Deel artikel

kunst

In het vernieuwde Museum Arnhem moeten de tentoonstellingen opboksen tegen de stuwkracht van een gletsjer

18 november 2022 5 min. leestijd

Met een nadruk op realistische kunst uit de twintigste eeuw en werk van vrouwelijke kunstenaars neemt Museum Arnhem een heel eigen plaats in binnen het Nederlandse museumaanbod. De nieuwe vleugel en verbeterde indeling van het pand bieden volop mogelijkheden om die positie te verstevigen. Maar de museumstaf moet duidelijk het gebouw nog in de vingers krijgen.

Weinig museumdirecteuren zullen het onderwerp zijn geweest van zoveel en zulke lange necrologieën als Liesbeth Brandt Corstius, die afgelopen zomer overleed.

Brandt Corstius was een icoon in de Nederlandse kunstwereld, een status die ze grotendeels had opgebouwd in de periode 1982-2001, toen zij directeur was van Museum Arnhem. Ze was een uitgesproken feminist en dat klonk door in haar collectiebeleid. De helft van alle werken die zij voor haar instelling kocht, waren gemaakt door vrouwelijke kunstenaars. Dat werd begin jaren ’80 gezien als bijzonder radicaal en leverde haar smalend commentaar op in de trant van ‘vijftig procent kunst en vijftig procent vrouwen’.

Tegenwoordig kijken we niet meer op van zo’n quotum maar gezien de nog steeds overwegend mannelijke samenstelling van veel museumcollecties blijft de strijd van Brandt Corstius actueel. Zoals de Guerrilla Girls in hun activistische performances telkens weer benadrukken hangen er in de meeste musea nog altijd meer vrouwelijke naakten dan werken van vrouwelijke kunstenaars.

Toch is het idealisme van Brandt Corstius opvallend afwezig in “haar” oude museum, dat in mei heropende na een grootscheepse verbouwing die vijf jaar in beslag heeft genomen. Wel waart de geest van haar voorganger er nadrukkelijk rond. Pierre Janssen, die het museum leidde van 1969 tot 1982, groeide in zijn vroege directeursjaren uit tot een tv-bekendheid. Gemiddeld twee miljoen mensen keken naar zijn programma Kunstgrepen. Niets was Janssen te gek om zijn publiek te enthousiasmeren; hij presenteerde zelfs eens een aflevering met een omgekeerde stoel op zijn hoofd.

De educatieve traditie die Janssen in Museum Arnhem introduceerde, is voor de tentoonstelling Open in een hedendaags jasje gehesen. Bezoekers van deze min of meer vaste presentatie worden verwelkomd door The Tourist van Margriet van Breevoort: een tiener in een spencer met een gewei op het hoofd en onnatuurlijk grote reeënogen. Laat het duidelijk zijn: we betreden hier het domein van de verbeelding.

Daar krijgt de bezoeker een actieve rol in toebedeeld. In de eerste zaal mag hij stickers plakken met hartjes en duimpjes à la Facebook. In de daaropvolgende zaal met een kleine presentatie over het leven van Dick Ket, een van de museumlievelingen, kan worden geroken aan parfumflesjes om te bepalen welke geur het beste past bij welk schilderij. En weer een zaal verder mag je een houten knikker in een koker gooien en daarmee stemmen welk kunstwerk het driedimensionale stilleven van Hans Op de Beeck opvolgt op het ereschavot. Het is soms op het randje van infantiel maar ook volwassen bezoekers doen gretig mee.

Overdaad aan historisch bewustzijn

In de hoofdtentoonstelling is de toon echter een stuk serieuzer. Tenminste houdbaar tot gaat over klimaatverandering, milieuvervuiling en natuurbehoud. Stuk voor stuk modieuze thema’s. Dat zou niet erg zijn als de uitvoering niet zo stuurloos was. De tentoonstelling schiet alle kanten op: zo worden negentiende-eeuwse landschappen van Maris en Bilders gecombineerd met onder andere video, geluidskunstwerken en de Science Fiction Postcards van Stéphanie Roland, die zwart zijn als je ze uit het schap haalt maar langzaam een beeld tevoorschijn toveren als je ze voor een warmtebron houdt.

Er is duidelijk moeite gedaan om de kunst lekker onconventioneel te presenteren. Schilderijen zijn soms opvallend laag op de wand gehangen of als een wolk bij elkaar geplaatst. Het meest in het oog springend zijn de aquarellen die in de eerste zaal achter een licht golvend, half transparant gordijn zijn geplaatst. Het gaat om botanische afbeeldingen gemaakt door Maurits ver Huell (1787-1860), die als marineofficier op Nederlands-Indië voer en in zijn vrije uurtjes vastlegde wat hij zag.

Er is duidelijk moeite gedaan om de kunst onconventioneel te presenteren. Schilderijen zijn soms als een wolk bij elkaar geplaatst

“Uit respect voor nabestaanden van mensen die leden onder koloniale onderdrukking”, zoals het begeleidende tekstbordje meldt, is zijn werk afgeschermd. De bezoeker kan zelf bepalen of hij het gordijn wegschuift of niet, maar is in ieder geval gewaarschuwd dat dit werk “niet gemaakt is in onschuld”.

Na deze overdaad aan historisch bewustzijn slaat de derde tentoonstelling om in het tegendeel. En dat terwijl Van links naar rechts juist draait om een van de collectiepijlers van Museum Arnhem, het neorealisme uit het interbellum. De tentoonstellingstitel verwijst naar de politieke oriëntatie van de vertegenwoordigde kunstenaars. Communisten als Harmen Meurs en Berthe Edersheim hangen naast de openlijk fascistische Pyke Koch en zelfs De Nieuwe Mensch
van Henri van de Velde, dat tijdens de Tweede Wereldoorlog door de NSB werd gebruikt als propagandamateriaal. Door ze doodleuk zij aan zij of tegenover elkaar te hangen, worden de extremen gelijkgeschakeld. Dat is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk.

Glinstering in de zon

Ondanks het onevenwichtige aanbod kan Museum Arnhem sinds de heropening rekenen op een flinke bezoekersstroom. Een deel komt ongetwijfeld uit solidariteit met het museum dat zo lang dicht was. Een ander deel is benieuwd naar het resultaat van die vijf verbouwingsjaren. Benthem Crouwel Architecten heeft het pand vooral ‘opgeschoond’. Door kleine uitbreidingen en ingrepen was het verrommeld en was de logica van de routing verloren gegaan. Die is nu weer helemaal terug en er is een nieuwe vleugel toegevoegd waardoor het museum er 550 vierkante meter bij heeft gekregen, verdeeld over vier tentoonstellingszalen en twee publieksruimtes.

Een relatief kleine ontvangsthal opent direct op de indrukwekkende koepelzaal, het hart van de herensociëteit die oorspronkelijk in dit gebouw was gehuisvest. Nu biedt zij plaats aan het restaurant en de bescheiden museumwinkel, waar boeken als Seeing Gender
en De nieuwe vrouw nog herinneren aan Brandt Corstius. Vanuit de koepelzaal kun je links- of rechtsaf naar de exposities of rechtdoor naar de beeldentuin, waar ter ere van de heropening een Mickey Mouse-achtige figuur van Monika Dahlberg aan is toegevoegd.

De tuin nodigt uit tot een wandelingetje om het gebouw waardoor de ingrepen van Benthem Crouwel pas echt goed zichtbaar zijn. Het aangebouwde deel, dat donker en hoekig is, contrasteert op een prettige manier met het oude, dat wit en rond is.

Op de gevel van de nieuwe vleugel zijn 82.000 keramische tegels aangebracht, die licht glinsteren in de zon. Hun kleuren variëren van ijsblauw tot zachte aardetinten: een verwijzing naar de gletsjer die hier miljoenen jaren geleden de stuwwal vormde waar het museum bovenop staat. Die locatie is het unique selling point van Museum Arnhem. Alleen al het uitzicht over de Nederrijn en de schitterende oude bomen, die als het ware zijn ingelijst door het enorme raam aan de achterzijde, maken een bezoekje de moeite waard.

Dat Museum Arnhem van buiten eigenlijk beter is dan van binnen is eerder de schuld van de gebruikers dan van de architecten. Zij hebben de toch al niet heel grote zalen moedwillig verkleind door er diagonale wanden in te zetten waardoor het geheel iets claustrofobisch krijgt. Tekstbordjes hangen soms krampachtig dicht op werken. En schilderijen zijn soms zo dicht op elkaar gepropt dat ze amper individueel te bekijken zijn.

Het is alsof de conservatoren van Museum Arnhem de schaal van hun heropende pand nog niet helemaal onder de knie hebben. Het is te hopen dat ze al doende leren en volgende tentoonstellingen beter inrichten. De eigen collectie biedt mogelijkheden te over om interessante en relevante presentaties te maken – liever met iets meer Brandt Corstius en iets minder Janssen.

Lopende tentoonstellingen in Museum Arnhem: Van links naar rechts (t.e.m. 20/11); Open (t.e.m. 01/1/24); Ten minste houdbaar tot (t.e.m. 29/1/23)

Edo Dijksterhuis

Edo Dijksterhuis

journalist en publicist, geïnteresseerd in beeldende kunst, film, design en literatuur

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002a860000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)