Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Je kunt het bij wijze van spreken in je onderbroek doen
1 Reacties
column Thomas Heerma van Voss
literatuur

Je kunt het bij wijze van spreken in je onderbroek doen

Wat quarantaine doet met Thomas Heerma van Voss? Niet veel, want hij is het gewend om thuis achter zijn scherm te zitten. Tot hij moet opdraven voor virtuele ontmoetingen en hij in trainingsbroek over perspectiefwisselingen oreert.

Het blijft wonderlijk: slechts een paar dagen nadat literair Nederland samenkwam op het boekenbal, waar ook ikzelf in het wilde weg handjes schudde en hier en daar knuffelde of beknuffeld werd, schreef onze Minister-president nationaal voor om anderhalve meter afstand te houden, en vlak daarna werd besloten dat de meeste levens zich voortaan binnenshuis moeten afspelen.

Voor sommigen is die ontwikkeling funest, voor anderen vooral vermoeiend of juist wel kalmerend, en er is een groep waar ik mezelf toe reken: de groep voor wie er eigenlijk niet al te veel is veranderd. Ik werkte al thuis, ik leefde al in mijn eentje. Toch zijn ook mijn weken anders dan ik beoogd had, wellicht kun je daaruit alleen al de grootte van deze crisis afleiden: niemands leven kan zich eraan onttrekken.

Een paringsdans bovenop een vulkaan

Ineens was mijn agenda leeggeveegd. Geplande boekhandelsoptredens, bibliotheekbezoeken, publieke voordrachten uit mijn nieuwe roman, workshops, alles werd afgezegd. Wat me hierbij vooral opvalt – en af en toe beangstigt – is de snelheid waarmee men gewend raakt aan situaties die vlak ervoor nog voor onmogelijk werden gehouden. Van mijn eerste afzegging baalde ik nog actief, de laatste accepteerde ik begripvol en gelaten. Als ik deze dagen op Netflix mensen massaal zie samenkomen, wil ik hen opeens waarschuwen. Dat Boekenbal voelt nu ik eraan terugdenk als iets uit een vorig leven, een vriendin omschreef het me via WhatsApp als ‘een paringsdans bovenop een vulkaan’ (ze is dichter).

Ondanks dit alles konden twee geplande afspraken nog wel doorgaan. Als eerste een vergadering van de zeskoppige commissie waarin ik kortgeleden was beland. Subsidiegeld moest worden verdeeld, categorie: letteren. Dat kwam me gek genoeg zowel irrelevanter als noodzakelijker voor dan maanden geleden, toen ik toezegde; alle instellingen die we bespreken waren immers al gesloten en moesten hun plannen ongetwijfeld drastisch herzien, en tegelijkertijd hadden ze juist daardoor meer hulp nodig.

Elk commissielid belde in via Skype. Uitgebreid bespraken we de dossierstukken, de plannen, de begrotingen. Steeds wanneer ik thee inschonk of mijn keel schraapte, zette ik mijn microfoon uit.

Mijn vader zei vroeger weleens – ik moet een jaar of twaalf, dertien geweest zijn want hij was nog niet met pensioen – wat hij zo fijn vond aan radio maken: ‘Ik kan het bij wijze van spreken in mijn onderbroek doen, ik hoef alleen te letten op de tekst.’

Daar moest ik aan denken toen ik ontdekte dat de camera van mijn laptop niet werkte, wat ik ook probeerde. Hierdoor kon ik iedereen zien en niemand mij – daar heb ik vaak in mijn leven naar verlangd, op college, in groepen, de rol van onzichtbare aanwezige die hooguit hoeft te letten op zijn woorden. Maar nu had ik het voor de variatie wel prettig gevonden als iemand me wel had geregistreerd.

Ze betalen ook voor jouw hoofd

De tweede afspraak die doorging was met acht mensen. Voor het eerst in mijn leven ging ik een schrijfcursus geven, acht donderdagen achter elkaar, ook dit moest nu online gebeuren. In zekere zin zou ook daar alleen mijn stem kunnen volstaan, maar iemand van de organisatie belde en zei: ‘Nee, nee, ze betalen ook voor jouw hoofd. Ik breng je de laptop van de conciërge, die zit voorlopig toch thuis.’

Twee uur later stond ze op mijn stoep.

Ze overhandigde een plastic tas zoals iedereen elkaar nu spullen aanreikt, zoekend naar de juiste stand tussen lacherigheid (we moeten niet overdrijven) en waakzaamheid (we gaan er allemaal aan). Uiteindelijk legde ze hem in de deuropening en zette vlug drie stappen achteruit, alsof er mogelijk een explosief in het tasje zat.

‘Ik ben zo moe steeds,’ zei ze. ‘Misschien ben ik alles nog aan het verwerken.’

‘Ik ook,’ zei ik. ‘Ik ben ook moe.’

Toen verdween ze, de eerste persoon die ik in dagen had gesproken.

Doe donderdagavond opende ik voor het eerst in mijn leven een Zoom-meeting en inderdaad, deze camera werkte, mijn eigen gezicht verscheen confronterend groot in beeld; pluizige baard, volle wangen, en ik moest hoognodig weer eens naar de kapper.

Vlak voor ik de cursisten uitnodigde, stelde ik mezelf de vraag: wat ga ik in vredesnaam zeggen?

Toen verschenen een voor een hun gezichten in beeld. Het was een vreemde kennismaking, tegelijk afstandelijker en intiemer dan als we in dezelfde kamer hadden gezeten. Sommige gezichten waren pixelachtig of slecht verlicht, maar intussen zag ik meer van hun levens dan in een klaslokaal mogelijk was geweest. Een slordig opgeruimd aanrecht, experimentele schilderijen aan een muur, iemand dronk thee uit een Micky Mouse-mok, een ander dronk wijn.

Mijn kat werd onrustig omdat ik zo veel praatte

Ik had niet gedacht dat ik ooit zou lesgeven in trainingsbroek. Lang hield ik het woord. Af en toe twijfelde ik of ik wel verstaanbaar was, kijkend naar al die roerloze gezichtjes op het scherm van de conciërge die thuiszat. Mijn kat werd onrustig omdat ik zo veel praatte, dat was hij zeker de afgelopen tijd niet gewend. Hij viel mijn voet aan en ik probeerde strak door te blijven praten over perspectiefwisselingen, twee keer liep hij door het beeld.

Na precies drie uur zei ik: ‘Dat was het. Tot volgende week.’

Iedereen verdween, het werd stil en ik zat nog steeds aan mijn keukentafel.

Thomas Heerma van Voss

Terreinverlies

Een dikke pot inkt

JefVanStaeyen

Geachte Thomas Heerma van Voss,
en/of waarde redactie,
Uw collega (op deze website) Fieke Van der Gucht schreef enige tijd geleden over de Bovenmoerdijkse verbazing omtrent het OP de trein stappen en zitten. (Niet alleen op de trein wordt overigens gezeten, ook op kantoor, op school, en op het ministerie, en op de boerderij wordt zelfs gewerkt.) Maat wat moeten we denken van iemand die ACHTER zijn (computer of) scherm zit. Wat heb je dan aan zo'n ding?
Met vriendelijke groet,

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.