‘Het gebed van Jonathan Simmers’ van Martijn Couwenhoven: dolende zielen op zoek naar vrijheid en rust
Met bespiegelingen over kunst, Japanse filosofie, boten renoveren en schilderen als meditatie schreef Martijn Couwenhoven een bloemrijk debuut over een rusteloze ziel op zoek naar vrijheid.
Na de eerste pagina’s van Het gebed van Jonathan Simmers wil je graag even de ogen sluiten, om in gedachten de scène terug te toveren die je net hebt gelezen. Twee mannen, een veertiger en een zeventiger, staan haast zwijgend tegenover elkaar in de drukke stationshal van Utrecht Centraal. Het zijn vader en zoon, maar ze hebben elkaar tien jaar lang nauwelijks gezien of gesproken. De zoon beschrijft hoe ze in die tijd zijn veranderd.
© Keke Keukelaar / Thomas Rap
De vader staat stil onder de stationsklok, met in zijn hand een plastic tasje met daarin een urn met de as van zijn overleden vrouw. Die urn wil hij, tien jaar na de begrafenis, eindelijk aan zijn zoon overhandigen. Dat gaat gepaard met een uitnodiging om een week later naar zijn verjaardagsfeest te komen, iets waar de zoon eigenlijk niet zo’n zin in heeft.
De onwennigheid druipt van de pagina’s. Er is geen dialoog, we vernemen alleen de gedachten van Jonathan, de zoon. Maar er is ook herkenning, de zoon beseft dat hij wellicht meer op zijn vader lijkt dan hij zou wensen. Het is een prachtige openingsscène, en je zou willen dat David Lynch of Hal Hartley ermee aan de slag gaat.
Jonathan is kunstschilder en trompettist. Dat eerste heeft hij alvast gemeen met schrijver Martijn Couwenhoven, die in 2016 ook de eenmansuitgeverij Oevers begon. Couwenhoven schreef eerder onder pseudoniem kortverhalen en een novelle en het kinderboek De schatkaart van Monet, maar Het Gebed van Jonathan Simmers is zijn literaire debuut. Het boek is het verhaal van Jonathan, en speelt zich af in de week tussen de hernieuwde ontmoeting met zijn vader en het uiteindelijke verjaardagsfeest.
De veertiger woont wat afgelegen in een boerderij, die ooit van zijn oma was en waar hij een tijd met zijn moeder woonde, na de scheiding van zijn ouders. Dat roept sowieso al herinneringen op aan zijn kindertijd. Doorgaans woont hij er niet alleen, maar heeft hij het gezelschap van Lieke, de tobbende tienerdochter uit het tweede huwelijk van zijn vader. Met zijn halfzus heeft hij wel een klik, ze kunnen praten over ecologie en Japanse filosofie, maar hij maakt zich ook grote zorgen.
In meanderende zinnen en een verstild tempo maakt Couwenhoven ons deelgenoot van Jonathans ideeën en overpeinzingen
Terwijl hij zich langzaam maar zeker en vaak met de hulp van een fles wijn heeft verzoend met de ellende van de wereld, heeft Lieke dat nog niet. Zij kan verzinken in inktzwarte gedachten, vreest dat de mensheid kopje-onder dreigt te gaan, en vraagt zich af of ze dat moment wel moet afwachten. Het doet hem denken aan zijn moeder. Haar werd een te grote dosis van pijnstillers, andere geneesmiddelen en wat drank uiteindelijk fataal, en Jonathan is ervan overtuigd dat die dood zelfgekozen was. Dat lot wil hij Lieke besparen.
De terugkeer naar zijn huis met de urn in dat plastic tasje inspireert hem om contact te leggen met zijn overleden moeder. Hij hoopt bij haar steun te vinden, niet alleen voor hemzelf, maar vooral voor Lieke. Ook al vindt hij bidden een beetje pathetisch, hij zal geen manier schuwen om zijn tienerzus te kunnen redden.
Ondertussen blijkt ook zijn oude leraar en mentor Meindert, met wie hij een lunchafspraak had, te zijn overleden. Hij wordt door de familie uitgenodigd op het afscheid en leert er Nathalie kennen, de dochter van Meindert. Ook met haar heeft hij een klik en er ontstaat zelfs een prille romance.
De ontmoeting met Nathalie brengt wat lichtheid, maar een echt vrolijke Frans zal Jonathan nooit worden. Couwenhoven laat ons deelgenoot worden van al zijn ideeën en overpeinzingen. Hij doet dat vaak in lange, meanderende zinnen en bijzinnen, die het boek een verstild tempo meegeven, wat uitstekend past bij de filosofie van Jonathan. Hij vindt troost in muziek en kunst, hij leest over kunstenaars als Giorgio Morandi en hun favoriete denkers, de wel erg somber gestemde kluizenaars Blaise Pascal en Giacomo Leopardi.
Jonathan ziet schilderen als een vorm van meditatie, maar vindt ook troost in de renovatie van een boot. Hij is een dolende ziel, die varend op zoek wil naar vrijheid, maar toch vooral rust. De aarde vindt Jonathan maar een vreemde plek om rond te hangen, laat staan te schuilen. Het Gebed is een boek over hoe het is om te leven met dat besef, hoe ermee om te gaan. Dat probeert Jonathan door te geven aan Lieke, al even dolend als hijzelf. Misschien ligt het antwoord wel in toevallige ontmoetingen, in muziek, in kunst. Maar zelfs dat is niet helemaal zeker.
Martijn Couwenhoven, Het gebed van Jonathan Simmers, Thomas Rap, 2023, 192 p.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.