De eerste Franse knooppuntenroute leidt je over Frans-Vlaamse heuvels
Wielerfans beleven op dit ogenblik hoogdagen. De Ronde van Vlaanderen is nog maar pas voorbij of zij kunnen al uitkijken naar een volgende, hopelijk spannende, Parijs-Roubaix. Voor de recreatieve fietser, die rustig op een stadsfiets van het landschap geniet, viel er op het einde van maart ook al een belangrijke gebeurtenis te noteren.
Fietstoerisme is in (Belgisch)-Vlaanderen een zeer succesvolle sector. Voor een belangrijk deel is dat dankzij de ontwikkeling van een zeer uitgebreid netwerk van fietsknooppunten. Dat systeem werd ontwikkeld door een Limburgse mijningenieur en heeft zich sinds het eind van de vorige eeuw over heel Vlaanderen verspreid. In de provincie West-Vlaanderen alleen al telt het netwerk bijna 4.000 km. Het heeft ook een economisch belangrijke sector gecreëerd.
Langs de verschillende parcours hebben zich horecazaken gevestigd die helemaal op de fietstoerist gericht zijn, er zijn apps ontwikkeld, routeplanners, enz. Men heeft berekend dat elke fietstoerist tussen 6 € en 25 € spendeert. In 2016 betekende dat voor de Leiestreek alleen, zeg maar de streek rond Kortrijk, een zakencijfer van ruim 10 miljoen euro.
Het eerste Franse knooppuntennetwerk
Dat knooppuntensysteem verspreidde zich ook snel in andere Europese landen. Je vindt het bijvoorbeeld in heel Nederland. Het is dan ook verwonderlijk dat dit populaire systeem nog niet bekend was in Frankrijk. Maar daar komt nu verandering in. Einde maart werd in Frans-Vlaanderen het eerste Franse fietsknooppuntennetwerk ingehuldigd. Het leidt de fietser door de Leievallei en over de Frans-Vlaamse heuvels. Dit project werd gerealiseerd in het kader van Eurocyclo. Dit is een groot Europees samenwerkingsproject waarmee men een kwalitatief toeristisch aanbod voor fietsers wil ontwikkelen rond drie grote grensoverschrijdende routes
De knooppuntenroute “Leievallei & Frans-Vlaamse heuvels” telt ongeveer 830 kilometer, is bewegwijzerd met ruim 2.300 borden en brengt de fietstoerist langs mooie steden en dorpen, zoals Cassel, Belle (Bailleul) of Godewaersvelde en langs interessante toeristische plaatsen zoals het Musée de Flandre, het Huis van de Slag in Noordpene, het Museum Benoît de Puydt in Belle, enz. Er worden jaarlijks zo’n 150.000 fietsers verwacht. Daarbij zullen zonder twijfel veel Vlamingen van over de grens zijn, want de nieuwe fietsroute sluit naadloos aan op het West-Vlaamse fietsnetwerk. Een fietskaart kan in de meeste toeristische centra gekocht worden.
De toeristische dienst van het Noorderdepartement heeft ook een aantal acties gepland om deze nieuwe route te promoten. Op 19 mei a.s. beginnen bijvoorbeeld de Zomerfietsrally’s. Alle informatie hiervoor vind je hier.
Misschien is dit een goede tip voor de vele fietsers die tijdens de paasvakantie wat ontspanning zoeken. De Vlaamse heuvels vragen wel wat inspanning. Echte kasseistroken zul je daar niet veel tegenkomen, die zijn bestemd voor de beroepsrenners die zondag Parijs-Roubaix rijden.