Het Verdrag van Versailles zorgde voor vrede en frustraties
Op 28 juni 1919, precies honderd jaar geleden, werd in Versailles het verdrag ondertekend dat definitief een einde maakte aan de Eerste Wereldoorlog. Het vredesverdrag zou de kaart van Europa hertekenen. België, dat zwaar geleden had tijdens de oorlog, trok vol hoop naar Versailles, maar keerde met vrijwel lege handen naar huis. Het verdrag zorgde ook voor vertroebelde relaties met Nederland.
Op 13 december 1918 kwam de Amerikaanse president Woodrow Wilson per schip in Frankrijk aan. Hij werd door de Franse bevolking ontvangen als de man die vrede zou brengen. Aan het begin van het laatste oorlogsjaar had de president in een toespraak een plan voorgesteld. Hij geloofde dat op basis van veertien punten de wereldorde kon worden hersteld. Belangrijke elementen in zijn vredesplan waren dat er een vrede zou komen zonder overwinnaars – “peace without victory”
– en dat er een Volkenbond zou worden opgericht.
Wilson was van oordeel dat door open en heldere diplomatieke gesprekken internationale conflicten konden worden vermeden. De Volkenbond zou daarvoor een geschikt instrument zijn.
De Europese bondgenoten toonden weinig enthousiasme voor het plan van Wilson. De president was te mild voor de Duitsers. Duitsland zelf was in het begin ook niet opgetogen over de ideeën van de Amerikaanse president, maar onder druk van de veranderende oorlogsomstandigheden en van de binnenlandse situatie – waar verschillende communistische opstanden uitbraken – accepteerden de Duitsers een vredesverdrag op basis van het plan van Wilson.
De conferentie waarop een verdrag met Duitsland moest worden uitgewerkt, ging van start op 18 januari 1919 in de Spiegelzaal van het kasteel van Versailles. Vertegenwoordigers van de zevenentwintig geallieerde landen waren daar aanwezig, ruim duizend afgevaardigden. Al door de keuze van de zaal en de startdatum werd duidelijk dat het uitgangspunt van Wilson, peace without victory, niet zou worden gehaald. Het was op die plaats en op dezelfde dag dat in 1871 de Frans-Duitse oorlog beslecht werd en het Duitse keizerrijk werd uitgeroepen. De Fransen waren duidelijk van plan om in Versailles nog een oude rekening te vereffenen.
In feite lag de leiding van de conferentie in de handen van Frankrijk, Engeland en de Verenigde Staten. De hoofdrolspelers waren de Franse en de Engelse regeringsleiders Georges Clemenceau en David Lloyd George en de Amerikaanse president Woodrow Wilson. In theorie werden ook de vertegenwoordigers van Japan en Italië op gelijke voet behandeld. In de praktijk mochten de kleine landen hun wensen aan de grote mogendheden komen voorleggen.
De bedoeling was om tijdens de besprekingen een balans te vinden tussen vergelding en een duurzame vrede. Frankrijk nam daarin het radicaalste standpunt in: het eiste gebiedsuitbreiding en forse herstelbetalingen. De andere mogendheden gingen minder ver, maar hun standpunten veranderden regelmatig tijdens de besprekingen. Het werden, kortom, bijzonder harde onderhandelingen. Die werden ook bemoeilijkt door het feit dat dit de eerste vredesgesprekken waren waarbij de publieke opinie een belangrijke rol speelde. Alle spelers aan de onderhandelingstafel vertegenwoordigen een democratisch verkozen regering. Er waren ruim zevenhonderd journalisten aanwezig die verslag uitbrachten aan het thuisfront, en daar werd soms zeer fel gereageerd op wat er in Versailles bedisseld werd.
Een verdrag van 440 artikelen
Op 6 mei 1919 bereikten de landen een akkoord. De Duitse regering werd naar Versailles ontboden en kreeg daar een verdrag gepresenteerd waarover niet meer kon worden onderhandeld. Na enig verzet van de Duitse regering werd dit verdrag op 28 juni in de Spiegelzaal van Versailles ondertekend.
In totaal telt het verdrag 440 artikelen. De Duitse grenzen worden erin geregeld, er staan militaire bepalingen in en het eerste hoofdstuk is gewijd aan de Volkenbond. Het probleem van de herstelbetalingen zal pas in 1921 definitief worden opgelost en werd vastgelegd op 132 miljard goudmark.
Verder werd er een regeling getroffen over de voormalige Duitse kolonies. Die vielen in feite onder het bestuur van de Volkenbond, maar werden als mandaatgebied bestuurd door een van de westerse machten. Zo kreeg België Ruanda-Urundi (de huidige landen Rwanda en Burundi) als mandaatgebied toegewezen.
Onredelijke Belgische eisen
De vredesbesprekingen in Versailles verliepen bijzonder frustrerend voor de Belgische regering. België had erg geleden onder de Eerste Wereldoorlog en de Belgische diplomaten gingen dan ook met hoge verwachtingen en met – wat later bleek – onrealistische eisen naar de onderhandelingen.
De Belgische onderhandelaars wilden betere strategische grenzen, koloniale expansie en een degelijke vergoeding voor de geleden schade. Om hun grenzen beter te kunnen verdedigen eisten zij ook gebiedsafstand van het tijdens de oorlog neutraal gebleven Nederland. Nederland weigerde dit uiteraard en kreeg daarin gelijk van de mogendheden.
België en Nederland stonden diametraal tegenover elkaar. Nederland wilde zijn neutraliteitspolitiek handhaven, want die had volgens hen goed gerendeerd tijdens de oorlog. België vond juist dat zijn neutraliteit onvoldoende garantie had gegeven en het wilde betere strategische grenzen en bindende afspraken met de mogendheden voor steun bij een eventuele nieuwe Duitse aanval.
België heeft uiteindelijk bijzonder weinig uit de brand kunnen slepen. Ook de inzet van koning Albert, een van de helden van de Eerste Wereldoorlog, leverde, buiten een woede-uitbarsting van de Franse premier Clemenceau weinig op. De relaties met buurland Nederland daarentegen waren voor vele jaren zeer vertroebeld.
Om toch nog enig resultaat te bereiken heeft de Belgische diplomatie – tegen de zin van de Engelsen – steun gezocht bij de Fransen. Om de herstelbetalingen van de Duitsers wat sneller te laten verlopen bezetten de Fransen in 1923, met de steun van de Belgen, het Ruhrgebied. Ook deze actie werd absoluut niet op prijs gesteld door de Engelsen, en ze kwam het internationale prestige van de Belgen zeker niet ten goede. Dat van Nederland groeide dan weer toen in 1921 de Volkenbond zijn Internationaal Hof van Justitie in Den Haag vestigde.
Basis van de Tweede Wereldoorlog?
Het Verdrag van Versailles was van bij het begin erg omstreden. De Britse econoom John Maynard Keynes, die aan de onderhandelingen deelnam, noemde het verdrag “immoral and incompetent”. President Wilson zei: “Als ik Duitser was, zou ik dit nooit ondertekenen”. De VS hebben overigens het Verdrag van Versailles nooit geratificeerd. De Amerikaanse senaat keurde het niet goed. Wilson hoopte door nieuwe verkiezingen het gelijk aan zijn kant te krijgen, maar hij verloor de verkiezingen. Amerika is dus ook nooit lid geworden van de Volkenbond, die er eigenlijk gekomen was op vraag van zijn eigen president.
Ook andere bepalingen in het Verdrag werden maar gedeeltelijk of niet uitgevoerd. Zo heeft Duitsland maar een deel van de opgelegde herstelbetalingen effectief betaald. En de VS en Engeland hebben de Duitsers ook niet echt gedwongen om de afspraken te respecteren.
Er wordt wel eens beweerd dat het Verdrag van Versailles de basis vormde van de Tweede Wereldoorlog. Die bewering is maar ten dele correct. Heel wat andere elementen hebben daar zeker een belangrijke rol in gespeeld. Maar dit voor Duitsland vernederende verdrag was zonder twijfel wel een perfect propagandamiddel voor Hitler en zijn nazipartij.