Deel artikel

Lees de hele reeks
geschiedenis

Het Nederlandse ‘volk’ en het gevoelige ‘wij’ in Vlaanderen: hoe je geschiedenis naar het brede publiek brengt

29 maart 2023 4 min. leestijd Canon & co

Hoe breng je geschiedenis naar het grote publiek? En verschillen Vlaanderen en Nederland in die aanpak? Die vragen dienen zich aan, nu tv-reeksen als Het Verhaal van Vlaanderen en zijn Nederlandse pendant en de historische canon volop in de belangstelling staan. Programmamakers en commissieleden gingen erover in gesprek tijdens een debatavond van deBuren. ‘Je moet triggeren en begeesteren.’

Geschiedenis staat volop in de belangstelling. De historische televisiereeks Het Verhaal van Vlaanderen bleek een onverhoopt succes. Vorig jaar scoorde Het Verhaal van Nederland ook al hoge kijkcijfers. Met ruim 1,7 miljoen kijkers voor de Vlaamse reeks en zowat 2 miljoen voor de Nederlandse pendant blikken de programmamakers tevreden terug. Als je er zowat drie jaar van je leven in stopt – dixit Jesse Fabré, eindredacteur van Het Verhaal van Vlaanderen – dan is het wel fijn om dergelijke kijkcijfers te kunnen voorleggen.

Hoe breng je de geschiedenis op een aantrekkelijke en historisch verantwoorde manier naar het publiek? En waarin verschillen Vlaanderen en Nederland in die aanpak? Die vragen stonden centraal in een gespreksavond van het Vlaams-Nederlands huis voor cultuur deBuren over Het Verhaal van Vlaanderen en Het Verhaal van Nederland, en over de canon.

Voorbarige discussie

Fabré schrok van de voorafgaande discussie die “zijn” televisiereeks teweegbracht. “Nog voor de reeks werd uitgezonden kwam er al volop kritiek. Het zou een Vlaams-nationalistisch pamflet worden, of het kwam met een politieke bestelbon.”

Wim De Clercq, die als hoogleraar Archeologie aan de Universiteit Gent meewerkte aan de reeks en tevens lid is van de commissie die verantwoordelijk is voor de samenstelling van de Canon van Vlaanderen, heeft het over “een kleine groep luide roepers in hun echokamer.”

In Nederland bleef die discussie grotendeels uit, merkt Hasan Evrengün, eindredacteur van Het Verhaal van Nederland, op. Al kwam er achteraf wel een reactie van vier organisaties, voortgekomen uit het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Stichting Jacoba van Tongeren, Stichting 1940-1945, Stichting Herinnering LO-LKP en het Verzetsmuseum in Amsterdam willen een disclaimer bij de reeks die volgens hen de rol van het verzet “ten onrechte minimaliseert”.

Volgens Hasan Evrengün en Jesse Fabré is dat een typisch gevolg van hoe je zo’n verhaal vertelt. 38.000 jaar in tien afleveringen van 50 minuten proppen vergt harde keuzes. “De wetenschappers die meewerkten begrepen heel goed dat we een verhaal maakten, en niet dé geschiedenis vertellen. Eindeloze feiten achter elkaar monteren is geen verhaal. Je moet mensen triggeren en begeesteren”, klonken de programmamakers eensgezind.

“Nog voor ‘Het Verhaal van Vlaanderen’ werd uitgezonden kwam er al volop kritiek. Het zou een Vlaams-nationalistisch pamflet worden”

Waar beide vergelijkbare verhalen wel uiteenlopen is het identitaire luik. Terwijl het in de Nederlandse trailer nog complexloos klonk: “hoe wordt een volk een volk”, bleek dat voor het Vlaamse verhaal controversiëler.

“We hebben er over nagedacht en dat ‘wij’ en ‘ons’ lag te gevoelig”, zegt Fabré. “Wij wilden alleen tonen wat zich binnen de grenzen van Vlaanderen heeft afgespeeld. Dit is geen nostalgische mythevorming over het ontstaan van de Vlaamse identiteit.” Voor De Clercq speelt daar ons “onverwerkt oorlogsverleden, en het claimen van de Vlaamse identiteit door een politieke partij, waardoor een dergelijke complexloosheid moeilijk ligt.”

Nederland kan tegelijk ook bogen op een nationale geschiedenis, Vlaanderen vanzelfsprekend niet. Dat bleek voor Evrengün niet restrictief: “We hadden daardoor net een heel breed speelveld om uit te putten.” Iets wat Fabré ontbeerde: “We konden niet grasduinen in een groot Vlaams geschiedenisboek. De gemiddelde Vlaming weet niet zo veel over wat zich hier heeft afgespeeld. Dat merkten we zelf ook bij de research, waar we het gevoel kregen dat we veel aan het bijleren waren.”

Stellingenoorlog

Diezelfde identitaire gevoeligheid speelt ook een rol bij het totstandkomen van de Canon van Vlaanderen, zo blijkt. Sinds de bekendmaking van het regeerakkoord in september 2019 – waarin te lezen stond dat een commissie dit instrument zou uitwerken – brak andermaal een voorbarige discussie los.

Dat de Vlaamse Regering, via minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA), de opdrachtbrief uitschreef bleek voor criticasters genoeg voor een stellingenoorlog. Het concept, de aanpak, de wijze waarop hij politiek of ideologisch gebruikt zou worden: alles was voer voor debat. “De soms persoonlijke aanvallen vond ik er ver over. De Canon van Vlaanderen is nog niet verschenen – die wordt pas op 9 mei gepresenteerd. Maar toch werd de commissie al in een bepaalde hoek gedrumd”, zegt De Clercq.

De Canon zal bestaan uit zestig “vensters”, daarin zullen personen, maar net zo goed bewegingen, verwerkt worden. De inspiratie kwam deels uit Nederland, waar de Canon in 2006 al werd opgesteld. Die Nederlandse pendant telt vijftig vensters, daarbij wordt aan een persoon of een gebeurtenis een periode opgehangen. Het verbreedt het verhaal, met literatuurvoorstellen, een webstek, en een netwerk van musea.

In 2020 kreeg de Canon een nieuwe ijking, vertelde Maarten Rademaker, projectmanager Canon van Nederland bij het Openluchtmuseum in Arnhem en coördinator van het Canonnetwerk. “Het was nooit de bedoeling om die Canon in steen te beitelen, maar net mee te laten evolueren.”

In Nederland komt de Canon aan bod in het onderwijs, maar ook musea maken er gebruik van. Bovendien werd het een kerndoel in het onderwijs (eindtermen) en werd het ook gebruikt bij de inburgeringstrajecten.

“Het was nooit de bedoeling om die Canon in steen te beitelen, maar net mee te laten evolueren”

Volgens Olga Van Oost, algemeen directeur en adviseur museologie bij FARO (het Vlaams steunpunt voor Cultureel Erfgoed) loopt dat verhaal een beetje parallel met de erfgoed- en museumsector. “Het is voor ons heel bijzonder dat de Canon vertrekt vanuit Onderwijs, en niet vanuit Cultuur. Vandaar onze wat afwachtende houding. Ook het identitaire luik is een issue”, aldus Van Oost. “Dat is een belangrijke, maar gevoelige vraag.”

De Clercq ziet niet meteen het probleem. “De hele cultuur- en erfgoedsector wordt gesubsidieerd door de overheid. En dat kan toch ook zonder politieke inmenging.” Hij herhaalde zijn boodschap dat iedereen het best de opdrachtbrief leest vooraleer kritiek te spuien omtrent die vermeende politieke navelstreng. In die opdrachtbrief staat duidelijk dat de Canon los staat van een identiteitsdebat. Het is de bedoeling dat het de vensters op de geschiedenis opent, en geen deuren sluit.

Lieven Desmet

Lieven Desmet

Journalist

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291f0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)