Maas Theater en Dans uit Rotterdam, het enige Nederlandse jeugdgezelschap met een eigen huis en een eigen programmering, maakt prachtig theater. Voor de jeugd, maar ook voor de volwassene die bereid is het kind in zich vrije doorgang te verlenen.
Als toneel niet de mooiste leugen was, welk kind zou er dan in geloven? Een kind dat zichzelf voor de buitenwereld onzichtbaar kan maken door zijn ogen te sluiten, dat zichzelf kan verbeelden met poppen te communiceren, dat in staat is te vertrouwen opeen bisschop die cadeaus komt brengen. Wat een enorme goudmijn ligt er in de kinderziel verborgen om de magie van het theater tot volle wasdom te laten komen.
Jeugd- en jongerentheater dat erin slaagt dat potentieel aan te boren, doet wat het moet doen: de jeugd rijp maken voor de kunst, voor de schoonheid en de troost. Een parel aan de kroon van het Nederlandse theater voor de jongste generatie is Maas Theater en Dans uit Rotterdam. Een gezelschap, waarin vijf jaar geleden – door de financiële nood gedwongen –drie gezelschappen bij elkaar kwamen:dansgezelschap Meekers en de theatergroepen Max.en Siberia. Deze drie bundelden in 2013 hun krachten en betrokken als thuisbasis de plek die inmiddels Maaspodium heet, maar die ooit begon als de nieuwe locatie van het Onafhankelijk Toneel, het ensemble dat gedwongen werd zichzelf per 1 januari 2013 – na bijna veertig jaar –op te heffen wegens het wegvallen van subsidies.
Voormalige liefhebbers van het Onafhankelijk Toneel, waartoe ik ook mezelf reken, hebben het nog steeds moeilijk met die opheffing en de annexatie van het theatergebouw door Maas, al vergoedt de kwaliteit van het fusiegezelschap en de intensiteit waarmee dat schitterende podium in het Lloydkwartier, vlakbij de Euromast en de Maastunnel, wordt gebruikt zeer veel, zo niet alles. Maas is overigens het enige jeugdgezelschap in Nederland met een eigen huis en een eigen programmering, een prestigieuze status die dan ook continu bevochten moet worden op beleidsmakers en geldverstrekkers.
© Nichon Glerum
Ik heb Maas in het verleden weliswaar incidenteel, maar in de afgelopen maanden tamelijk systematisch gevolgd –en ik geef me gewonnen: hier wordt prachtig theater gemaakt, niet alleen voor de jeugd, maar ook voor de volwassene die bereid is het kind in zich vrije doorgang te verlenen. Om een beeld te geven van de werkwijze en de geaardheid van Maas laat ik een aantal recente producties de revue passeren.
Fraai geregisseerde chaos
De jubileumvoorstelling waarmee het gezelschap zijn eerste lustrum vierde, viel in de categorie XL: theater voor volwassenen en jongeren. De titel is FEEST, inderdaad met hoofdletters, niet zozeer om de opgewekte stemming te accentueren, maar eerder om aan te geven: het wil binnen het kader van de voorstelling almaar geen feest worden, maar misschien helpt het de ontbrekende vrolijkheid door middel van kapitalen te overschreeuwen. Alleen in de titel al zit dus spanning en conflict, en precies van die ingrediënten moet drama het van oudsher hebben.
FEEST is wel degelijk een lust voor oog en oor, al was het alleen maar om de fantastische mix van spel, dans, muziek en niet in de laatste plaats acrobatiek. Het is van meet af aan duidelijk dat de fysieke aspecten de psychologie overstijgen in deze fraai geregisseerde chaos die in de verte doet denken aan de film Trainspotting en aan Lodewijk de Boers The Family, de legendarische voorstelling die dan ook een inspiratiebron vormde voor artistiek leidster en regisseuse Moniek Merkx.Niet polonaises en feestmutsen bepalen de sfeer van dit feest, maar vechtpartijen en wapentuig. Alles echter in een gestileerde ambiance en in een toonzetting waar de ironie aangenaam doorheen sijpelt, en niet te vergeten met een verfrissend, zeskoppig spelerstableau, aangevuld met tien studenten van de middelbare beroepsopleiding theater en tot slot ook nog eens met een groep bijzonder bijdehante kinderen.
Phile Deprez
Eveneens een XL-productie is Victory, een dansperformance die lijkt te willen aansluiten bij de huidige pedagogische trend naar het recht op falen. Moed om te falen, “faalvaardigheid” wordt in onderwijskringen en daarbuiten de laatste tijd nogal eens neergezet als een belangrijke competentie voor een prikkelende leeromgeving. Victory, geconcipieerd en geregisseerd door Cecilia Moisio, poogt “typische faalsymptomen” om te zetten in beweging, en gedeeltelijk lukt dat ook. Want inderdaad zien we vier performers en een muzikant op virtuoze wijze struikelen, vallen en uitglijden, maar het manco van Victory is, dat dat gebeurt op een wijze die nauwelijks verder reikt dan een visueel aantrekkelijke circusact.
Videobeelden waarin de performers het publiek toespreken – in het Engels –proberen die tekortkoming inhoudelijk te compenseren en aan het abstracte geheel de beoogde context te verlenen. Niet alleen dat Engels echter, maar ook de zwakke articulatie en de clichématige teksten blijven ver verwijderd van het dansgedeelte en versmelten er te weinig mee om de voorstelling duiding te geven. Wat blijft, is een aangenaam kijk- en muzikaal luisterspel met weinig zeggingskracht en van een iets te lange duur.
Magische illusies
Nichon Glerum
Theater als gesublimeerde vorm van liegen, daar begon dit artikel mee, en dat wezenskenmerk komt langs alle denkbare lijnen uit de verf in – de titel geeft het al bijna aan – De jokkebrokker, een voorstelling voor zesplussers die op metaniveau óók gaat over wat liegen en wat waarheid is. Een goochelaar, Monsieur Fantastique Liegenie, brengt voor zijn op geld en macht beluste impresario geld in het laatje, maar zijn dochtertje brengt hij in verlegenheid: is al dat liegen en bedriegen van haar vader eigenlijk wel fatsoenlijk?
Het is duidelijk waar De jokkebrokker op aanstuurt: kinderen laten nadenken over waarheid en leugen, over feiten en verzinsels, over echt en fake. In dit trumpiaanse tijdperk is dat uiteraard een belangrijk onderwerp, en het kan geen kwaad kinderen al zo vroeg mogelijk met de basisprincipes van dit (woorden)spel te confronteren. In de randprogrammering worden ook de begeleidende ouders meegenomen: hoe gaan zij om met de waarheid, welke leugens zijn functioneel en welke schadelijk? Een voorstelling, kortom, die relevant is vanwege de opgeworpen vragen, maar niet in de laatste plaats ook heerlijk is vanwege het spel van de drie acteurs en de magische illusies die hun aantrekkelijkheid blijven behouden ondanks het geboden tegengas.
Hoogtepunt van mijn toch al plezierige verblijf in de wereld van Maas was zonder meer ChitChat, een “bewegend klankgedicht” voor vierplussers, geproduceerd in samenwerking met het Antwerpse collectief Tuning People. In een eigen choreografie dansen Charlotte Goesaert en Karolien Verlinden een virtuoos duet dat een klein uur lang een glimlach van oor tot oor genereert. De herhaalde bewegingspatronen, de briljante timing, de aanstekelijke energie – het klopt allemaal tot op de centimeter en het vormt een hoogstaand harmonieus geheel met de ingenieuze geluidsmix van Joost Maaskant.
© Nichon Glerum
De twee jonge danseressen werken soms samen, soms werken ze elkaar tegen; soms zijn ze de beste vriendinnen, soms de grootste ruziemaaksters: hun choreografie lijkt een spiegel van het echte sociale leven waarin alles meestal van een leien dakje gaat, maar waar nu en dan ook obstakels te overwinnen zijn. De kinderen in het theater lijken die echo naar de werkelijkheid te verstaan, gezien de directe en ontwapenende reacties die hun betrokkenheid weergeven. In het Engels mag chit-chat dan zoiets als “gebabbel” betekenen, met betrekking tot deze dans roept dat klankdoublet eerder associaties op met de tegenstellingen (lief-boos, zacht-wild, meegaand-tegenstrevend) die er het fundament van vormen. Maar gelukkig komt uiteindelijk alles goed en nemen de danseressen eensgezind het applaus in ontvangst.
Grote thema's
Het is hierboven niet meer dan een klein, vers boeket uit de rijkdom aan voorstellingen waarop Maas het publiek van jong en oud nu ruim vijf jaar trakteert. De groep wil, zoals het oprichtingsstatuut het indertijd formuleerde,“jonge mensen (professioneel) theater laten ontdekken en daarmee zichzelf en de wereld”. De nog maar korte geschiedenis toont aan dat het gezelschap ruimschoots aan dat streven voldoet. Partnerschap en gastheerschap voor andere gezelschappen en theatermakers, workshops van allerlei soorten en in allerlei genres, optredens op (praktijk)scholen en tijdens festivals, minder voor de hand liggende samenwerkingsverbanden als met justitiële instellingen, evidente invulling aan het begrip diversiteit: het kan hier alleen maar worden aangestipt, maar ook dát is Maas Theater en Dans.
Toen Maas voor Liefde in 2017 de Gouden Krekel won voor meest indrukwekkende jeugdproductie, zei artistiek leidster Moniek Merkx in een interview: “De prijs bevestigt dat we dingen maken die niet alleen wij mooi vinden, maar ook in het veld worden gewaardeerd.”En verder: “Ik heb aan het begin van dit kunstenplan gezegd, ik wil grote thema’s gaan behandelen. Dat begon met het thema liefde. En er staan er nog meer op het lijstje, zoals de dood, heldendom en familie.”
Met een beetje fantasie zou je op basis van de recente Maas-voorstellingen al kunnen zeggen dat die belofte is ingelost. Maar duidelijk is dat Merkx, inmiddels dertig jaar regisseur en schrijver, ambities heeft die verder reiken. In een recent interview zegt ze: “Er is nog zoveel te doen. We zijn nu nog echt publiek aan het kwéken, zo zie ik dat. Hopelijk ontstaat er op termijn een stevige basis van jeugd die kunst leuk vindt.”
© Clara Hermans