Is de studie van het Nederlands plots minder belangrijk voor de Opaalkust?
Waarom is het Nederlands geen verplicht vak meer in de opleiding Toegepaste Vreemde Talen aan de Duinkerkse universiteit?
De ULCO (Université du Littoral-Côte d’Opale) heeft vier vestigingen: in Boonen (Boulogne), Kales (Calais), Duinkerke (Dunkerque) en Sint-Omaars (Saint-Omer). De afstudeerrichting Langues Étrangères Appliquées bestaat zowel in Boulogne-sur-Mer als in Duinkerke. Het programma vereist een doorgedreven studie van het (zakelijk) Engels en een reeks disciplines die de studenten vertrouwd maakt met het reilen en zeilen van bedrijven en administratie. Maar ze moeten ook een tweede taal kiezen, waaraan evenveel uren gewijd worden als aan het Engels. Vroeger hadden ze de keuze tussen (zakelijk) Spaans, Duits en Nederlands. Elk jaar weer melden zich nog steeds meer dan honderd gegadigden aan voor het eerste jaar, alleen al in Duinkerke. De grote meerderheid kiest voor het Spaans, een flinke groep verkoos het Duits en elk jaar studeerden toch zo’n vijftien studenten af in het Nederlands.
De ULCO is een van de vele kleinere Franse universiteiten die ontstaan zijn in het kielzog van de culturele revolutie van Mei 68. Geografische decentralisering, sociale democratisering, emancipatie van minder bevoorrechte groepen boden aan een steeds groter aantal jonge Fransen toegang tot een universitair masterdiploma. De aanhoudende economische groei maakte dit trouwens mogelijk of zelfs wenselijk. Zo telde de ULCO, die dit jaar zijn dertigste verjaardag viert, ooit meer dan twaalfduizend studenten, die hoogstwaarschijnlijk nooit hun streek zouden hebben verlaten om (meer dan) honderd kilometer verder aan een grote universiteit te gaan studeren.
Maar in de eenentwintigste eeuw is er veel veranderd… Besparingen ingegeven door een neoliberale economie en een zekere vorm van centralistisch “jakobinisme” waar de Franse Republiek niet van vrij te pleiten is, leidden tot het afvoeren van zowat de helft van de masteropleidingen aan de ULCO. Zo werd bijvoorbeeld de opleiding Toegepaste Vreemde Talen in Duinkerke herleid tot een driejarige bachelor. Ook de keuzevrijheid van de studenten werd ingeperkt. De taal met “slechts” vijftien afgestudeerden in de master, het (zakelijk) Nederlands, moest er als major aan geloven. Om de schade te beperken bleef deze taal enkel in Duinkerke toch verplicht als derde vreemde taal; maar dit hield in dat studenten sindsdien slechts recht hebben op twee weekuren college in plaats van zeven!
Universiteiten in de nabijheid
Boulogne-sur-Mer, waar het centrale management van de taalopleidingen van de ULCO zetelt, ligt op amper tachtig kilometer van Duinkerke. Daar bestaan wel nog masterprogramma’s die min of meer aansluiten bij een bachelor Langues Étrangères Appliquées, namelijk voor de opleiding van leerkrachten, gidsen en taaltechneuten. Maar ook Rijsel ligt op dezelfde afstand van Duinkerke en de Université de Lille heeft ook een florerende afstudeerrichting Toegepaste Vreemde Talen, op de koop toe in een gloednieuwe campus kort bij het treinstation van Roubaix. Daar kan men als tweede major nog steeds kiezen uit een waaier van tien talen, waaronder… het Nederlands.
De Rijselse universiteit heeft trouwens ook zijn master Toegepaste Vreemde Talen behouden, met drie specifieke afstudeermogelijkheden: Affaires et négociation internationales, Techniques du commerce international en Traduction/Interprétation Spécialisation multilingues. U begrijpt het al: academische masterprogramma’s die echt opleiden tot beroepen in de bedrijfswereld: internationale handel en vertaal- of tolkwerk! Het is niet voor niets dat meer dan tweehonderd studenten er Nederlands studeren, ook al omdat men er het goede idee had om de colleges Nederlands (als taalvak) tegelijk aan te bieden aan studenten die kiezen voor Langues, Littératures et Cultures Européennes et Régionales, zeg maar de klassieke Neerlandistiek.
Huidige situatie van het Nederlands aan de ULCO
Wie echt gemotiveerd is voor het Zakelijk Nederlands en zich dit financieel kan veroorloven (maar studiebeurzen kunnen in Frankrijk echt wel genereus zijn, zeker als je ook een Erasmusverblijf plant in de nabijgelegen Benelux!), vat dus zelfs zijn bachelor niet aan in Duinkerke; en in Boonen is zelfs de korte nazomercursus Nederlands dit jaar gesneuveld… Wat boden we onze studenten tot en met in 2019-2020 dan wel aan in de Duinkerkse opleiding Toegepaste Vreemde Talen? In het eerste jaar een initiatie algemeen Nederlands; in het tweede jaar haalden de studenten het niveau A2 van het Europese Referentiekader; in het eerste semester van het laatste jaar beoogden we het fameuze “niveau seuil” (C1) en de vorming Nederlands werd afgerond met een initiatie in het zakelijk Nederlands voor de toeristische sector.
De mokerslag kwam vorige zomer, toen het management van de universiteit besliste het Nederlands van het curriculum Toegepaste Vreemde Talen in Duinkerke te schrappen
Maar “zichzelf vloeiend en spontaan kunnen uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken, de gesproken taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden en een duidelijke, goed gestructureerde tekst, brief of verslag kunnen schrijven in een stijl die aangepast is aan de lezer die je in gedachten hebt”, is natuurlijk voorbehouden aan wie zich reeds met een bagage Nederlands aan de universiteit aanmeldde en zich drie jaar lang bijzonder gemotiveerd met dit “bijvak” bezighoudt. Na een totaal van honderdzestig contacturen, kan je dit moeilijk als minimale vaardigheid vereisen, zeker niet in een kleine, Franse universiteit. Denk maar even aan de vijfendertigurenweek, die ook universiteitsstudenten hier durven claimen…
De mokerslag kwam echter vorige zomer, toen het management van de Universiteit besliste het Nederlands van het curriculum Toegepaste Vreemde Talen in Duinkerke te schrappen! De dienst Communicatie van de ULCO maakt zich sterk dat deze studenten nog steeds Nederlands kunnen leren in het Centre de Ressources en Langues, het talencentrum waar elke student van de ULCO een vreemde taal kan leren; maar er zijn nu maar twee niveaus, een initiatie en een vervolgcursus, die gekozen kunnen worden als bijvak door eender wie. De officiële cijfers maken gewag van meer dan vijftig inschrijvingen, terwijl amper twee jaar geleden in de afdeling LEA alleen al tweehonderd studenten niet veertig of tachtig, maar honderdzestig uur Nederlands kregen. Het feit dat dit een aparte credit was, hield ook in dat je hiervoor eigenlijk geslaagd moest zijn om je diploma te halen. Nu telt het Nederlands (bijna) niet meer mee in de eindbeslissing…
Een goede zaak als je weet dat meer dan een kwart van de jonge afgestudeerden in Noord-Frankrijk ook al voor de Coronacrisis zonder werk zat, terwijl Zuid-West-Vlaanderen roept om competente werkkrachten die ze goed betalen, maar van wie bedrijfsleiders terecht hopen dat ze toch een mondje Nederlands of Vlaams kunnen meespreken? Op de koop toe is het duidelijk dat de Horeca, handelaars en vastgoedmakelaars hier aan de Opaalkust volop (zouden kunnen) genieten van de substantiële koopkracht van de Vlamingen (en Nederlanders) die de natuurlijke, historische en culturele charmes van deze streek onderhand meer dan voldoende kennen…