Een vraag, niet toevallig over eten, zette onze taalcolumnist aan het denken over partikels, een veelgebruikte maar weinig onderzochte woordsoort. En over normverschuivingen. Neemt u nog koemelk in uw cappuccino?
Mijn vriend Janosch werd dit jaar niet door één, maar wel door twee mensen uitgenodigd voor een kerstdiner voor singles. Of de dinertjes nog doorgaan met de huidige coronabeperkingen weet ik niet, maar dat doet er ook niet toe (voor mij niet althans, het zou heel jammer zijn voor Janosch). Het gaat mij om de manier waarop hij werd uitgenodigd. De eerste uitnodiging bevatte de volgende zin:
Heb je nog dieetwensen, of is er iets wat je beslist niet eet?
Dat is heel mooi en beleefd geformuleerd. Zo bied je namelijk mensen de mogelijkheid aan te geven of ze inderdaad iets niet eten vanwege een dieet, maar ook of ze ergens allergisch of intolerant voor zijn, en zelfs of ze iets niet lusten. Ik volg bijvoorbeeld geen dieet, heb geen allergieën, maar houd absoluut niet van pindakaas, haring en Bounty (zeker niet in combinatie met elkaar). Door deze manier van vragen voel ik me niet bezwaard om dat te melden. Fijn!
De andere gastheer had een nogal andere stijl van vragen naar culinaire beperkingen. Hij mailde namelijk alleen maar dit:
Je bent toch niet vegan ofzo?
Een stuk minder hoffelijk, maar taalkundig gezien wel eindeloos veel interessanter. Er zit hier namelijk een heleboel subtekst onder. Zo is de formulering nogal sturend. In plaats van “neutraal” te vragen of iemand veganistisch eet (dus geen dierlijke producten consumeert), maakt de vragensteller duidelijk dat hij deze eetvoorkeur negatief beoordeelt. Niet alleen dat, hij zegt eigenlijk hiermee ook iets als: “Je gaat toch niet moeilijk doen?” Of: “Je gaat me toch geen extra werk bezorgen?”
Het is voor mij heel vanzelfsprekend dat deze gedachten achter deze korte vraag zitten. Maar waar zit ’m dat nou in? Heel veel woorden worden er niet aan vuilgemaakt. Toch staan er twee specifieke woordjes in die het standpunt van de prospectieve kok laten zien: toch en ofzo. Vooral de kracht van toch is onmiskenbaar. Dat zie je ook in de twee andere zinnen aan het eind van de vorige alinea. Als je daaruit het woordje toch weglaat, dan klinken ze heel raar.
Toch is dus nodig. Waarom dat zo is, daar kunnen we eigenlijk geen volledig bevredigend antwoord op geven. Er is namelijk verhoudingsgewijs weinig onderzoek gedaan naar de woordsoort partikels, waarvan toch
een voorbeeld is. Sterker nog: er is niet eens een lijst te vinden van alle partikels in het Nederlands!
Woorden als ‘toch’ en ‘ofzo’ gebruiken we als smeermiddel om onze gesprekken soepel te laten verlopen
Best gek, want we gebruiken enorm veel van die woorden in ons dagelijks leven: denk aan eigenlijk, toch, wel, soms, nou, eens, al eens… Wat we wel weten, is dat toch en ook ofzo te maken hebben met de sociale kant van taal. We gebruiken ze als smeermiddel om onze gesprekken soepel te laten verlopen. Bijvoorbeeld dus om ogenschijnlijk heftige uitspraken wat af te zwakken. Zoals vragen of iemand toch niet vegan is ofzo.
Nu zijn partikels hartstikke interessant. Maar eigenlijk vind ik het nóg interessanter dat de uitnodiger vraagt of Janosch vegan is. Er zijn namelijk helemaal niet zo veel mensen die veganistisch eten. Onderzoek schat het aantal op ongeveer tussen de 1 en 1,5 procent in zowel Nederland als België. De kans dat mijn vriend daarbij hoort, is dus ongeveer 1 op 100. Is het dan wel nodig om te vragen of Janosch vegan is? Op basis van pure frequentie niet.
Maar frequentie alleen is hier niet bepalend. Het gaat ook over salience. Met dit populaire begrip, dat in allerlei wetenschappen wordt gebruikt (zie hier), bedoelen we de mate van opvallendheid van een object of concept. Veganisten zijn er misschien (nog) niet zo heel veel, maar het concept is wel heel bekend, althans in mijn kringen. Iedereen zal er wel van gehoord hebben, dus kun je ernaar vragen.
Dat er juist naar vegan wordt gevraagd, en niet naar iets anders, laat ook zien dat juist dit concept het meest salient is. De vragensteller had namelijk ook best kunnen vragen of Janosch een ander eetpatroon had. Misschien was hij wel ovovegetariër (geen dierlijke producten, wel eieren) of volgde hij zelfs een raw vegan dieet, waarbij je alleen rauwe plantaardige producten eet. Hij had óók voor de meest voorkomende dieetvoorkeur –
“gewoon” vegetariër – kunnen kiezen. Maar dat deed hij allemaal niet: hij koos voor de meest opvallende term.
De keuze voor vegan in plaats van vegetariër laat volgens mij mooi zien hoe de norm verschoven is. Ik zou tien jaar geleden nooit hebben gevraagd of iemand vegan was. Dat was toen nog te marginaal. Nu is dat anders. Dit hele geval doet me denken aan een andere normverschuiving die ik laatst opmerkte. Eentje die toevallig ook met eten en drinken te maken had.
Het begon simpel: ik bestelde ergens een cappuccino. In al mijn onschuld draaide ik na mijn bestelling alweer weg van de barista, maar die had niet genoeg informatie. Ze vroeg ook: “Wilt u dat met koeienmelk?” Ik was even in de war: koeienmelk is toch de norm? Nou, ja, maar ze hadden ook soja- en havermelk. Die waren er al wel langer, maar nu was er blijkbaar een soort omslagpunt bereikt. Nu moest je ook de “normale” melk specifiek benoemen.
© Daniel Salcius / Unsplash
Ook al durf ik er gif (haver- of soja- eventueel) op in te nemen dat het overgrote merendeel van de mensen nog steeds “gewoon” koeienmelk wil, de andere opties zijn salient genoeg dat ernaar gevraagd moet worden. Leuk detail hier: de neutrale optie was niet-specifiek, maar gewoon melk. Nu andere opties ook ten tonele verschijnen, moet de neutrale optie opeens ook gespecificeerd worden. De parapluterm melk is niet meer genoeg.
Ik weet eigenlijk helemaal niet of Janosch vegan is of niet. Maar mocht het wel zo zijn, dan is het echt niet zo’n grote moeite het diner op hem aan te passen. Neem bijvoorbeeld mijn favoriete vegetarische Ottolenghi-recept van het moment als basis: deze champignonpithivier. Met een paar kleine aanpassingen (meer olie in plaats van boter, beetje sojakookroom in plaats van crème fraiche, eitje weglaten) is het ook nog eens vegan. Niks moeilijks aan.
Fijne feestdagen en mogen jullie allemaal fijne vegetarische of veganistische diners hebben.