Deel artikel

Lees de hele reeks
literatuur column

Huizenruil en geopolitiek

31 mei 2023 6 min. leestijd Thomas Heerma van Voss

Tijdens een verblijf in Estland treedt Thomas Heerma van Voss onwillekeurig in de voetsporen van specialist internationale betrekkingen Rob de Wijk. Even stelt hij zich de vraag of hij moet schrijven over de situatie aan de Russische grens. ‘Moest ik ook betrokkener zijn?’

Een Estse kinderboekenschrijver die ik uit de verte kende plaatste een bericht op Instagram: wilde iemand een huizenruil doen?

Om redenen die met nieuwsgierigheid en een lege agenda te maken hebben, reageerde ik. Ik poetste de badkamer, pakte mijn laptop en vertrok naar Tallinn.

Sinds de invasie van Oekraïne had ik veel gehoord over de Baltische staten, met name door enkele nogal stellige mannen die voortdurend opdoken. Ineens was er geen ontkomen meer aan de deskundige op het gebied van internationale betrekkingen, Rob de Wijk – de Jaap van Dissel van de Oekraïne-invasie; zo iemand die meer uren in een dag leek te hebben dan ikzelf, die onvermoeibaar en ferm dingen bleef zeggen als: “Je had Poetin sancties aan zijn broek moeten hangen als hij daadwerkelijk aan de gaskraan zou draaien.” En: “Dit is al een soort wereldoorlog.”

Ik volgde het allemaal maar half en toch ontkwam ik er niet aan. En hoe vaak had ik schrijver Pieter Waterdrinker de afgelopen maanden in oneliners zien twitteren en horen praten over Poetin en diens psychische gesteldheid?

Algauw na mijn aankomst in Tallinn ontdekte ik dat Rob de Wijk daar ook aanwezig was. Via Twitter liet hij meerdere keren per dag weten wat hij zoal meemaakte. Hij bezocht een conferentie getiteld So Begins New Life. Terwijl ik door de historische binnenstad wandelde, een langgerekte rits cafeetjes en restaurants bezocht, af en toe wat werkte of las – ik had een enorme hoeveelheid boeken meegenomen, alsof ik nooit meer zou teruggaan naar Amsterdam – zat De Wijk ergens op dezelfde vierkante meters met politici en journalisten te praten over de toekomst van Europa. Over kernwapens en defensiebudgetten, over de verkeerde inschattingen van Merkel, over wat er door deze oorlog nu al voorgoed veranderd was.

Een studievriend berichtte me: wow, je bent daar precies tegelijkertijd met geopolitiek meesterbrein Rob de Wijk!

Een vriendin stuurde me een filmpje waarin Waterdrinker tekeerging over het karakter van Poetin en in een adem ook zijn eigen nieuwe boek aanprees.

Op Instagram plaatste ik een foto van een T-shirt dat ik zag hangen: ‘No Poetin No’ – daar hield mijn engagement min of meer op

Moest ik ook betrokkener zijn? Ik begon aan een kort verhaal gesitueerd in Estland, de spanningen aan de Russische grens zouden een rol krijgen, maar het kwam niet tot leven. Op Instagram plaatste ik een foto van een T-shirt dat ik zag hangen: No Poetin No – daar hield mijn engagement min of meer op.

Aan het einde van mijn verblijf reed ik naar Narva, een stadje pal tegen de Russische grens aan. Het was een lange tocht, langs een paar enorme vervallen fabrieken, langs een meertje dat zo fel lichtblauw was dat het in een tropisch oord leek te liggen. (Die kleur kwam door vergiftiging van de omringende industrie.)

Welkom in Rusland, piepte mijn telefoon. Ik stelde me voor hoe het zou zijn als ik per ongeluk de grens was over geglipt, via een verder bij niemand bekende route, of ik nog terug zou kunnen komen, of ik daar een verhaal over kon schrijven.

Ik begon aan een kort verhaal gesitueerd in Estland, de spanningen aan de Russische grens zouden een rol krijgen, maar het kwam niet tot leven

In Narva liep ik langs het half Russische en half Estse water. Lang keek ik naar de brug die de twee weerszijden verbond; de Russische vlag aan de ene kant, de Estse aan de andere. Daartussenin: hekken, beveiliging, stilstaand verkeer. Ik hoorde Russische stemmen om me heen – veruit het grootste gedeelte van Narva is Russisch – en toen zag ik dat Rob de Wijk een nieuwe foto deelde op Twitter, ook van Narva, exact dezelfde hoek als waar ik vlak daarvoor zelf een foto had gemaakt.

“Twee werelden die elkaar totaal niet begrijpen”, schreef De Wijk bij de foto. “Zeker niet na de inval in Oekraïne. Boeiend bezoek dat veel inzicht geeft.”

Ik keek om me heen, dat bleef ik die hele middag in Narva doen. Maar helaas: hoewel we elkaar rakelings moeten zijn gepasseerd, zag ik het geopolitiek meesterbrein nergens.

Wat ik wel zag: vrijwel direct werd De Wijks bericht beantwoord door Pieter Waterdrinker. “Ik heb hier zoveel voetstappen liggen. Mooi dat je er bent man. De meeste duiding is toch de kranten napraten. Vanuit het Gooi of de grachtengordel. En het volk trapt erin. Jij bent er. Complimenti!”

Meer dan honderd likes. Rob de Wijk bedankte Waterdrinker. Maar waarvoor precies? Wie trapte waar nou precies in? En: welke duiding? Wie werd waarmee nagepraat? Verdient het complimenten – pardon, complimenti – als iemand ergens heen reist en een fotootje plaatst?

Zou ik ook complimenti krijgen van Waterdrinker omdat ik vanochtend in de auto was gestapt?

Ik dacht aan de tweets waarin Waterdrinker mij ooit had uitgekafferd met onder meer diezelfde term, grachtengordel. Hij reageerde op een paar van mijn berichten, ging tekeer in direct messages, blokkeerde me, deblokkeerde me toen toch maar weer, want een tirade is natuurlijk niks waard zonder publiek.

Nu zag ik na enig doorklikken dat hij het vandaag niet op mij maar op NRC voorzien had, kennelijk was er een recensie verschenen van zijn laatste werk, een dagboek. Voor de courant had Waterdrinker geen complimenti over. Het cliché luidt dat je als schrijver nooit moet reageren op wat over je gezegd wordt, maar blijkbaar vond hij een ander cliché aantrekkelijker: dat van de miskende schrijver.

Waterdrinker schreef over “dit bedachte afkatstuk van een NRC-sneeuwvlok die NOOIT wat in zijn leven heeft meegemaakt. Ook al is ‘t een kutboek: die lui hebben hart, levenservaring noch gevoel.”

Wat ik graag zou lezen: een overzicht van alle tweets die Waterdrinker verwijderd heeft

Toen ik de tweets later die avond, terug in Tallinn, wilde teruglezen, zag ik dat ze waren weggehaald. Ik dacht aan al die andere tweets die Waterdrinker de afgelopen jaren verwijderd had. Zijn berichten van een paar jaar geleden, over hoe veel liever hij in Rusland woonde dan in Nederland. Zijn getier tegen mij, tegen critici, tegen wie hem maar horen wilde, een naaktfoto die hij in het openbaar naar Stella Bergsma stuurde. (Misschien leuk voor het Literatuurmuseum, voor de expositie schrijvers geven zich bloot?).

Wat ik graag zou lezen, veel liever dan het dagboek over zijn laatste anderhalf jaar, liever dan een kort verhaal van mezelf over de situatie aan de Russische grens, is dit: een overzicht van alle tweets die Waterdrinker verwijderd heeft.

De ochtend na mijn bezoek aan Narva liep de huizenruil ten einde. De Estse kinderboekenschrijver had intussen een heel boek voltooid in Amsterdam; ik zelf zat te wachten bij mijn gate, en ik mijmerde wat over Waterdrinker, over het woord “sneeuwvlok” dat wellicht een revival moet maken, over de walm van frustratie die Waterdrinker waar hij ook opduikt verspreidt, die hunkering naar erkenning die natuurlijk nooit volledig bevredigd kan worden, dat vijandbeeld waar hij overal om hem heen sporen van ziet.

Ik stelde mezelf de vraag of zo’n vijandbeeld functioneel kan zijn voor een schrijver. Motiverend. En of het misschien wel essentieel is voor een oorlog, of Poetin mogelijk niet zonder kan.

Precies op dat moment kwam hij aanlopen. Daadkrachtige pas; schriele benen gehuld in een suède broek die ik hem ook bij interviews had zien dragen. Afgaande op zijn Twitter-activiteit had hij slechts een paar uur geslapen, maar daar was niets van te merken. Rob de Wijks stem klonk luider dan die van de andere reizigers.

Ook in het vliegtuig, onderweg naar Amsterdam, hoorde ik hem af en toe praten. Ik maakte stiekem een foto die ik later naar de studievriend stuurde. Vlak na terugkomst zou De Wijk ongetwijfeld aanschuiven bij Op1, schoot het door me heen – en dat bleek inderdaad te kloppen, toen ik nog bijkwam van mijn terugreis weidde hij op televisie uit over Oekraïne en luchtafweergeschut, over de bevoorrading van wapens.

“Heb je al nieuws over die F16’s?” vroeg Sven Kockelmann hem amicaal, op de toon van twee vrienden in de kroeg.

Een mooie vraag. Ik moest het na terugkomst helaas doen met: “En, hoe was het?”

“Ja, mooie stad”, zei ik. “En ook altijd fijn om weer thuis te zijn.”

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000299c0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)