De kritiek op de vier meter hoge bronzen ‘everywoman’ in Rotterdam brengt kunsthistoricus Gerdien Verschoor in de war. In de zelfbewuste kracht van het beeld ziet ze wel degelijk een heldin, net zoals ze die ziet in het oudst bewaarde zelfportret van een vrouw uit de Lage Landen.
“In haar maandelijkse column kijkt kunsthistoricus Gerdien Verschoor met een hedendaagse blik naar de erfenis van de oude meesters van de Lage Landen”, zo staat mijn column aangekondigd op deze website. Die opdracht werd deze maand enigszins op de proef gesteld.
Eerst zag ik de prachtige tentoonstelling van de Italiaanse Sofonisba Anguissola (ca. 1532-1625) in Rijksmuseum Twenthe in Enschede. En nu volg ik gefascineerd het debat dat is ontstaan rondom het beeld Moments Contained van Thomas J. Price. Sinds begin juni is ze te zien voor het Centraal Station van Rotterdam: een vier meter hoog zwart meisje met het haar in een knot, gekleed in een trainingspak, sneakers aan haar voeten.
© Spinster / Wikipedia
Op een sokkel staat ze niet: het is een ‘everywoman’ – een gewone vrouw, de handen gebald in de zakken van haar trainingsbroek. Het werk werd aangekocht door Stichting Droom en Daad en geschonken aan de stad Rotterdam. Meteen nadat het beeld geplaatst was, barstte de discussie los.
Rosanne Herzberger, columniste van NRC, gooide op 3 juni de knuppel in het hoenderhok. Ze vindt het beeld “erger dan saai en onoprecht […], een product van een maatschappelijke stroming waarin het volstaat om een gemarginaliseerde partij te zijn om sympathie te krijgen. Alleen maar vrouw zijn, een beperking hebben, een hoofddoek dragen, een donkere huidskleur of liefst een combinatie hiervan is genoeg om op het schild gehesen te worden, en helemaal in de culturele sector.” En ze vervolgt: “Een standbeeld voor iedereen is een belediging voor mensen die wél heldendaden verrichten.”
Een “held”, zegt de Dikke Van Dale, “is iemand die uitblinkt door moed”. Een heldendaad: “een dappere daad”.
De ‘everymen’ en ‘everywomen’ van Price zijn alledaags en stralen toch een enorme strijdbaarheid uit
“Dikwijls is de machtigste persoon in de ruimte diegene die op de achtergrond blijft, of die wat aan het prutsen is, of die niet kaarsrecht zit met een glimlach om de mond”, zei Price in een interview met The Guardian. Hij maakte een hele serie grote monumentale sculpturen van hedendaagse figuren die hij ‘everymen’ en ‘everywomen’ noemt. Het zijn denkbeeldige personages die alledaagse dingen doen: ze kijken op hun telefoon, of ze staan, zoals de everywoman in Rotterdam, met de handen in de zakken voor zich uit te kijken. Ze zijn alledaags en stralen toch een enorme strijdbaarheid uit.
In een ander interview zegt de kunstenaar dat dit werk gaat over de ervaring weggezet te worden als ‘de ander’ – de emoties die die ervaring oproept zijn gevat in dit ene moment. Vandaar ook de titel: Moments Contained.
Het beeld van Price doet me denken aan andere sculpturen van sterke vrouwen. In hetzelfde Rotterdam: het monumentale beeld van koningin Wilhelmina door Charlotte van Pallandt (1898-1997). In Brussel: het standbeeld van Gabrielle Petit door Egide Rombaux (1865-1942), de drieëntwintigjarige spionne die in 1916 door de Duitsers werd gefusilleerd. David Van Reybrouck ging in zijn prachtige roman Slagschaduw op zoek naar het model dat voor het beeld poseerde.
© Jannes Linders / BKOR; Inzutphen.nl; DimiTalen / Wikipedia
Of in mijn eigen Zutphen, het beeldje van de dichteres Ida Gerhardt door Herma Schellingerhoudt – niet bepaald een everywoman, maar toch een standbeeld zonder sokkel. En als we het dan toch over beelden van helden op sokkels hebben: in Assen word je bij het station door een gigantische hond begroet!
Zelf ben ik verward door de column van Herzberger. Ben ik een naïeve wokist? Zoek ik helden waar ze niet zijn? Beledig ik daarmee ‘echte’ helden? Het is juist de zelfbewuste kracht die het beeld uitstraalt waarvan ik onder de indruk ben. En ik niet alleen. De eerste demonstratie bij de everywoman heeft al plaatsgevonden: die voor gerechtigheid voor Sanda Dia, de Vlaamse student die in 2018 om het leven kwam bij een gewelddadige ontgroening.
Ben ik een naïeve wokist? Zoek ik helden waar ze niet zijn?
Maar mijn beeld is ook gekleurd door andere standbeelden die ik in mijn visuele geheugen heb opgericht. Standbeelden die vrouwen oprichtten voor elkaar – en voor zichzelf. Sofonisba Anguissola maakte een onvergetelijk groepsportret van haar schakende zusjes. Ze schilderde treffende zelfportretten.
En ja, daar is gelukkig de verbinding met de oude meesters uit de Lage Landen. Want Sofonisba moet het Zelfportret van Catharina van Hemessen (1527 of 1528 – na 1587) uit 1548 gekend hebben: ze liet zich er zichtbaar door inspireren. Catharina van Hemessen was de vroegste Zuid-Nederlandse renaissanceschilderes van wie gesigneerd werk bewaard is gebleven. Haar zelfportret is het bekendste en oudst bewaarde zelfportret van een vrouw uit de Lage Landen.
© Kunstmuseum Basel; The Raczyński Foundation, Muzeum Narodowe w Poznaniu, Poznan; Muzeum - Zamek w Łancucie, Łancut
Nee, Catharina heeft haar handen niet gebald in haar broekzakken als teken van weerbaarheid. Ze heeft een andere manier gevonden om zichzelf te realiseren, een manier die paste bij haar tijd en milieu. In haar handen houdt ze palet en penseel. Als een held iemand is die uitblinkt door moed, dan is dat Catharina van Hemessen wel, met haar zelfbewuste blik op dat allereerste zelfportret van een vrouw.
Ik kijk haar aan, en ze kijkt terug. En ondertussen bal ik mijn vuisten in de zakken van mijn joggingbroek, net als dat zwarte meisje dat zo stoer en toch zo kwetsbaar in Rotterdam staat en daar nog wel even het gesprek van de dag zal zijn.