Hilde Onis laat objecten en betekenissen balanceren
Kunstenaar Hilde Onis ziet haar installaties als optelsommen: van objecten, de ruimte zelf én de toeschouwer. Met hiërarchie heeft ze weinig op. In haar oeuvre wordt de grens tussen mens en ding bovendien vaak troebel.
De twee porseleinen kopjes zijn incompleet: er zijn hele delen uit weggehaald, waarna er van elk object twee helften overblijven. Pas daarna valt op dat die aan het oortje bij elkaar gehouden worden. De kopjes zijn archetypisch spierwit, maar hun belangrijkste functie zijn ze verloren: je kunt er niet meer uit drinken. Alsof dat nog niet genoeg kijkverwarring oplevert, lijken beide kopjes tegen elkaar aan te leunen.
Deze kleine sculptuur, Orchestrating Coincidence, is gemaakt door de Nederlandse kunstenaars Liza Wolters en Hilde Onis. Eind 2021 was het beeld te zien tijdens een groepstentoonstelling in Concordia (Enschede), waarvoor Onis een tentoonstellingszaal mocht inrichten die oogde als een compacte solo. Ze leek de ruimte naar haar hand te zetten. Verschillende van haar kunstwerken lagen er direct op de grond; vrij klein van stuk, geen sokkels, niet braaf tegen een muur gespijkerd. Met andere woorden: je moest goed uitkijken waar je liep.
Een van de andere werken kon je dan weer onmogelijk over het hoofd zien. Oo𝑜օₒ (2021) bestond onder meer uit een flinke berg zand, met daarin plukjes helmgras. Met de snelheid van een klok schreven die heel trage O’s om hun eigen as, “aangestuurd” door langslopende bezoekers. Het werk oogde als een soort duin tegen een glaswand aan. Buiten zag je mensen op straat lopen.
Ironisch – of misschien juist toepasselijk genoeg – koos Onis voor deze tentoonstelling veelal werk dat betrekking had op afbakening. De totale installatie – dus alle kunstwerken in Concordia samen – noemde ze trace track trail thread threat, een naam die muteert van een subtiel spoor naar een beklemming. De duin oogde bijvoorbeeld alsof die strak door het glas was afgesneden, en de kopjes hadden elkaar echt nodig om in hun positie te blijven.
© Liza Wolters
Afstemmen op de ruimte
Onis omschrijft zichzelf als iemand die constant objecten en betekenissen laat balanceren. Soms hebben ze er baat bij op elkaar te leunen of elkaar te dragen. Zulke onderlinge afhankelijkheden interesseren de kunstenaar. Haar installaties zijn vaak zelfgemaakte objecten – van onder meer keramiek –, soms bewerkte gevonden voorwerpen, en soms combinaties daarvan. Het materiaal en de voorstelling lijken elkaar daarbij regelmatig tegen te spreken.
Wat voor Onis bovendien belangrijk is, is dat binnen een beeld een omkering of verschuiving plaatsvindt. Dat er eerst gevaar uit een kunstwerk lijkt te spreken en pas daarna tederheid, of precies andersom. Een goed voorbeeld is Going to Hell in a Hand Basket (2021): een achtbaanvorm van keramiek. Dat medium omschrijft Onis als een permanente staat van vertraging. Dat er aan het object ook nog eens een ambachtelijk gevlochten rieten hengsel hangt, leidt tot nóg een verschuiving: opeens wordt al die ratelende overdaad iets compacts dat je met je mee zou kunnen dragen.
© Hilde Onis
Wanneer Onis voor een expositie wordt gevraagd, stemt ze haar werk het liefst af op de precieze ruimte – door nieuwe kunst te maken, of door bestaande kunstwerken in een nieuwe samenhang te tonen. Ze ziet installaties en tentoonstellingen als een soort optelsom, waarin je iets van de ervaring van het ene kunstwerk meeneemt naar het andere. Ook de looproute in de ruimte speelt mee. Wat kun je op welk moment zien? Een straatuitzicht als in Concordia beïnvloedt duidelijk hoe je de tentoonstelling ervaart.
Geen sokkels
Onis behaalde een bachelor in beeldhouwkunst aan de AKI (Enschede). Toen ze zich oriënteerde op een master aan KASK, in dezelfde studierichting, bleek de Gentse kunstacademie sculptuur veel traditioneler op te vatten. Een beeld moest bijvoorbeeld op een sokkel komen te staan; iets wat ze veel te hiërarchisch vond.
Onis koos daarom voor de vrijere richting installatiekunst, al kreeg ze grappig genoeg daar te horen dat haar benadering behoorlijk sculpturaal was. Hier probeerde ze onder meer de mogelijkheden uit van performances waarin objecten een rol speelden. In Soak (2018) zet ze een stofzuiger op een flinke schuimberg, waaronder een mensachtige figuur in een kostuum van schuursponzen blijkt te liggen. Als je goed kijkt, zie je die figuur ademhalen.
De titels van haar werken voegt Onis samen tot een tekst die zich laat lezen als een gedicht dat ergens in de ruimte hangt
Vanuit haar performances is ze ook video’s gaan maken. Die presenteert ze vrijwel nooit als zelfstandig werk, maar altijd binnen een ruimtelijke context. Een voorbeeld is Flying Neighbour (2018), waarin een man op een dak onheilspellende armbewegingen maakt. Zou hij echt een poging wagen? Die indruk verschuift wanneer hij vervolgens een baby omhoog tilt. Zo’n tafereel ziet Onis als een gelukkige vondst waar ze dankbaar gebruik van maakt. De korreligheid van haar telefooncamera geeft de scène bovendien iets vluchtigs en schetsmatigs.
Toepasselijk genoeg laat ze de kleine schermpjes voor Flying Neighbour uitsteken vanaf de muur, net iets boven ooghoogte. Dat komt overeen met hoe ze haar blik naar boven moest richten om het gefilmde beeld te kunnen registreren. De opstelling roept zo ook indirect een lichamelijke ervaring op.
© Hilde Onis
Ruimtelijke kunst doet sowieso snel denken aan je eigen lichaam, door de afmetingen en vrijere positionering. Je eigen plaats wordt dan onderdeel van een tijdelijke samenhang, waarvan je je soms erg bewust kunt zijn; zeker wanneer de beelden niet op sokkels staan, maar op de grond.
Overigens is Onis nog niet uitgestudeerd: in 2022 is ze begonnen met een traject aan de Schrijversvakschool (Amsterdam). Haar kunst heeft namelijk ook vaak een talige component. Die zie je bijvoorbeeld terug in haar benadering van titelbordjes: ze kiest er vaak voor om ze niet direct bij het kunstwerk te hangen. Liever voegt ze de titels centraal samen tot een tekst die zich laat lezen als een gedicht dat ergens in de ruimte hangt. Per tentoonstelling ziet die lijst er natuurlijk weer heel anders uit. Samenhang is vaak maar iets tijdelijks.
Nobele en hebzuchtige kopjes
De eerdergenoemde kopjes maken onderdeel uit van een hele serie, die Wolters en Onis vanaf midden januari exposeren onder de titel Orchestrating Coincidence. Ze kwamen op het idee toen ze op het internetforum Reddit een foto tegenkwamen van een kopje dat toevallig op zo’n manier gebroken was dat alleen het oortje de helften nog bij elkaar kon houden. Middenin de coronapandemie werd dat een populaire foto, waaraan forumbezoekers allerlei persoonlijke associaties hingen.
In Onis’ objecten schuilt toch indirect vaak een mens
Wolters en Onis wilden dat toeval bewust opnieuw laten plaatsvinden, door een exemplaar uit de kringloopwinkel zeer beheerst te bewerken met een slijptol. Uiteindelijk werd het een hele serie, met elk hun eigen “breuklijnen”.
Terwijl de reeks groeide, begonnen de kunstenaars na te denken over het karakter van verzamelen. Een catalogus was een logische volgende stap. Daarin staan alle objecten, waaronder twee duo’s, die op basis van hun vorm karaktereigenschappen toegewezen hebben gekregen: nobel bijvoorbeeld, goedwillend of juist hebzuchtig. Wanneer je deze leporello volledig uitvouwt, is het geheel zo’n 2 meter breed: de reikwijdte van de gemiddelde persoon. In Onis’ objecten schuilt toch indirect vaak een mens.
Ding, mens, energie
Een terugkerend thema in Onis’ oeuvre is dan ook de troebele scheidslijn tussen mens en gebruiksvoorwerpen. Het dagelijks leven zit sowieso vol objecten die als extensies dienen, van kleren waarmee je je identiteit kunt uitdrukken tot de smartphone die je op afstand laat communiceren.
Waarom zou die vervaging niet de andere kant op werken, bijvoorbeeld door aan objecten een eigen energie of persoonlijkheid toe te kennen? Onis merkt op dat haar materialen immers óók hun eigen willetje hebben, waar je tegenin kunt gaan of in mee kunt gaan. Op die manier kun je onverwachte verbindingen ontdekken.
Orchestrating Coincidence is van 15 januari t/m 25 februari te zien in kunstruimte Nieuw Charlois (Rotterdam). Ook is er tijdens het Boring Festival, op 20 en 21 januari, een installatie te zien van glas-in-loodobjecten in de Janskerk (Haarlem). Meer info via de website van Onis.