Deel artikel

kunst

Vorm volgt uit functie? Bij kunstenaar Kevin Bauer is het andersom

17 januari 2022 5 min. leestijd

De sculpturen van Kevin Bauer zijn allemaal uniek en flirten tegelijk met de uniforme beeldtaal van massaproductie en readymades.

Je wordt elke dag omringd door tientallen, indien niet honderden objecten: het beeldscherm waarop je dit artikel leest bijvoorbeeld, en de stoel waarop je zit. In het dagelijkse leven zou je er zo aan voorbijgaan dat al die objecten zijn bedacht door een of meerdere personen, en vervolgens door menselijke handen zijn gemaakt of juist industrieel en massaal geproduceerd.

Kevin Bauer (1987) staat regelmatig stil bij zulke voorwerpen en hun vormen en details: als hij bijvoorbeeld een plank tegenkomt met een randje daaraan, vraagt hij zich af of dat een functie heeft of zou kunnen hebben, of dat dat juist puur decoratief is. Zijn sculpturen sluiten nauw aan bij de beeldtaal van alledaagse gebruiksvoorwerpen, design en massaproductie – maar nooit helemaal naadloos.

Zo bouwt hij aan een herkenbaar oeuvre waarin het ene kunstwerk bewust of onbewust het startschot volgt voor een volgend project, en waarin de balans tussen toegepaste en autonome kunst prikkelend relatief blijkt.

Design, andersom

Volgens het credo van design volgt de vorm uit de functie. De uiterlijke verschijningsvorm kan verschillen, maar wordt uiteindelijk bepaald door een of meerdere praktische doelen. Bauer draait dit uitgangspunt eigenlijk om: de functie van zijn sculpturen zou je het oproepen van associaties kunnen noemen, en die ontstaan op basis van de verschijningsvorm. De beelden doen weliswaar constant denken aan gebruiksvoorwerpen, maar je kunt ze niet gebruiken. Soms wijkt het object daar te sterk vanaf, of zorgt de constellatieachtige opzet van de sculptuur ervoor dat afzonderlijke elementen geen praktisch nut kunnen vervullen.

Bauer maakt zijn ‘gevonden voorwerpen’ zelf. Zo kan hij doelgericht afwijkingen aanbrengen

Dat zorgt voor een soort kortsluiting tijdens de kunstbeleving; er klopt iets niet, en dat zat het hele object – en daarmee het kijken – onder spanning. Een goed voorbeeld is de vroege sculptuur Illuminated Cavities (2012), waarvoor hij onder meer het geraamte van een piano gebruikte; een ontzettend zwaar ding. Daardoor voelde hij zich uitgedaagd om het de uitstraling mee te geven dat het gewichtloos was, alsof het nauwelijks op de grond of andere dragers steunde.

Bauer bekent dat hij op de kunstacademie maar moeilijk aan het idee kon wennen dat zijn werk géén nuttig doel had. Hij werd aanvankelijk opgeleid in een praktische, marketingachtige richting. In die tijd maakte hij onder meer commerciële onderwerpen, bedacht hij communicatiestrategieën en bouwde hij stands.

Toen hij een vriendin vertelde over zijn plannen om zijn bed in een soort zwevende installatie om te bouwen, opperde ze dat de kunstacademie weleens wat voor hem zou kunnen zijn. Hij zocht haar op bij de AKI (Enschede). Zijn eerste indruk was dat hij op een vrijplaats was gestuit, vol studenten met dreadlocks en op blote voeten, die aan het werk waren met materialen die uit de vuilnisbak leken te komen. Hij besloot zich direct in te schrijven.

Na het eerste jaar, waarin iedereen kennismaakte met een breed scala aan media, moest hij vervolgens bepalen of hij een twee- of driedimensionale studierichting in wilde slaan. Ruimtelijk werk maakte hem ongerust; naar eigen zeggen lag hij ‘s nachts weleens wakker van de opdrachten die hij voor het ruimtelijke vak moest afmaken. Dáár moest wel wat te ontdekken zijn.

Tussen kunst en ambacht

Bauers sculpturen rond die tijd waren vaak geënt op geometrische vormen. Maar toen het in 2011 niet wilde lukken met een groot, rechthoekig object, besloot hij het uit frustratie doormidden te zagen. De vloerdelen werden een geometrische, wolkachtige constructie en daarboven zette hij diagonaal een deur, waarin hij een gat maakte zodat je door het hele kunstwerk heen kon kijken. Dat trof hem. Deconstructie bleek een frisse impuls in zijn kunst te zijn: met een paar ingrepen kon hij vertrouwde indrukken onklaar maken.

Hij begon ook steeds vaker gevonden voorwerpen te gebruiken, zoals een deel van zijn bed. Die gaf hij dan een plaats in composities die ook de invloed van de schilderkunst verraden, door de verhouding tussen de vormen én kleuren van de afzonderlijke onderdelen. Zijn recentste ‘muurwerken’, zoals Practicularity en Never a Dull Moment (2021), lijken net schilderijen die opgetrokken zijn uit materialen als multiplex, kunstleer en stopverf. De vormen komen gedeeltelijk los van de drager, die ook zelf de aandacht opeist: in een ‘normaal’ schilderij zou dat hout helemaal geverfd zijn. Nu kijk je naar transparant gelakte platen die uit een bouwmarkt weggelopen lijken te zijn.

In de afgelopen jaren is er iets verschoven in Bauers benadering van zijn beeldtaal. Hoewel zijn sculpturen nog vaak ogen als assemblages van gevonden voorwerpen, maakt hij de objecten nu zelf. Vaak kijkt hij daarbij naar een concreet voorbeeld, zoals een stellingkast (Labile, 2017) of een glasbok (The Journey, 2019). Door die verschuiving in zijn maakproces wordt maatwerk mogelijk, wat trouwens ook betekent dat hij veel bewuster een afwijking in zijn objecten kan aanbrengen.

Als (vroeg) voorbeeld noemt hij Et Ita Factum Est (2015), dat geënt is op een schip. Verschillende toeschouwers vroegen zich af of hij daar echt een deel van een boeg voor had gebruikt, maar dan wees hij hen op de ongebruikelijke ronding in het beeldelement. Die zou daar ‘in het echt’ nooit in hebben gezeten.

Een jaar later betekende een beurs van het Mondriaan Fonds een belangrijke stimulans in deze richting. Met deze subsidie schafte Bauer onder meer gereedschap aan waarmee hij veel gerichter zijn materialen kon gaan bewerken en inzetten. Zijn atelier oogt dan ook als de werkplaats van een ambachtsman: netjes opgeruimd, geen kunstboeken (die staan thuis), maar wel een groot gereedschapswand en kisten met daarin frezen en zagen.

De expositieruimte als showroom

(Vrijstaande) sculptuur is per definitie een medium dat de ruimte naar zijn hand zet. Dat heeft onder verschillende kunstenaars geleid tot een kruisbestuiving tussen beeldhouw- en installatiekunst, zo ook bij Bauer. Zijn eerste substantiële solo-expositie, Vormaliteit (april-juli 2018 in Concordia, Enschede), benaderde hij als een grote installatie, waarin veel van de beelden op eenzelfde soort sokkel werden gepresenteerd. Geheel des Bauers liet hij zich daarvoor inspireren dooor de ronde platformen van showrooms. Zijn composities stonden daarop als waren ze pakweg wasmachines of auto’s, zo aantrekkelijk mogelijk gepresenteerd om consumenten te overtuigen.

Maar Bauer zou evenmin Bauer zijn als er ook hier iets niet klopte: de schijven waren ruw en niet erg gelijkmatig. Daardoor waren de afzonderlijke sculpturen en hun sokkels toch uniek, niet in de laatste plaats in hun details. Tegelijkertijd stonden ze ondertussen overduidelijk te flirten met de behoorlijk uniforme beeldtaal van massaproductie – de spanning van Bauers oeuvre in een notendop.

Een ander spanningsveld, hoewel meer op maakvlak, is dat tussen intuïtief en planmatig werken. Zijn recentste, letterlijk grootste project – met een oppervlakte van ongeveer 250m² – dwong hem immers ook om het proces strak te organiseren. Het enigszins postapocalyptisch ogende Half Past History maakte hij voor de PaltzBiënnale 2021 (te zien van 18 juni t/m 18 juli), gehouden op een landgoed in Soest.

Tussen de bomen liet hij moeilijk te definiëren vormen verrijzen, die je tegelijkertijd direct in verband brengt met het beton en de beeldtaal van stedelijke architectuur. Het project werd zelfs aangekondigd met het soort billboards dat je tegenkomt bij nieuwbouwprojecten, die alvast een visuele indruk geven van wat hier gebouwd wordt. Bauer heeft tegen zijn architecturale elementen vaak leuningen aangebracht, die ook regelmatig ‘los’ in het bos staan – een overduidelijke verwijzing naar een entree, maar een die uiteindelijk nergens naartoe leidt. De daadwerkelijke stad blijft zo steeds buiten bereik; de moderniteit is half weggezakt in de natuur, alsof die laatste al een tijdje aan de winnende hand is. De vormen zijn onmiskenbaar, maar de functie is een spook geworden dat je niet met rust laat.

kevin-bauer.co

Kunst van Kevin Bauer is (onder voorbehoud) te zien vanaf 2 april in Galerie Bart (Amsterdam, solo-expositie), vanaf 6 juni in Anningahof (Zwolle, groepstentoonstelling) en vanaf september 2022 in galerie Utrecht Down Under.

Maarten Buser-1- -Aad Hoogendoorn

Maarten Buser

kunst- en poëziecriticus, dichter

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291b0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)