In Doornik worden de bogen van de dertiende-eeuwse Pont des Trous afgebroken. Door de geplande verbinding tussen het Seine- en het Scheldebekken moeten ze plaats maken voor grotere schepen. Wordt historisch erfgoed opgeofferd voor economische vooruitgang?
De beelden gingen deze zomer de wereld rond. “Middeleeuwse brug gesloopt in Belgische stad”, schreeuwden de krantenkoppen over de afbraak van de bogen van de bekende Doornikse Pont des Trous. Volgens de voorstanders is dit nodig voor economische ontwikkeling en om het watertransport van de toekomst mogelijk te maken. Volgens de tegenstanders is het een onomkeerbaar kwetsuur voor Doornik. Maar de waarheid blijkt iets meer genuanceerd.
© Carl Uytterhaegen
De Pont des Trous vormt al eeuwenlang samen met het belfort en de kathedraal een markant historisch trio in Doornik. De grandeur van de voormalige hoofdstad der Franken is op vele plekken in de stad nog zichtbaar. Een wereldstad is dit geweest. Geen wonder dan ook dat de inwoners sterk gehecht zijn aan hun patrimonium. Nu de kathedraal weer uit de steigers is, is het plaatje even helemaal compleet geweest. Tot begin augustus – pal in de zomervakantie – kranen resoluut de overspanning van de Schelde begonnen af te breken. Na jarenlange onderzoeken, politieke discussies en een burgerbevraging moeten de bogen plaats ruimen voor grote schepen.
De heisa is te begrijpen. Stel je eens voor dat men begin de 20ste eeuw niét had besloten om de Leie in Kortrijk om te leiden en dat alle scheepvaart onder de Broelbrug moet varen. Wat een discussie zou het niet veroorzaken dat ingenieurs de Broelbrug zouden willen opblazen om grotere schepen toe te laten. Die discussie wordt in Doornik gevoerd. De Pont des Trous is immers een iconische brug. Zij is een van de weinige overblijfselen van de middeleeuwse militaire architectuur in België. De brug werd gebouwd op het einde van de dertiende eeuw en maakte deel uit van de omwalling van Doornik.
© Boucau
Erfgoed onder druk
Maar is die brug wel middeleeuws? Net zoals de overspanning tussen de Broeltorens in Kortrijk, dateren de bogen van de brug van na de Tweede Wereldoorlog. De torens zijn middeleeuws, niet de brugbogen. Bovendien zijn de bogen die na de oorlog zijn opgetrokken hoger dan de middeleeuwse exemplaren, precies om grotere scheepvaart mogelijk te maken. Tot aan de Tweede Wereldoorlog konden enkel kleine rivierschepen in Doornik passeren, de hogere bogen lieten grotere schepen toe. De geschiedenis herhaalt zich dus.
De hele constructie van de Pont des Trous is over de tijd heen regelmatig bijgewerkt. Zo bewaart het Leuvense archief KADOC een restauratieontwerp uit 1894. De Gentse architect-politicus Arthur Verhaegen wilde toen de brug nog meer middeleeuwse elementen meegeven dan ze ooit had. Deze plannen werden goedgekeurd maar niet uitgevoerd. Er werd gekozen voor een gewone update en restauratie. In de negentiende eeuw stond erfgoed overigens bijzonder onder druk in Doornik. De ‘arc des chaufours’ werd gesloopt in 1874, de ‘Arche de Saint-Jean’ in 1832, het oude gemeentehuis in 1820 en de Sint-Pieterskerk in 1821.
Doornik is een welvarende stad met een breekbaar economisch weefsel
Waarom moet die grotere scheepvaart mogelijk worden in Doornik? Dat is net omwille van de geplande verbinding tussen het Seine- en het Scheldebekken. Werken die al een paar decennia ook Zuid-West-Vlaanderen in haar greep houdt, en waarbij bruggen zijn verhoogd, rivieren gekanaliseerd en verdiept. In Menen moeten de werken nog starten, in Harelbeke is de sluis bijna af. Kortrijk kan al een poosje terugblikken en kampt intussen met een regelmatig defecte tafelbrug. Heel wat investeringen dus, met als doel om vrachtwagens van de weg te halen en tegelijk economische activiteit te versterken.
En net dat kan Doornik goed gebruiken. De stad is de meest welvarende van de provincie Henegouwen, maar heeft tegelijk een breekbaar economisch weefsel. Nieuwe watergebonden bedrijvigheid zouden de regio een boost kunnen geven. Maar of de Scheldewerken zullen leiden tot lokale economische groei, dat blijft evenwel de vraag volgens tegenstanders van de afbraak van de Pont des Trous. “Passage van grote vervuilende schepen”, dat is wat we zullen krijgen, zeggen ze.
McDonald
Het stadsbestuur ging niet over één nacht ijs. De stad Doornik organiseerde tal van overlegmomenten en dialoog, er kwam zelfs een volksbevraging. Daar werden ook scenario’s voorgesteld voor de wederopbouw, gaande van het niet opnieuw opbouwen tot een plan voor het bouwen van hoge moderne bogen van architect Olivier Bastin. Die laatste zijn nu opnieuw voorwerp van discussie sedert de sloop van de bogen. Te modern volgens sommigen, door hun karakteristieke bogen wordt de nieuwe brug smalend de McDonald’s genoemd.
Het blijft nog wel even rommelen in Doornik. Over de verlaagde kaaien die men plant aan de Pont des Trous is men het eens, over de wederopbouw van de brug dus niet. De ambtenaren van het Waalse agentschap voor patrimonium hebben intussen een stakingsaanzegging ingediend. Zij zijn het moe om met beperkte middelen te werken en vinden dat ze er onvoldoende in slagen om het Waalse erfgoed te verdedigen.