Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Hoe lees je ‘De Toverberg’ als jonge vader met tijdgebrek? Door ernaar te luisteren
0 Reacties
© Distingue / Unsplash
© Distingue / Unsplash © Distingue / Unsplash
column Taaltoestanden
taal

Hoe lees je ‘De Toverberg’ als jonge vader met tijdgebrek? Door ernaar te luisteren

Sinds kort kan taalcolumnist Marten van der Meulen niet meer zonder luisterboeken. Hij ziet er een symbool in voor de veranderende plek die lezen inneemt in de samenleving. ‘We moeten niet denken dat de manier waarop we lezen altijd hetzelfde hoeft te blijven.’

Het was de op één na heftigste discussie die mijn boekenclub ooit heeft gevoerd. Argeloos meldde ik dat ik sinds een tijdje ook luisterboeken tot me nam. Er viel een stilte. “Maar ... dat is toch niet echt lezen?” opende een van mijn medelezers. Ik wist even niet wat ik moest zeggen. Maar toen lanceerde ik een furieuze verdediging van het luisteren van boeken. Want al doe ik dat pas een half jaar, ik kan niet meer zonder. Als jonge vader had ik anders nooit dit jaar De Toverberg, Alias Grace, To Paradise, Majoor Frans en het complete werk van Willem Elsschot tot me kunnen nemen.

Laat duidelijk zijn dat ik als lezer dus alleen maar blij ben met luisterboeken. Toch begrijp ik wel dat er wat scepsis is. Er is immers wel een verschil tussen lezen en luisteren. Kun je je concentratie wel bij een luisterboek houden? In mijn geval is dat net zo goed als bij een leesboek. Heeft de interpretatie van de voorlezer geen invloed? Wat mij betreft niet of nauwelijks. Zijn er andere veranderingen van het leesgedrag? Voor mij zijn die er zeker, maar zijn ze alleen maar positief. De drempel om bepaalde oudere boeken te luisteren is lager dan om ze te lezen.

Naast deze belevingskwesties zitten er ook flink wat talige aspecten aan de kwestie lezen of luisteren. Die spelen binnen een breder taalkundig kader. Het verschil tussen spreken en schrijven staat namelijk onder druk. Klinkt gek, he? Maar het is enorm relevant. Inmiddels gaan taalkundigen ervan uit dat er geen strenge scheiding is tussen schrijven en spreken, maar dat het een schaal is.

Je hebt echt schrijf- en spreektalige vormen, en vormen die daartussen zitten. Chattaal is qua medium geschreven maar heeft veel van de eigenschappen van gesproken taal. Terwijl de toespraken in de Tweede Kamer gesproken zijn qua vorm, maar juist weer veel meer aan geschreven taal doen denken.

Het verschil tussen spreken en schrijven staat onder druk

Het hele verhaal van luisterboeken begint natuurlijk al met het gebruik van het werkwoord lezen. Als iemand vraagt of ik De Toverberg heb gelezen, dan zeg ik ja, ook al heb ik het geluisterd. Toch wordt lezen over het algemeen geassocieerd met een visuele beleving van tekst. Lezen doe je een boek, een brief, een appje. Je ziet geschreven woorden, lettertekens, spaties. Natuurlijk is er wel een relatie tussen klank en letter, maar het is toch wat anders.

Toch biedt de woordenboekdefinitie van Van Dale al ruimte voor een bredere interpretatie van wat lezen is. Hun gratis versie zegt namelijk dat lezen ‘kennisnemen van de inhoud van iets dat geschreven of gedrukt is’. Aha, kennisnemen van. Dat biedt al meer ruimte. Want als een boek gedrukt is, maar je luistert het, dan neem je er ook kennis van.

Sowieso moeten we niet denken dat de manier waarop we nu lezen altijd hetzelfde is geweest. Het hoeft dus ook niet altijd hetzelfde te blijven. Mensen denken vaak dat de manier waarop we dingen nu doen de enige manier is, of zelfs de enige juiste.

Dat is helemaal niet zo. Vroeger was het heel normaal om voor te lezen, of om hardop te lezen. Ik weet niet hoe men toen praatte over lezen, maar ik kan me voorstellen dat iemand ook zei dat-ie een boek gelezen had, als het was voorgelezen. Hoewel diegene natuurlijk geen app had hiervoor, is het medium niet wezenlijk verschillend.

Wat is er dan wel verschillend tussen luister- en leesboeken? Het is best leuk om daar eens over na te denken. Een luisterboek verliest natuurlijk een aantal dimensies ten opzichte van een leesboek. Bladspiegel is er een van. Hoe leuk een voorgelezen versie van Boem Paukeslag van Paul van Ostaijen ook is, de beleving is echt wel heel anders. En hoe een grafisch uitdagende roman als House of Leaves zou worden voorgelezen is me een raadsel.

Bovendien kun je een geschreven tekst iedere keer anders ervaren. Dat kan niet bij een luisterboek: je wordt in principe lineair door een tekst geleid. De interpretatie is daarbij iedere keer dat je luistert hetzelfde. Die kan wel verschillen tussen verschillende opnames, net als wanneer een muziekstuk verschillende afwijkende uitvoeringen kan hebben. Maar iedere uitvoering blijft altijd hetzelfde. Ook omslaan is er niet meer bij, en de spanning die daarmee kan komen verdwijnt. De tijdsbeleving van een boek verandert.

Bij een luisterboek krijg je wel een aantal van de kenmerken van gesproken taal terug. Prosodie bijvoorbeeld: het ritme, de toonhoogte en de snelheid van de taal. Die kunnen allemaal zorgen voor meer spanning, voor een actievere beleving.

Een andere belangrijke winst is dat de namen van mensen worden uitgesproken. Zeker wanneer een boek van een niet-Nederlandstalige auteur wordt ingesproken door een spreker van de andere taal is dat een grote meerwaarde. Zoals bij het Booker Prize-winnende boek The seven lives of Maali Almeida van Srilankees schrijver Shehan Karunatilaka. Het boek is veel meer ingebed in de lokale taal en cultuur doordat de uitspraak lokaal verantwoord is. Dat gaat overigens weleens mis: in Sonny Boy van Annejet van der Zijl wordt de Scheveningse Stevinstraat consequent op z’n Frans uitgesproken (als Frans vin). Ik heb dat nog nooit een Hagenees of Hagenaar horen zeggen.

Een belangrijk aspect heeft wel te maken met de ontlezing. Die is blijkbaar ernstig. Helpen luisterboeken daartegen? Dat hangt er vanaf wat je verstaat onder ontlezing. Gaat het om minder boeken die worden gelezen, of minder met woordbeeld worden geconfronteerd? Ik las al veel, en blijf dat doen. In mijn geval neemt het aantal boeken dat ik consumeer wel met ongeveer een kwart toe. Of dit in een trend past weet ik echter niet. Maar ik word wel met minder woordbeelden geconfronteerd.

Een verschuiving van lezen naar luisteren kan interessante gevolgen hebben voor de taalontwikkeling van mensen. Qua woordbeeld helpen luisterboeken natuurlijk niet. Je ziet namelijk de woorden niet. Je hoort ze alleen. Hierdoor zou het kunnen dat mensen moeilijke woorden bijvoorbeeld niet meer goed weten te spellen. Koren op de molen van de mensen die denken dat de taal verloedert.

Een verschuiving van lezen naar luisteren kan interessante gevolgen hebben voor de taalontwikkeling

Wat betreft de verwerving van woordenschat weet ik niet of luisterboeken wel of niet helpen. Ik zou zeggen van wel: of je een woord nu hoort of leest, je komt ermee in aanraking. Bovendien is gesproken taal sowieso de primaire manier waarop alle kinderen ter wereld voor alle talen die taal leren. Eerst luisteren en praten, daarna pas lezen en schrijven.

Luisterboeken nemen toe in populariteit. Samen met fenomenen als e-boeken en minibibs staan ze symbool voor de veranderende plek die lezen inneemt in onze samenleving. Ik ben heel benieuwd waar het naartoe gaat. Misschien kan over een aantal jaar een boek wel direct in ons bloed worden geïnjecteerd! Tot het zover is laat ik de boeken gewoon tot me komen op de gebruikelijke manieren: via mijn ogen, én via mijn oren.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.