Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Koester talenkennis en meertaligheid
0 Reacties
© Joshua Hoehne / Unsplash
© Joshua Hoehne / Unsplash © Joshua Hoehne / Unsplash
column Jensen & Hofman
literatuur
taal

Koester talenkennis en meertaligheid

Nieuwjaar nadert en dat betekent: lijstjestijd. Lotte Jensen grijpt één van haar favoriete boeken van 2021 aan om te wijzen op het belang van een ruime talenkennis. Én op de essentiële rol die vertalers en het onderwijs daarin hebben.

De decembermaand is aangebroken en dus is het weer tijd voor de eindejaarslijstjes: de beste films, de beste documentaires, de beste popmuziek en de beste boeken van 2021. Hoewel ik het onmogelijk vind om een top vijf beste boeken samen te stellen, licht ik er toch een uit: Een luchtbel in een vluchtige rivier van de dichter Jean Pierre Rawie. Dankzij dit werk realiseerde ik me opnieuw hoe belangrijk meertaligheid en grondige talenkennis zijn. Die mogen niet verder in de verdrukking raken door de ongebreidelde opmars van het Engels in het middelbaar en hoger onderwijs.

Ter gelegenheid van zijn zeventigste verjaardag bundelde Rawie een groot aantal van zijn vertalingen in Een luchtbel in een vluchtige rivier. Het oudste gedicht dat hij vertaalde, dateert uit de dertiende eeuw en is van de Italiaanse dichter Giacomo da Lentini. Het recentste is het twintigste-eeuws gedicht ‘The Scholars’ van de Ierse dichter William B. Yeats. Voor poëzieliefhebbers valt er veel te genieten. Neem deze twee vertaalde verzen uit het laatstgenoemde gedicht:

Elk rochelt inkt; elk sjokt gebogen;
elk slijt met zijn geslof het kleed.

Rawie heeft elke vertaling van een korte toelichting voorzien, waarin de lezer een kijkje in zijn poëticale keuken krijgt. Volgens hem dient een vertaler de vorm van het oorspronkelijke werk te respecteren: rijm moet rijm blijven, een sonnet een sonnet. Een vertaler dient echter geen letterlijke woord-voor-woordvertaling te maken, maar een zelfstandig kunstwerk: “Een goede vertaling beoogt een verrijking te zijn van de Nederlandse letterkunde, een gedicht dat er nog niet was.”

Rawie maakt een belangrijk punt: ook vertalingen maken een essentieel onderdeel uit van de Nederlandse letterkunde. Neem bijvoorbeeld het werk van de bekende negentiende-eeuwse dichter Hendrik Tollens. Hij staat bekend als de schrijver van het Nederlandse volkslied ‘Wien Neêrlands bloed’ en de klassieker ‘Tafereel van de overwintering der Hollanders op Nova Zembla’. Minder bekend is dat de helft van zijn oeuvre uit vertalingen bestond. Hij vertaalde uit het Duits, Frans en Engels en maakte er zelfstandige kunstwerken van. Dat deed hij op zo’n vernuftige manier dat lezers dachten dat ze met een oorspronkelijk Nederlandstalig werk te maken hadden. Zijn folkloristische gedicht ‘Oene van Sneek’ is altijd aangezien voor een typisch Nederlandse vinding, maar gaat rechtstreeks terug op een romance van Walter Scott (de schrijver van Ivanhoe).

Ook vertalingen maken een essentieel onderdeel uit van de Nederlandse letterkunde

Of neem het oeuvre van Judith Herzberg. Neerlandicus Ton van Kalmthout bracht haar vertalingen in kaart voor het Vertalerslexicon van Nederland en constateert dat die een essentieel onderdeel van haar literaire oeuvre uitmaken. Haar oorspronkelijke werk komt beter tot zijn recht wanneer het in samenhang met haar vertalingen wordt bestudeerd. Ook andere geportretteerde schrijvers uit het Vertalerslexicon – zoals Willem Bilderdijk, Estella Hertzveld en Martinus Nijhoff – wijzen op de noodzaak om het perspectief te verbreden. Hun vertalingen maken namelijk duidelijk in welke traditie of context het eigen werk gelezen moet worden. Wie Nijhoffs werk beter wil begrijpen, dient zijn vertalingen uit het werk van Euripides, Shakespeare en T.S. Eliot te lezen.

Dat vertalingen een prominent onderdeel uitmaken van de cultuur van de Lage Landen blijkt ook uit Vertalen in de Nederlanden. Een cultuurgeschiedenis. Het vuistdikke boek, geschreven door vijf letterkundigen, biedt een historisch overzicht van de geschiedenis van het vertalen in de Nederlanden. In het laatste hoofdstuk doet Ton Naaijkens, hoogleraar Duitse letterkunde, een interessante observatie. Door de opmars van het Engels raken andere talen op middelbare scholen en universiteiten steeds verder in de verdrukking. Dat levert een paradoxale situatie op: als steeds minder mensen vreemde talen beheersen (op het Engels na), dan zal de behoefte aan goede vertalingen alleen maar toenemen.

Op zich niets mis met het Engels, maar wel als gespecialiseerde kennis van andere talen daardoor verdwijnt

Reden te meer om permanent aandacht te vragen voor de rol die vertalingen spelen in het culturele en literaire bedrijf van de Lage Landen. En om de ongebreidelde opmars van het Engels in het middelbaar en hoger onderwijs aan banden te leggen. Niets mis met het Engels hoor – lees de wonderschone vertalingen van Yeats van de hand van Rawie ‒ maar wel als gespecialiseerde kennis van andere talen daardoor verdwijnt. Bekijk de eindejaarslijstjes en tel het aantal vertalingen. Dan weet je ook waarom meertaligheid, culturele diversiteit en goede talenopleidingen te allen tijde gekoesterd moeten worden.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.