Is dit voor kinderen? Jeugdtheater in Vlaanderen en Nederland
(Christien Boer) Ons Erfeel - 1997, pp. 197 -206
Via mijn autoradio hoorde ik op de regionale zender een interview met een theatermaakster. Omdat de interviewster een onserieuze stem opzette, begreep ik meteen dat het over jeugdtheater ging. De regisseuse vatte het verhaal van haar nieuwe productie samen: een meisje ontdekt dat haar oma kan toveren. ‘Ohóo, dat is dus een héle stóute oma', opperde de verslaggeefster. Van ergernis reed ik bijna tegen een boom. Waarom zou je een theatermaakster moeten benaderen alsof ze een driejarig kind is, gesteld al dat dit de gewenste manier is om een driejarige te benaderen? Maar bovenal, waarom zou je dat doen in een land waar het jeugdtheater internationaal hoog in aanzien staat als een volwassen kunstvorm?
Het Vlaams-Nederlandse jeugdtheater verdient een intelligentere, en verdraagt ook beslist een meer kritische benadering. De impliciete veronderstelling van de interviewster is immers: als het voor kinderen is, is het al gauw goed. Precies het omgekeerde uitgangspunt ligt ten grondslag aan de kwaliteit van het huidige jeugdtheater, een kwaliteit die in vijfentwintig jaar bevochten is door bevlogen en volhardende kunstenaars: als het voor kinderen is, is het niet gauw goed.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden