Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Herinneringen aan mijn vader
0 Reacties

Herinneringen aan mijn vader

Redactionele mededeling:

Dit jaar is het een eeuw geleden, dat Koning Albert I werd geboren. Aan deze gebeurtenis is op verschillende plaatsen in België aandacht geschonken.

Koning Leopold III heeft zeer onlangs een aantal herinneringen aan zijn vader op schrift gesteld en deze ter publicatie aan ons tijdschrift aangeboden. De redactie meent dat publicatie van deze sterk persoonlijke getuigenissen een nuttige bijdrage kan zijn tot een betere kennis van de figuur van Koning Albert I en speciaal van de verhouding tussen Albert I en zijn zoon Koning Leopold III.

Redactie Ons Erfdeel.


Ik voelde mij zeer nauw met mijn vader verbonden; een grote genegenheid verenigde ons. Ik had voor hem veel bewondering. Het meest hield ik van zijn goedheid, gematigdheid, zin voor eer, eerbied voor de menselijke persoon, vrije denkwijze, verdraagzaamheid, evenals van zijn morele veeleisendheid, eenvoud, en zijn prachtige evenwichtigheid die het hem mogelijk maakte met gemak en sereniteit de moeilijkheden van het leven te overwinnen.

Men heeft vaak gewag gemaakt van zijn zin voor de eenvoudige dingen. Het is juist, dat hij de eenvoud zelve was. Hij hield niet van de eerbewijzen en van het ceremonieel waartoe hij vaak gedwongen was; hij onderging ze als een plicht die deel uitmaakte van zijn taak. Hij leefde zonder sier te Laken, en hij leefde nog eenvoudiger, met zijn familie, tijdens de Eerste Wereldoorlog in De Panne.

Hij was waarachtig en echt en elke schijnheiligheid prikkelde hem. Hij had een afschuw van bluf of ijdelheid, haatte de mooipraters en nog meer de vleiers. Het werkelijke menselijke kontakt was hem altijd zeer dierbaar. Daarom praatte hij graag met zijn volk, en wanneer men hem niet herkende, was hij er des te gelukkiger om. Daarom hield hij van de gidsen die hem vergezelden bij zijn tochten in het gebergte. Met hen was hij een bergbeklimmer en niets anders. Zijn uren in het gebergte zullen tot de gelukkigste van zijn leven behoren, evenals de tijd die hij met de zijnen doorbracht.

Wij vormden werkelijk een familie. Mijn vader en mijn moeder zijn vanaf hun eerste ontmoeting verbonden geweest door een wonderbare liefde, en deze liefde is nooit verminderd: een liefde die grote woorden en betuigingen kon missen, maar die het wezen en het geluk van hun leven was.

Het is een grote rijkdom voor kinderen te kunnen opgroeien bij een ouderpaar dat nooit opgehouden heeft het beeld van de volmaakte eenheid te zijn.

Na de tragedie van Marche-les-Dames scheen mijn moeder als gebroken, als ten dode getekend. Zij kwam pas terug tot het leven, toen ikzelf door het noodlot getroffen werd. Ik kwam terug uit Zwitserland, erg geteisterd door een overlijden dat nauwelijks anderhalf jaar na het verdwijnen van mijn vader, plaatsvond. Mijn moeder kwam naar mij toe en zei dat zij opnieuw zou gaan leven: zij voelde dat ik haar nodig had.

De genegenheid voor mijn vader heeft mijn jeugd begeesterd. Hij hield zich bezig met ons, met onze spelen, problemen en vorming. Hoeveel keren hebben hij en ik, later, niet gewandeld in dat park van Laken, waar we zoveel van hielden. We spraken over duizenden dingen. Dit zo verwachte uur was een van mijn grote vreugden. Wij waren zeer dicht bij elkaar en alleen.

In verband met dit familiaal klimaat herinner ik mij, dat ik, na een verblijf in Engeland in het begin van de Eerste Wereldoorlog, terugkeerde in De Panne bij mijn ouders. De jaren in De Panne, en dit niettegenstaande het drama dat zich rondom ons afspeelde, zijn op een bepaalde manier de mooiste geweest van ons familieleven. Wij woonden in een kleine eenvoudige villa zonder protokol of praal. Wij wandelden op het verlaten strand. De bezoekers onderbraken nooit lang ons familieleven. Zij behoorden evenzeer tot de grote militaire leiders als tot de politieke wereld of tot de befaamde kunstenaars.

Ik herinner mij de bezoeken van Joffre, Foch, Haig en Pétain, van Verhaeren, Ysaye, Saint-Saens en Emile Claus, evenals van admiraal Keyes die door mijn ouders echt gewaardeerd werd.

Ik heb vooral de herinnering aan een echt gezin.

Niettegenstaande de tragische omstandigheden, zijn mijn vader en moeder tijdens de oorlog gelukkig geweest. De oorlog gaf hen inderdaad de gelegenheid het beste van zichzelf te geven; hij in de loopgraven tussen zijn soldaten, zij bij de gewonden.

Mijn vader was in essentie een vredesman en hij werd tot de oorlog gedwongen. Hij is er altijd van overtuigd geweest, dat een land klaar moet zijn om zich te verdedigen, wanneer de inzet juist is. Ik zal nooit een zin vergeten die hij tot mij gezegd heeft, vooral in de omstandigheden waarin hij uitgesproken werd. Het was in 1914, in Antwerpen, op het ogenblik dat wij inscheepten voor Engeland. Hij was zeer ernstig, want de toestand was tragisch. Zonder twijfel dacht hij, dat we mekaar voor lange tijd verlieten, misschien voor altijd.

Hij zei mij toen: ‘U zult over het leger waken. België moet steeds over een goed leger beschikken’. Het klonk als een laatste aanbeveling. Ik was toen 12 jaar, en ik heb het steeds goed onthouden. Vanaf de oorlogsverklaring, nam hij onmiddellijk de verantwoordelijkheid voor het opperbevelhebberschap op zich. Zeer vlug voelde hij de verplichting om de hoge legerleiding te hervormen. Deze zware beslissing, die enorm veel moed vereiste, moest hij helemaal alleen treffen. Hij had een grondige militaire vorming gekregen. Hij was zeer jong op de Militaire School gekomen. De dienst bij het leger bracht hem in kontakt met alle maatschappelijke geledingen en bezorgde hem een grondige kennis van de mens.

Als opperbevelhebber eiste hij van zijn hoge ondergeschikten moed en lichamelijke konditie, bekwaamheid en een snelle aanpassingsmogelijkheid aan de omstandigheden. Men zal des te meer het gewicht van zijn beslissingen kunnen waarderen in enkele fundamentele opties: de eerste gevechten, het terugtrekken op Antwerpen, daarna de terugtocht van Antwerpen tot aan de IJzer en het bevel daar tot elke prijs stand te houden.

Gedurende de gehele oorlog bleef hij onverzettelijk verbonden met één principe: het bloed van de soldaat sparen. Daarom stelde hij de eis het volledig bevel over het Belgische leger te behouden en daarom ook veroordeelde hij de onzinnige en moorddadige offensieven op sommige fronten. Zijn onverzettelijkheid in dit opzicht heeft soms de geallieerden geprikkeld. Want hoewel hij tegenover hen loyaal en trouw was, bleef hij nochtans steeds de verantwoordelijkheid voor zijn beslissingen dragen.

De latere gebeurtenissen bewezen dat hij gelijk had. Hij bewees aan de zaak van de geallieerden enorme diensten, maar deed het met eerbied voor het leven en de eer van zijn soldaten en er over wakende dat geen enkel nutteloos offer gebracht werd.

Misschien is het daarom dat mijn vader, voor België en de wereld de Koning-Ridder geworden, op een dergelijke normale manier opnieuw de taken van de vrede op zich kon nemen. De vrede was zijn teruggevonden wereld. Men weet hoe skrupuleus en met welke vasthoudendheid hij er zich aan gaf. Hij was er zich bewust van hoe groot de aktie van een aandachtig vorst kan zijn. Dus zag hij zeer dikwijls zijn ministers en zat hij hun raad voor, telkens als er belangrijke beslissingen te treffen vielen! Hij hield zich daar zeer streng aan.

Hij onderhield ook met zijn ministers een uitgebreide briefwisseling. Hij deelde hen zijn opvattingen mee, zijn aanmerkingen en, indien nodig, uitte hij zijn afkeuring. Hij oefende aldus, in het raam van zijn grondwettelijke opdracht, een werkelijke persoonlijke invloed uit, die meer en meer in de toekomst tot uiting zal komen bij de publikatie van de dokumenten over zijn regering. Het openbare leven had zijn gehele aandacht. Hij toonde een echte eerbied voor de ambtenaren die naam waardig, en, onder hen, voor de ‘grand commis’ van de Staat.

Hij was voortdurend op informatie uit. Hij stond zeer vroeg op en vond de tijd om kranten en tijdschriften te lezen, waaronder de buitenlandse pers. Hij maakte kanttekeningen bij zijn lektuur. Hij beantwoordde zelf de brieven waarvan hij oordeelde dat zij een persoonlijk antwoord verdienden. Hij las en sprak verschillende talen. Zijn lektuur beperkte zich niet tot de pers; hij hield ervan zich zelf als een ‘grote belezene’ te kenmerken, met verschillende belangstellingspunten vanaf de literatuur tot de techniek en de wetenschappen. Hij deed dat alles met veel metode en koos met zorg zijn auteurs. Mijn vader was trouwens een vlijtig man en hij hield van juistheid en precisie.

In de kamer waar hij zich kleedde, was een kleine biblioteek. Op zekere dag toonde hij mij die biblioteek en hij zei: ‘Gij ziet deze boeken: ik lees die terwijl ik op uw moeder wacht om met haar naar een diner of plechtigheid te gaan!’.

Wanneer hij een ogenblik vrij was tussen twee verplichtingen in, of alvorens met de familie aan tafel te gaan, nam hij een boek over de wiskunde en oefende zich in het oplossen van vraagstukken.

Mijn vader had een passie voor de trein. Hij kende het Belgisch spoorwegennet, zoals alleen een specialist dat kent. Als we samen reisden, verlangde hij dat ik de naam van alle stations van de lijn kende. Mijn vader hield ervan het regelmatig verloop van de reistijden na te gaan. Hij kronometreerde de eventuele vertragingen; hij wist dat de 40 sekonden of de 2 minuten vertraging zouden opgehaald worden in dat bepaald deel van de lijn waar de helling dat bepaald percentage had. Hij kende alle types van locomotieven en leerde ze mij ook kennen.

Het gebeurde soms dat wij tijdens een fietstocht in het park van Laken de berm van de spoorweg Brussel-Oostende beklommen, in de hoop een lokomotief Flamme type 10, merkwaardig voor zijn tijd, te bewonderen.

Mag ik herinneren aan het feit dat, toen hij in 1910 de Tsaar van Bulgarije, die eveneens een verwoed liefhebber van de spoorweg was, ontving, hij een beperkt treinstel deed samenstellen, waarmee hijzelf en zijn gast het trajekt Brussel-Oostende aflegden in 1 uur en 13 minuten.

De morele vorming en de opvoeding van zijn kinderen lagen hem zeer nauw aan het hart.

Hij stuurde mij eerst naar Eton, omdat hij zeer veel achting had voor de Engelse edukatieve metodes en speciaal voor die van dat grote kollege, die een werkelijke kweekschool voor staatslieden was. Daarmee wilde hij dat ik mij zorgvuldig zou voorbereiden op de Militaire School. Voor de wiskunde vertrouwde hij me toe aan een zeer vooraanstaand professor die aan de universiteit van Luik doceerde.

Hij wenste ook, dat ik een uitgebreide algemene vorming zou hebben. Als groot bewonderaar van de Franse kultuur trof hij schikkingen, opdat een Frans officier opgeleid in de tradities van het leger, aangeduid zou worden om mij te begeleiden in mijn studiën.

Men heeft veel gesproken over zijn belangstelling voor de sport. Hij wandelde graag en deed dat elke dag. Hij had aan ballonvaart gedaan. Vanaf het begin van de oorlog was hij met vliegtuigen opgestegen, en had hij, met onze befaamde oorlogspiloten de vijandelijke linies overvlogen; het vliegwezen interesseerde hem vanaf de aanvang ervan en hij had met bijzondere aandacht de eerste pogingen van de gebroeders Wright gevolgd.

Hij hield van de motorfiets, die in overeenstemming met zijn smaak was. Gedurende zeven jaar heb ik met motorrijwielen gereden alvorens een wagen te krijgen, want hij vond dat men er beter door gevormd werd. Hijzelf, nam dikwijls zijn motorfiets en verliet Laken te drie uur 's morgens om aan de poorten van de Ardennen te zijn vóór de dageraad en er de dag door te brengen in de eenzaamheid van de grote bossen. Wat de auto's betreft waarover hij beschikt heeft, denk ik wel dat zijn voorkeur ging naar een kleine Ford met twee plaatsen. En met een Zwitserse nummerplaat, waardoor zijn incognito verzekerd werd.

Hij hield ervan mensen te ontmoeten die grote prestaties poogden te ondernemen op het technisch en sportieve vlak.

Zo werd Charles Lindbergh ontvangen te Laken na zijn overtocht van de Atlantische Oceaan. Ook professor Picard, die de eerste onderzoeker van de stratosfeer was, en waarvan mijn vader met entousiasme de verschillende tochten volgde.

Reizen was voor hem een passie. Hij was naar Rusland geweest op negentienjarige leeftijd ter gelegenheid van de kroning van Tsaar Nicolaas II.

In 1908 (het was eigenlijk in 1909, LD), enkele maanden voor het overlijden van Leopold II, had hij Kongo bezocht. Hij zou er later terugkeren.

Deze reizen naar Kongo waren werkelijke studiereizen. Mijn vader wilde de echte toestand van de kolonie zien, de nationale parken ontdekken en vooral de Kongolese bevolking leren kennen. Van zijn laatste bezoek aan Kongo bracht hij een dagboek mee dat een helder en opvallend dokument is.

Hij was als jongeman naar Mexico en naar de Verenigde Staten geweest.

Brazilië en opnieuw de Verenigde Staten hadden hem triomfantelijk ontvangen met mijn moeder en mij in 1919 en in 1920.

Ter gelegenheid van hun vijfentwintigjarig huwelijksleven in 1925 zijn mijn ouders naar Indië geweest. Ze zijn tot in de Himalaya, droom van elke bergbeklimmer, doorgestoten. Er was ook het Midden-Oosten en ondermeer hetgeen tans Israël is, waarvan hij de realisaties erg bewonderde.

Ik zou over een andere van zijn passies moeten spreken. Hij hield zeer veel van de filmwereld. Hij had zelden tijd of gelegenheid films te zien in België: in de zalen van het land was het voor hem zeer moeilijk onopgemerkt de voorstellingen bij te wonen. Hij haalde zijn schade in in het buitenland. Zo ging hij bijvoorbeeld in Parijs vier films na mekaar bekijken!

Nochtans had niets voor hem meer waarde dan het bergbeklimmen, en een van mijn grote vreugden was hem te vergezellen bij zijn tochten.

Hij bezat de villa Hasslihorn bij het Meer van Luzern - hij hield veel van Zwitserland wegens de werkelijk demokratische geest - en hij vertrok vandaar voor ontelbare beklimmingen. Dan waren er ook de Dolomieten. Sommige gidsen behoorden tot zijn beste gezellen, omdat zij eenvoudig waren, waarachtig en geheel toegewijd aan hetgeen zij deden. Het alpinisme heeft hem het leven gekost, maar het heeft hem diepe vreugden bezorgd; de eenzaamheid van de toppen, de inzet van de persoonlijke inspanning, het kontakt met de natuur, de triomf van de wil.

Ik zou nog over zoveel andere zaken willen spreken! Zijn eerbied voor de persoonlijkheid van een ander was zo groot, dat hij er zelfs voor terugdeinsde zijn kinderen te beïnvloeden. Elk menselijk wezen moest zichzelf blijven. Daarom aanvaardde hij zo slecht de druk van de bevelen. Daarom ook had hij zoveel moeite vergiffenis te schenken aan hen die hem bedrogen hadden of die van hem misbruik gemaakt hadden.

Ook daarom had de loyaliteit steeds zoveel waarde voor deze man, die er zijn levensregel van gemaakt had.

De loyaliteit was de maatstaf voor zijn vertrouwen en zijn vriendschap.

Sommige politici die wegens hun opvattingen de verdedigers van de dynastie schenen te moeten zijn, heeft hij altijd met wantrouwen benaderd, omdat hij twijfelde aan de oprechtheid van hun gevoelens. Anderen, die wegens hun politieke opvattingen van hem verwijderd schenen, hebben zijn vriendschap gewonnen door de loyaliteit van hun houding. Ik denk hier aan Emile Vandervelde die hem op zekere dag gezegd heeft: ‘Wat er ook moge gebeuren, ik zal u nooit beliegen’. Daarom huilde Vandervelde bij de dood van mijn vader op 17 februari 1934.

Zo was mijn vader, waarvan de herinnering mijn hele leven beheerst. Een diepgelovig man die onverdraagzaamheid verafschuwde. Een man in de hele wereld beroemd en op een prachtige manier eenvoudig. Een man van de plicht die nooit een ogenblik vergat welke plichten hem toevertrouwd waren. Een grote bedeesde en een man met een grote moed. Een echte man die zijn legende niet nodig heeft om een vruchtbare herinnering en een bewonderenswaardig voorbeeld te blijven. Een man die ook voor mij, en dit vóór alles, mijn vader was.

Koning Leopold III.

Kasteel van Argenteuil, 1975.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.