstig zijn uit een database die onder meer gebruikt wordt om kunstmatige intelligentie te trainen met beeldherkenning.
De bijbehorende tekst gaat dieper in op de twee reeksen, maar alleen al de voorbijtrekkende beelden tonen hoe belangrijk de nevenschikking is in Kiseleva’s werk. Je gaat automatisch toch een verband zoeken tussen de verschillende elementen.
Beeld en tekst combineren
Kiseleva omschrijft zichzelf als ontwerper, kunstenaar en onderzoeker. Voor haar gevoel vloeien al die disciplines samen in haar eigen praktijk. Beeld, tekst en geluid combineren voelt voor haar ook logisch.
Beeld, tekst en geluid vloeien samen in Kiseleva's praktijk
Al tijdens haar designstudie in Sint-Petersburg moest ze theoretische reflecties schrijven. Daarna vertrok ze naar Nederland om hier verder te studeren, waar ze inmiddels al een jaar of tien woont en werkt. Ze behaalde een master aan Werkplaats Typografie, een tweejarige designmaster aan kunstacademie ArtEZ (Arnhem). Daar werd een onderzoekende, kritische en interdisciplinaire houding aangemoedigd. Ook was ze resident bij de postacademische Jan van Eyck Academie (Maastricht), die niet alleen kunstenaars toelaat, maar ook andere makers, zoals schrijvers.
Zo ontwikkelde Kiseleva zich steeds verder in een multidisciplinaire richting. Stapsgewijs integreerde ze haar teksten ook in haar werken zelf. Ze ziet het schrijven niet als een uitkomst of laatste woord over een project, maar als een onderdeel van het proces. Soms is die combinatie ook nodig om bepaalde achtergronden of ideeën te communiceren, al waakt Kiseleva ervoor dat ze niet te didactisch wordt. In Haunting Futures bijvoorbeeld gaan de meeste beelden “alleen” over carnaval, waardoor het gesproken essay nodig is om de thematiek van de utopie uit te werken.
Van vroege atlas tot algoritme
Projecten als Third Nature doen misschien anders vermoeden, maar Kiseleva is niet specifiek geïnteresseerd in het digitale. Het gaat haar om technologie in bredere zin. Ze ziet die als een verlengstuk van het menselijk lichaam en waarnemingsvermogen, en dus niet iets dat je daar zomaar los van kunt zien.
Behalve het virtuele is ze ook zeer geïnteresseerd in de vroegmoderne tijd (ongeveer 1400-1800) en de ontluikende wetenschap uit die periode. Beelden kregen toen een heel nieuwe macht. Er werd echt geloofd dat zij representeerden wat ze uitbeelden. Kennis en beeldcultuur raakten innig verknoopt. Kiseleva noemt onder meer vroege wetenschappelijke atlassen en dito museale verzamelingen, waaronder het rariteitenkabinet (over nevenschikkingen gesproken).
Tegenwoordig kun je zeker bij die laatste vraagtekens zetten. Maar in die tijd werden ze gezien als een betrouwbare weergave van wat er in verre gebieden en voorbije tijden speelde. In tijden van internet is het gemakkelijk te vergeten dat mensen ooit níét zomaar konden controleren wat er aan de andere kant van de wereld gebeurt.
Kiseleva omschrijft haar praktijk als een manier om steeds weer een andere laag af te pellen van een grote culturele ‘taart’
Kiseleva legt ook een verband met dataverzamelingen en algoritmes, die hun stempel drukken op hedendaagse technologie en daarmee ook op het wereldbeeld van de mensen van nu. Als ontwerper is ze bovendien vertrouwd met hoe (grafisch) design zowel bijdraagt aan de hedendaagse beeldcultuur als aan een kapitalistische consumptiemaatschappij. Ze omschrijft haar eigen praktijk als een manier om steeds weer een andere laag af te pellen van een grote culturele “taart”.
Sciencefiction als spiegel
Bovendien is er natuurlijk een duidelijke relatie tussen beeldcultuur en het medium waarin Kiseleva graag werkt: film. Bewegende beelden sturen de blik natuurlijk ook, door ruimte te scheppen om ergens op te reflecteren, of juist door denkbeelden te verstoren. De montage kan als een essayachtige nevenschikking werken van beelden, maar ook van ideeën.
Een belangrijke inspiratiebron voor Haunting Futures was de Italiaanse filosoof Rosi Braidotti, die stelde dat sciencefiction-horror hét genre is om iets over de samenleving van nu te zeggen. Door de combinatie van herkenning en vervreemding weet je niet goed meer wat echt is en wat niet. Met die achtergrond zou je in die carnavalsoptochten ook een buitenaardse invasie kunnen zien.
© Rob Verkerk
Net als sciencefiction is carnaval een soort spiegel die verwachtingen op zijn kop zet. Die optochten zijn vluchtige momenten, die ook letterlijk voorbij trekken. Archieven zijn echter op de lange termijn gericht. Bovendien: hoe verhoudt het vastleggen zich tot de toekomst?
Dat levert op zich al een spannende nevenschikking op, maar Kiseleva gaat nog net wat verder: kun je eigenlijk sciencefiction maken op basis van archiefmateriaal? Ze dacht vooral op zoek te gaan naar technologische vernieuwingen uit het verleden, maar stuitte op het carnaval als een wereld binnen een wereld. Dat is bovendien een soort viering van de wilde verbeelding, maar wel eentje met vertrouwde hiërarchieën (bijvoorbeeld de prins/prinses en de adjudanten). Daardoor is ook het carnaval niet vrij van de ongelijkheid in de “buitenwereld”.
De verbeelding kan het alternatief zijn voor algoritmes, dwingend design en andere sluitende wereldbeelden
Op basis daarvan werkte ze verder. De uiteindelijke film gaat er bovendien over dat vanaf de zeventiende eeuw pogingen werden ondernomen om de fantasie aan banden te leggen, omdat die zich niets aantrok van de bestaande machtsstructuren. Sterker nog: ze zou daar een serieuze bedreiging voor kunnen zijn.
Verbeelding versus machtsstructuur
De verbeelding kan het alternatief zijn voor algoritmes, dwingend design en andere sluitende wereldbeelden. In een zekere zin gaat het Kiseleva dan ook om het vertellen van verhalen. Dat is een krachtige vorm, die helpt om stemmen te laten klinken die te weinig aan het woord komen.
Maar het verhaal kan natuurlijk ook zijn eigen leven beginnen te leiden en zijn eigen wereldbeelden scheppen. Momenteel werkt ze aan een nieuwe video, die geïnspireerd is door onder meer de grote populariteit van dystopische fictie van het vorige decennium.
Onder meer in young-adultromans en -films werden verontrustende toekomstbeelden verkend. Een belangrijk thema in haar eigen film is het idee van een “proactief” trauma, dat ontstaat doordat je al die dystopieën al via de bioscoop of je streamingdienst hebt gezien. Maar of je dan al nagedacht hebt over hoe je zo’n situatie kunt voorkomen, dat valt te betwijfelen.
Toch sprankelt ook in deze situatie enige hoop, wanneer je in het achterhoofd houdt wat de voice-over in Haunting Futures op een gegeven moment opmerkt: in elke utopie schuilt wel een dystopie én andersom.
Haunting Futures is tot en met 9 april te zien in Het Nieuwe Instituut, Rotterdam, als onderdeel van de expositie Open Archief 3.0. Daria Kiseleva’s digitale installatie Museum of Virtual Nature
(2019) is online te zien.
Van 13 tot en met 16 april neemt ze deel aan het Cosmic Radio-project, tijdens het STRP Festival en in het Van Abbemuseum (beide Eindhoven), als deel van het Shock Forest Group-collectief.