Hoe België in Congo geen beschaving maar uitbuiting en onderdrukking bracht
De auteurs van de bundel Koloniaal Congo verwijzen de mythe dat de Belgische kolonisatie de Congolese bevolking vooruitgang bracht naar het rijk der fabelen, of het nu gaat om landbouw, onderwijs, gezondheidszorg of natuurbescherming. De precisie en de nuance waarmee ze dat doen, vormen de kracht van het boek. Maar het boek bevat weinig inzichten die de blik op koloniaal Congo compleet doen kantelen.
Het debat over het kolonialisme wordt zelden met kennis van zaken gevoerd, slecht geïnformeerde meningen domineren, het is hoog tijd hardnekkige mythes en manifeste fouten te ontkrachten. Vanuit die diagnose vertrekt Koloniaal Congo. Een geschiedenis in vragen althans.
Nu zou je verwachten dat de samenstellers van een boek dat de pretentie heeft academische precisie te paren aan toegankelijkheid voor een breed publiek hun uitgangspunt onderbouwen. Waaruit blijkt dat gebrek aan kennis? Welke ongeïnformeerde meningen, mythes en onwaarheden komen we zoal tegen in de kranten en op televisie? Zeker, in de vierhonderd pagina’s die de bundel onder redactie van Idesbald Goddeeris, Amandine Lauro en Guy Vanthemsche telt, corrigeren de in totaal eenendertig auteurs bij tijd en wijle verdraaiingen van de feiten, valse claims en verkeerde beelden. Maar een systematische onderbouwing van de stelling dat het publieke debat ondermaats is, bieden ze niet. Er is ook weinig in het boek dat de blik op koloniaal Congo van iemand die de kwaliteitskranten leest en de bestseller Congo. Een geschiedenis van David Van Reybrouck heeft verslonden compleet zal doen kantelen. Uit de verzuchting van de samenstellers van Koloniaal Congo lijkt dan ook vooral een gevoel van miskenning te spreken: wij academici weten het beter dan de opiniemakers en schrijvers die in de media de aandacht trekken.