Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Fieke Junior Van der Gucht vertelt Roodkapje [transcriptie]
0 Reacties
taal

Fieke Junior Van der Gucht vertelt Roodkapje [transcriptie]

Fieke Van der Gucht vindt een cassette waarop ze ‘Roodkapje’ navertelt, en dit is de transcriptie daarvan. Maar hoe oud is ze in deze opname? Lees het in haar column ‘Dit is een klus voor de taaldetective’.

__________________________________

<Tante>

Vertel eens van Roodkapje?

<ik>

Roodkapje? Wacht hé, waar is Roodkapje? Geeft den boek ies dichter? En dan van ‘t eerste blad. [Roodkapje was het eerste sprookje uit de verhalenbundel].

[Intermezzo: huilende baby.

<ik>: Da heeft uw kindje gedaan hé? Tot op heden heb ik geen flauw idee om welke baby het gaat. De tante in kwestie heeft geen kinderen. Het moet vermoedelijk over mijn broertje, neefje of nichtje gaan. Verder weet ik ook niet wat het kindje op de kerfstok had, behalve huilen dan.]

<ik>

En Roodkapje ging naar Grootmoe.

‘Oppassen, op ‘t koerke blijven. Want euh.’

En ze blijft op ‘t koerke. [Versta: Moeder vraagt Roodkapje eigenlijk om een mand lekkers naar Grootmoe te brengen en daarbij netjes het bospad te volgen. Waar ik dat ‘koerke’ vandaan haal, geen idee.]

En wie komt ze tegen? De wolf. Maar ‘t is nen andere wolf bij Grootmoe. [Versta: een andere wolf dan die uit De Wolf en de zeven geitjes.]

Ik zal ies eerst naar ‘t huisje lopen, zegt de wolf. [Ik las precies dezelfde pauze in als mijn grootvader altijd deed]. Van Grootmoe.

[intermezzo: brabbelende baby.

<ik>: Da heeft hier da kindje gedaan. Da weet da kindje nog nie. Want daar kijk ik toch nie noar. Let op de Sint-Nikloase oa in ‘noar’. En vergeet vooral hoe onsympathiek ik overkom ten opzichte van de huilende baby.]

<ik>

En ze trekt de bloemetjes af. [Weer over naar Roodkapje die duidelijk afdwaalt van het pad]. En ze gaat in het huisje van Grootmoe:

- Wie is het?

- De wolf. [Ik verklap hier meteen al de clou! In het bed ligt niet Grootmoe, maar de wolf. Ik had de wolf natuurlijk “Grootmoe” moeten laten antwoorden op de vraag “Wie is het?”].

- Wat heb je grote oooogen! Wat heb je grote ooooren! Wat heb je grote tanden! [Roodkapjes stemfrequentie gaat flink de hoogte in, alsof ze al onraad ruikt.]

- Om u goed te opeten!

En de jager komt. [Ik sla duidelijk een heel stuk over, vermoedelijk omdat ik al een hele opname van de Wolf en de zeven geitjes achter de rug had.]

En die gaat het mes opendoen. [Versta: de buik van de wolf opensnijden met een mes]

En ze komen d’eruit. [Versta: Roodkapje én Grootmoe. Ik heb niet meegegeven dat Grootmoe eerst al verslonden was door de Wolf.]

En de jager zegt: ‘Da komt er van, hé.’ [Deze zin is een standaardzin van mijn moeder. Te gebruiken na klein en groot onheil dat me overkwam nadat ze er nog wel vooraf voor gewaarschuwd had.]

En ze giet een tasje wijn.

En hier is ze blij.

Da was ‘t allemaal. Zo, da was ’t allemaal!

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.