Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Jacqueline de Jong treedt uit de anonimiteit in WIELS
0 Reacties
© Sylvie Léonard - Les Abattoirs, Toulouse
© Sylvie Léonard - Les Abattoirs, Toulouse © Sylvie Léonard - Les Abattoirs, Toulouse
recensie
kunst

Jacqueline de Jong treedt uit de anonimiteit in WIELS

WIELS, het centrum voor hedendaagse kunst in Brussel, haalt het veelzijdige en opwindende werk van de Nederlandse Jacqueline de Jong uit de vergetelheid. Voor The Ultimate Kiss, haar eerste grote tentoonstelling in België, selecteerde curator Devrim Bayar een vijftigtal gedurfde en flamboyante werken van deze 82-jarige kunstenares.

Jacqueline de Jong (Hengelo, 1939) werd van jongs af aan ondergedompeld in een intellectuele omgeving. Haar ouders waren kunstverzamelaars en gingen vriendschappelijk om met schilders als Soulage, Karel Appel en Asger Jorn. In 1959 vond de jonge Jacqueline een baan bij het Stedelijk Museum Amsterdam en volgde ze de opleiding kunstgeschiedenis aan de universiteit. Toen was het duidelijk voor De Jong: zij zou schilder worden.

Expressionistische ongelukken en zelfmoorden

Gekenmerkt door grote, energiek aangebrachte verfstreken, druk beeldmateriaal en een intens, donker kleurenpalet, zijn de eerste schilderijen van Jacqueline de Jong abstract bedoeld, zie bijvoorbeeld Admiration de la Reine Verte. De vormtaal is instinctmatig en zal dat ook in de komende decennia blijven, als een leidmotief in de productie van de kunstenares.

Twee jaar later onthullen de schilderijen stilaan herkenbare vormen, maar ze kunnen nog niet figuratief worden genoemd. De schilderijen uit deze periode (1961-1964) tonen de eerste invloed van de Cobra-groep. Asger Jorn, waarmee De Jong gedurende tien jaar een relatie had, was één van die Cobra-leden.

Tegelijkertijd is Jacqueline de Jong geïnteresseerd in de activiteiten van de Situationistische Internationale, een beweging van revolutionairen die actief waren in culturele en politieke kringen. De organisatie werd geleid door de Franse schrijver, theoreticus en cineast Guy Debord. Hij vertrouwde De Jong de leiding toe van het Nederlandse deel van de groep (waarvan zij de enige vrouw was).

Het avontuur was echter van korte duur en Jacqueline de Jong besloot een Engelstalig tijdschrift op te richten, The Situation Time, dat als een belangrijk avant-gardetijdschrift werd beschouwd. In de zes nummers die tussen 1962 en 1967 verschenen, integreerde zij de ideeën van de situationistische beweging over onder meer popcultuur en wetenschap. Dat deed ze allemaal terwijl ze ook actief haar eigen kunst beoefende.

Vanaf 1964 kreeg haar figuratieve kunst vaste vorm in twee grote series, the Accidental en Suicidal series. Macabere thema's maar niet zonder humor en absurditeit. Ze hebben een apocalyptische ondertoon en belichten een duistere kant van de moderniteit. In de eerste serie van de Jong, de ‘accidentele schilderijen’, worden de onidentificeerbare vormen van de vorige werken omgevormd tot hybride en monsterlijke personages in een verzameling kop-staartaanrijdingen van golvende lichamen. Verspreid over het doek staan ontplofte auto's, geschilderd in lichtere tinten (zoals in Playboy No.1 en Autofresser (Playboy No.2)).

In de zelfmoordserie worden de vernielde voertuigen vervangen door het steeds terugkerende motief van een bruin skelet met bloeddoorlopen ogen, dat worstelt met een naakte vrouw (Qu’il a mauvaise mine) of door figuren die zich aan elkaar vastgrijpen, waardoor gedaanteveranderingen ontstaan (Ils ne savent pas ce qu’ils veulent). Een duivels gevecht tussen leven en dood waarbij geweld en seksualiteit, twee onvervreemdbare vormen van de menselijke natuur, samengaan.

Erotiek en realisme

De Kosmonauten-serie verscheen in de jaren 1966-1967. De expressionistische stijl was afgezwakt, de picturale stijl werd vloeiend en spontaniteit maakte plaats voor meer structuur. Het gebruik van acrylverf bood een palet van fluorescerende kleuren aan, waardoor de schilderijen een popartuitstraling kregen. De kunstenares beeldde deze ruimtereizigers met een grote vrijheid af, waarbij ze twee parallellen trekt met de actualiteit van die tijd: de verovering van de ruimte en die van het lichaam. Waarschijnlijk beïnvloed door de opbloeiende pornosector, gaf De Jong met jubelende vrijheid uitdrukking aan de fantasieën van de ruimtewedloophelden, die daarboven geïsoleerd waren van alle vermaak (zoals in Tournevicieux Cosmonautique).

Het was met volle kracht en overtuiging dat Jacqueline de Jong deelnam aan de mei '68-demonstraties in Parijs, marcherend en scanderend met haar strijdmakkers. Met gelijkgestemden maakte ze affiches: Le pouvoir au peuple toont felrode personages die in een burleske optocht over een politieagent heen marcheren, gesymboliseerd door een vormeloze zwarte massa.

Na het tumult van deze gebeurtenissen verscherpte Frankrijk de verblijfsvoorwaarden voor buitenlandse kunstenaars. Het is een verwarrende periode voor Jacqueline de Jong, die haar relatie met Asger Jorn beëindigt. Met spijt verlaat ze Parijs en verhuist ze naar Nederland met haar nieuwe partner, Hans Brinkman. In een krap appartementje begint ze aan de Chroniques d’Amsterdam. Ze gebruikte koffers - een gemakkelijk te vervoeren en op te bergen medium - waarin ze op de binnenzijden gewaagde tekeningen van naakte figuren en teksten over haar nieuwe dagelijkse leven aanbracht.

Begin jaren tachtig verkende Jacqueline de Jong de narratieve beeldvorming in de Série noire (geïnspireerd op de gelijknamige verzameling detectiveromans). Deze schilderijen, met een fascinerende merkwaardigheid, beelden moordscènes af met “echte" personages. Het geweld wijkt af van haar jeugdwerken, die toen overspoeld werden door hybride wezens. De scherpe, levendige en flamboyante contrasten dragen bij tot de "climax" van het drama dat zich op het doek afspeelt. De koddige clichés (de roodharige femme fatale, de beige regenjas van de detective) en de ongemakkelijke posities van de hoofdpersonen geven het geheel een humoristische ondertoon.

Sinds 1990 schippert Jacqueline de Jong tussen verschillende stijlen, waarbij ze zonder moeilijkheden terugkeert naar een half-figuratief, half-abstract expressionisme, in doeken die overspoeld worden door pronkerige en carnavaleske figuren (De achterkant van het bestaan). In 2018 was er een tentoonstelling aan haar gewijd in Toulouse in het Abattoirs Musée - Frac Occitanie en in het Stedelijk Museum Amsterdam. In 2019 ontving ze de AWARE ereprijs (Archives of Women Artists, Research & Exhibitions).

Er duiken tegenwoordig wel meer schilders op uit de schaduw: ze delen een drang naar vrijheid van temporele esthetische tendensen of de wens om zich af te scheiden van de kudde. Men zou hen kunnen kwalificeren als "nieuwe kunstenaars" die laat in hun leven ontdekt worden.

Dit is niet echt het geval bij Jacqueline de Jong. Hoewel haar creaties worden gekenmerkt door een immense vrijheid, is zij nooit tegen een bepaalde stroming ingegaan. Bovendien was ze omringd door kunstenaars en nam ze actief deel aan de avant-gardescene.

Bij het verlaten van deze jubelende tentoonstelling, blijft dan ook één vraag in onze gedachten hangen. Wat als Jacqueline de Jong Jacques de Jong had geheten?

Jacqueline de Jong, The Ultimate Kiss, tot en met 15 augustus 2021 in Brussel, zie website WIELS.

Er verscheen een rijk gedocumenteerde (Engelse) catalogus: Jacqueline de Jong, The Ultimate Kiss, Mercatorfonds, 2021.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.