Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Groene groei en andere illusies
0 Reacties
© Theo Beck / Noemie Perez / Oikos
© Theo Beck / Noemie Perez / Oikos © Theo Beck / Noemie Perez / Oikos
De Mediakaravaan
samenleving

Groene groei en andere illusies

Velen zijn overtuigd van de urgentie van de klimaatontwrichting, maar de ideeën om die crisis te lijf te gaan blijven nog vaak steken in het huidige systeem van constante groei. Toch proberen meer en meer denkers zich los te wurmen uit de houdgreep van het vooruitgangsdenken. Tijdens het non-fictieboekenfestival FAAR in Oostende reikten onder meer ecofilosofe Lisa Doeland en economen Jonas Van der Slycken en Elze Vermaas nieuwe toekomstperspectieven aan.

Het is zonnig in Oostende tijdens het FAAR-weekend begin maart. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht. Misschien is het een paar graden warmer dan normaal voor de tijd van het jaar. Binnen de muren van cultuurcentrum De Grote Post, de hoofdlocatie van het festival, hangt een andere stemming. Dat wordt meer dan duidelijk op de openingsavond, onder de noemer ‘Verrekijkers’, waar onder anderen Stefan Hertmans zijn visie op de toekomst in de verf mag zetten.

Hertmans’ visie, die hij ook neerpende in een essay, richt zich op de ontwrichting van het klimaat. Dat onderwerp noemde hij in zijn essaybundel Verschuivingen (De Bezige Bij, 2022) eerder al de grootste problematiek van deze tijd. Hij stelt dat “wat beter ons best doen” geen oplossing is, omdat we dan voortgaan met de ideologie die de planeet al doodziek heeft gemaakt. Daarom moeten we het klimaatprobleem niet louter als een praktische kwestie beschouwen, maar ook als een filosofische uitdaging. De crisis dwingt ons om ons op een andere manier tot de wereld te verhouden. Die zoektocht naar alternatieve manieren om de toekomst vorm te geven, vormt een rode draad tijdens FAAR.

Volgens Hertmans is de klimaatproblematiek terug te voeren naar een botsing tussen de wereld van de natuur, Gaia, en de wereld van de mensen, Mundus. Sinds de industriële revolutie heeft Mundus Gaia onherstelbare schade aangedaan. Maar nog altijd overheerst het idee dat de twee op de één of andere manier los van elkaar zouden staan. Hertmans licht tijdens de openingsavond toe dat hij niet begrijpt waarom zelfs ecologische politici er niet in slagen om uitgelegd te krijgen dat onze leefwereld groter is dan Mundus alleen. Hij bepleit in zijn essay een culturele revolutie, waarin de hele mensheid zal moeten leren om zichzelf als onderdeel van Gaia te zien – en dus weer aardbewoner te worden.

Ook Lisa Doeland plaatst vraagtekens bij onze gangbare verhouding tot de natuur. In haar boek Apocalypsofie (Ten Have, 2023), waarover ze op FAAR in gesprek gaat met psycholoog Paul Verhaeghe en journaliste Tine Hens, doet ze een beroep op verschillende filosofen om het oeroude onderscheid tussen natuur en cultuur te ontbinden. Er wordt nog weleens beweerd dat de natuur een leeg canvas is waarop Mundus zich afspeelt, een achtergrond die we naar hartenlust kunnen vormen. Dat simplistische onderscheid tussen Gaia en Mundus is niet langer houdbaar in tijden van laatkapitalisme, waarin we op meedogenloze wijze grondstoffen uit de natuur halen en er vervolgens een gigantische hoeveelheid afval in dumpen. Doeland illustreert onze verwevenheid met Gaia aan de hand van microplastics: vanuit onze douchescrub belanden die via ons afvalwater in de natuur, en zo via het drinkwater weer in ons eigen lichaam. Ze spoort aan om onszelf weer te zien als kwetsbaar en afhankelijk van de natuur.

Uit dat verkeerde begrip van de relatie tussen onszelf en Gaia volgen ook een heleboel verkeerde ideeën over hoe we de klimaatcrisis het best te lijf kunnen gaan. Doeland is opgegroeid in de jaren 1990, een tijdperk waarin men nog meer dan vandaag dacht dat eindeloze groei en ecologie hand in hand kunnen gaan. In Apocalypsofie geeft ze het voorbeeld van de kringloopeconomie waarin “niets verloren hoeft te gaan, alles kan worden gebruikt en hergebruikt en alle dingen steeds tot nieuwe dingen worden omgevormd”. Dat soort denken suggereert dat eindeloze economische groei mogelijk is, zelfs in tijden van ecologische destructie. Het negeert ook het feit dat lang niet elke vorm van afval herbruikbaar is. Bovendien is het een vermomde manier om toch weer geld te verdienen aan die vernietiging. Precies dat is een wezenlijk kenmerk van het kapitalisme, zegt Doeland. Dat systeem legt zijn logica op aan de natuur en veinst zo het probleem op te lossen, maar in wezen is het kapitalisme niet veel meer dan een parasiet. De destructieve logica die schuilgaat achter de gedachte van eindeloze groei steunt op het geloof dat de mens volledig in staat is om de natuur te controleren.

De kringloopeconomie suggereert dat eindeloze economische groei mogelijk is, zelfs in tijden van ecologische destructie

Ook psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe hamert nog eens op dat foutieve idee van eindeloze groei: “Het economische systeem waarin we nu zitten, kan niet zonder groei. En die is de afgelopen decennia alleen maar vergroot en versneld. We moeten naar nulgroei, maar in dit systeem is dat onmogelijk. We zullen dus naar een nieuw model moeten, al heb ik er het raden naar hoe dat eruit zal zien.”

Voor een antwoord op dat economische dilemma bieden op FAAR nog twee andere denkers uitkomsten: Elze Vermaas en Jonas Van der Slycken. Vermaas, coauteur van Omgroei. Meer levenskwaliteit voor iedereen (Epo, 2023), trekt een conclusie die vergelijkbaar is met die van Verhaeghe. Het huidige systeem heeft voortdurende groei nodig, zegt ze, en vanuit zijn winsthonger probeert het systeem de kosten zo veel mogelijk af te schuiven op de samenleving. Dat zorgt niet alleen voor ecologische destructie, maar ook voor klassenongelijkheid. Op het moment dat een overheid haar burgers bijvoorbeeld stimuleert om naar een private zorginstelling te gaan aangezien dat tot meer economische groei leidt, treft dat de toegankelijkheid van de zorg voor mensen in een sociaaleconomisch zwakke positie. Volgens Vermaas moeten we naar een systeem dat welvaart niet puur definieert als economisch kapitaal, maar eerder als een graadmeter van het welzijn van mens en milieu.

Ook Van der Slycken, auteur van Genoeg voor iedereen (Manteau, 2023), bepleit een systeem dat zorgt voor mens en milieu aan de hand van een economie die zichzelf niet centraal stelt. Hij doet dat aan de hand van een schematisch cirkelmodel, waarbij de economie de binnenste en nederigste cirkel is. Die cirkel wordt omvat door de samenleving, de economie staat daar dus in functie van. En de samenleving staat vervolgens in functie van de aarde, de buitenste cirkel die alles omvat. Van der Slycken beroept zich dus ook op de verwevenheid tussen Gaia en Mundus die Hertmans en Doeland voorstellen, maar hij plaatst alles meer in een economisch perspectief.

Met zo’n economische blik komen ook problemen in zicht die Doeland en Hertmans minder adresseren, zoals de neokoloniale verhouding tussen het armere Zuiden en het rijke Noorden. Elze Vermaas zegt bijvoorbeeld dat ontwikkelingshulp nog altijd gemotiveerd is vanuit economische groei voor westerse landen, aangezien er voor elke dollar die naar het Zuiden gaat 14 dollar terugkomt naar het Noorden. Het economische model dat Van der Slycken voorstelt, zou een begin zijn om die problematiek aan te pakken (maar nog geen oplossing).

De ideeën van al deze denkers gaan in tegen de waan van de dag, maar hun gedachtegoed komt niet uit de lucht vallen. Allemaal baseren ze zich sterk op De grenzen aan de groei van de Club van Rome, een rapport dat al uit 1972 dateert. Hoewel die publicatie veel ruchtbaarheid heeft gekregen, is het kapitalisme ongedwongen haar gang blijven gaan. Het is een sceptische kanttekening die je kan plaatsen bij al deze denkers die alternatieve ideeën over de toekomst van de planeet actualiseren: waarom zou de politiek hun gedachtegoed nu wel oppikken?

De klimaatzaak is een collectieve opdracht die begint bij een stevig gesprek over waar we naartoe willen

Tegelijk is het ook belangrijk te beseffen dat de identiteit van onze samenleving veranderlijk is. De wurggreep van het vooruitgangsdenken hoeft dus niet permanent te zijn. Paul Verhaeghe maakt een vergelijking met de feministische emancipatiegolven. Die begonnen allemaal doordat vrouwen met elkaar in gesprek gingen, waarna ze zich verenigden in protestbewegingen en vervolgens het patriarchaat behoorlijk aan het wankelen brachten. De klimaatzaak is net zo’n collectieve opdracht, die begint bij een stevig gesprek over waar we naartoe willen.

Welke plaats heeft ecofilosofie – het nadenken over alternatieven voor onze planeet – in dat gesprek? Het slotwoord van Apocalypsofie biedt handvaten. Doeland schrijft dat ze met haar boek niet wil aanzetten tot naïef optimisme (een kenmerk van het neoliberale vooruitgangsdenken), maar eerder tot gezond pessimisme. Die denkhouding is deemoediger en biedt een meer omvattend beeld van de klimaatontwrichting, waarvan veel gevolgen onomkeerbaar zijn. Niet alles zal zomaar goedkomen. En van de talloze diersoorten op aarde, waarvan er momenteel heel wat op uitsterven staan, is de mens er overigens ook maar één. Een beetje nederigheid is op zijn plaats.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.