Het Nederlands in Frankrijk verliest een expert. Hugo Ryckeboer (1935-2020)
Op 21 mei is de taalkundige en dialectoloog Hugo Ryckeboer overleden. Met zijn dood verliest het Nederlands in Frankrijk een van zijn belangrijkste specialisten.
Hugo Ryckeboer werd in 1935 geboren in Izenberge, een dorp in de Belgische Westhoek. Hij deed zijn middelbare studies in het college van Veurne en studeerde daarna Germaanse filologie aan de universiteiten van Leuven en Gent. Na een korte carrière als leraar in het middelbaar onderwijs werd hij in 1970 wetenschappelijk medewerker bij de afdeling dialectologie van het Instituut voor Dialect- Volks- en Naamkunde van de Koninklijke Nederlandse Academie in Amsterdam, het huidige Meertens-Instituut. Hij werkte er mee aan de Atlas der Nederlandse Klankontwikkeling (ANKO). Hij was er verantwoordelijk voor het Vlaamse taalgebied en bouwde ook en informatennetwerk uit voor dialectenenquêtes in Vlaanderen.
In 1972 wordt Hugo Ryckeboer redacteur van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten.
Hij zou er vanaf 1982 ook de coördinator van zijn. Het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten (WVD) is een woordenboekproject dat in 1972 aan de Universiteit Gent werd opgestart en in 2018 werd afgerond. Het verzamelt de dialectwoordenschat uit Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen, Frans-Vlaanderen en Zeeuws-Vlaanderen. Het Woordenboek is vandaag ook online te consulteren.
De redacteurs deden mondelinge en schriftelijke opvragingen (via vragenlijsten) bij een uitgebreid netwerk van informanten. Gewapend met een bandopnemer ging Ryckeboer op stap in Frans-Vlaanderen. Hij trad daarmee in het spoor van bekende dialectologen als Willem Pée en V. F. Vanacker. Over “Willem Pée en Frans-Vlaanderen” schreef hij in 1989 een artikel in het jaarboek De Franse Nederlanden-Les Pays-Bas Français.
Hugo Ryckeboer was van 1976 tot 1984 ook verbonden aan de afdeling Nederlands van de universiteit van Rijsel.
In 1987 ontving hij voor zijn gezamenlijk wetenschappelijk werk een doctoraatsdiploma. Enkele van zijn belangrijkste artikelen werden daarvoor gebuundeld in de publicatie: Het Nederlands in Noord-Frankrijk : sociolinguïstische, dialectologische en contactlinguïstische aspecten. Hugo Ryckeboer bleef tot in 2000 verbonden aan de redactie van het Woordenboek van de Vlaamse Dialecten. Bij zijn afscheid in 2000 ontving Ryckeboer van zijn collega’s het vriendenboek: Nochtans was scherp van zin. Huldealbum Hugo Ryckeboer (2000).
Hij heeft een hele reeks boeken en artikelen op zijn naam staan. Hij werkte uiteraard mee aan een groot deel van de delen van het Woordenboek van de Vlaamse dialecten. Hij werkte o.a. ook mee aan De Vlaamse gemeentenamen : verklarend woordenboek en aan het Woordenboek van het Frans-Vlaams (2005) van Cyriel Moeyaert.
Daarnaast publiceerde hij tientallen artikelen, o.a. in het tijdschrift Taal en Tongval, voornamelijk over het Nederlands van Frans-Vlaanderen. Hij schreef ook een viertal artikelen in het jaarboek De Franse Nederlanden – Les Pays-Bas Français. Het laatste dateert uit 2015. Het was ook een van zijn laatste artikelen. In “Een lieu de mémoire of een vergeetput? Taal in Noord-Frankrijk” pleit hij voor een grondige wetenschappelijke studie van het Nederlands in Frankrijk. Die studie is erg belangrijk, want er bevinden zich heel wat historische bronnen in de plaatselijke archieven die in die taal geschreven zijn en die nog bestudeerd moeten worden. “Het zou een taak zijn voor de sectie Nederlands van de Universiteit van Rijsel om in deze lacune te voorzien, en voor de Universiteit van Duinkerke om een dergelijk contrastief of vergelijkend onderwijs te organiseren. Wetenschappelijke ondersteuning zou dan vanuit Belgisch-Vlaanderen geboden kunnen worden, bij voorkeur vanuit de Universiteit van Gent.” De neerlandicus Marc van Oostendorp, hoogleraar aan Radbout-universiteit in Nijmegen, onderschrijft in een bijdrage op zijn blog deze oproep.
In de reeks “Taal in stad en land” verzorgde Hugo Ryckeboer het deel over het Frans-Vlaams (Lannoo, 2004). Ook in deze publicatie pleit hij voor een intensere grensoverschrijdende samenwerking. “Aangezien het dialectologisch onderzoek en de taalhistorische studie vaak in het Nederlands worden bedreven, blijven ze aan de belangstellenden in Frankrijk meestal onbekend. Grensoverschrijdende samenwerking moet die kennis vergroten en ze ook in het Frans ter beschikking stellen.”
Hopelijk wordt ooit gevolg gegeven aan zijn oproep. Het werk van Hugo Ryckeboer zal zeker een stevige basis kunnen bieden aan dit wetenschappelijk onderzoek.