Deel artikel

geschiedenis recensie

Een geschiedenis op maat van het complexe verhaal dat België heet

12 augustus 2024 5 min. leestijd

Met hun bijna zevenhonderd pagina’s tellende België. 2000 jaar geschiedenis leveren Guy Vanthemsche en Roger De Peuter een goede synthese af, met voorzichtige aanzetten tot nieuwe visies.

Guy Vanthemsche en Roger De Peuter behoren beiden tot het gild van academische historici van de Vrije Universiteit Brussel, beiden inmiddels als emeriti, beiden als specialisten in de sociaaleconomische geschiedenis. De Peuter concentreerde zich op de late middeleeuwen en de Nieuwe Tijd, Vanthemsche op de hedendaagse periode, inbegrepen een paar mijnenvelden als Congo of de invloed van holdings als de Société Générale op de Belgische politiek.

Vorig jaar brachten beiden samen bij Cambridge University Press A Concise History of Belgium uit, in een reeks over geschiedenissen van naties in Europa. Dat was toen goed voor 400 bladzijden, bij de Nederlandse variant die nu op de markt komt is Concise weggevallen en komen we op 700 pagina’s uit. Dat heeft er onvermijdelijk ook mee te maken dat je aan de betrokkenen veel meer uitleg en nuance moet verschaffen, wat bij de Engelsen minder hoeft, vanuit hun perspectief van over het Kanaal (en mentaal nog verder).

En de auteurs lopen inderdaad over eieren, van in hun inleiding. Nationale geschiedenis zoals die veel te lang in de twintigste eeuw is beoefend, is oude koek. Dus beperken de twee zich bewust tot het beschrijven en analyseren van het verleden van de ruimte die nu België heet. Ze erkennen dat zoiets ook een arbitraire keuze blijft. Maar ze benadrukken “geen enkele staatsvorm, bestaand of gewenst, te rechtvaardigen.”

Daar slagen ze ook in, meteen in die inleiding trouwens, met misschien wat curieuze omleidingen. De twee historici sommen acht historische ontwikkelingen op die dit territorium behoorlijk uniek maken. Ze nodigen de lezer vervolgens uit een wat vreemde reis te maken, als volgden we Leopold I door het landschap van zijn nieuwe vaderland bij zijn aantreden in 1831. Daarop volgt een vier pagina’s vullende uiteenzetting over de verschillende betekenissen die een achttal termen kunnen hebben: België, Lage Landen, Nederlands, Vlaanderen, Brabant, Luik en Wallonië. Het werkt, als een bad van denationalisering, vooraleer je aan het eigenlijke verhaal begint.

Al na een derde van het boek komen we bij de Franse Revolutie uit. Over wat daarvoor komt, maken de auteurs duidelijk dat je daar geen België moet zoeken, ook niet bij de allereerste die iets schreef over dit territorium, Julius Caesar. Ze serveren een vrij klassiek overzicht van de Romeinse, Frankische, feodale, Bourgondische en Habsburgse tijdperken.

Vanthemsche en De Peuter zijn heel grondig, overzichtelijk, onderbouwd met cijfers. Ze leveren scherpe of verscherpte inzichten op

Maar ze verwerken ook de nieuwe inzichten daarover: dat de stabiele Romeinse periode een eerder uitzonderlijk en lang intermezzo was in een opeenvolging van migratiegolven; dat de katholieke kerk de Frankische periode kneedde, maar daarom niet noodzakelijk al diep in de samenleving doordrong; dat het inderdaad opvallend is dat de Vlaamse steden geen stadstaten werden zoals in het vergelijkbare Noord-Italië; dat de Bourgondiërs hun macht uitbouwden op een stilzwijgend pact met die rijke en machtige steden; dat Filips II dat pact opblies; dat de Spanjaarden aan het einde van hun vergeefse strijd tegen de Republiek het zuiden opnieuw autonomie toekenden; dat de Oostenrijkers pas na 1750 het territorium dat hen in de schoot was gevallen wilden besturen, ook al bleven ze het als pasmunt achter de hand houden voor iets beters.

Voor de hedendaagse periode, na 1789, zijn de sociaaleconomische hoofdstukken van het boek waarschijnlijk de sterkste. Ze zijn heel grondig, overzichtelijk, onderbouwd met cijfers. Ze leveren daardoor scherpe of verscherpte inzichten op. De auteurs nuanceren de industriële revolutie tegen de achtergrond van blijvende dominantie van de landbouw. De even langzame als pijnlijke achteruitgang van die landbouw analyseren ze secuur. Ze schetsen hoe bitter de armoede van het proletariaat anno 1880 wel was, aan de hand van vergelijkingen met de buurlanden.

Ze beschrijven de explosie van de sociale bewegingen bij de invoering van het algemeen stemrecht. Ze benadrukken dat de bloei van de Belgische economie – op wereldniveau – eigenlijk bleef duren tot in de jaren dertig. Ze analyseren heel secuur hoe de Belgische haute finance via net niet oneerbare samenwerking met de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog de hongersnood tijdens de bezetting vermeed. Ze brengen een milde en serene analyse van de weldaden en inmiddels de verregaande slijtage van de sociale zekerheid.

Het politieke terrein, laat staan het communautaire, lijkt hen iets minder vertrouwd te zijn. Daar valt het boek terug op een voorzichtige, didactische aanpak, met wat uitwijken in vaagheden bij de meest polemische momenten (oorlogen, koningskwestie, de communautaire crisissen onder meer). Dat belet niet dat het boek ook als solide naslagwerk kan dienen voor precies die communautaire problematiek. Er is daar heel veel materiaal verwerkt.

Congo levert ook sterke passages op, sereen en scherp tegelijkertijd. En af en toe staat er een aanzet tot een nieuw inzicht waarvan je moet betreuren dat het een aanzet blijft. Tot driemaal toe benadrukken de auteurs dat België na zijn vroegtijdige omschakeling naar de moderne tijden tussen 1780 en 1830 wel tevoorschijn is gekomen als de derde functionerende parlementaire democratie ooit, die bovendien tot op de dag van vandaag is blijven functioneren. Bedoeld daarbij is vooral dat in 1847 een regering werd verkozen, weliswaar door cijnskiezers, die inging tegen koning en establishment, maar dat die laatsten dat slikten. Democratie is ook en vooral een systeem van machtswisseling zonder bloedvergieten.

Dit is een boek dat rijk is aan boeiende feiten en de lezer heel subtiel tot nadenken verplicht zonder die aan het handje te geleiden

Even mooi zijn de aanzetten naar een stelling toe dat dit territorium waar nu België ligt toch wel een vrij unieke schat aan ervaring heeft in het omgaan met internationale relaties. Vanthemsche en De Peuter stellen terecht dat dit na alle nare ervaringen tussen 1914 en 1945 (en gezien het verre verleden) een bewuste keuze werd van de Belgische diplomatie. Voordien merkten ze al op dat België door het opgelegde neutraliteitsstatuut van 1831 zich moest kneden in te vriend blijven met iedereen. En niet ten onrechte zien ze ook in de ervaring van het rijk van Karel V (en nog een beetje Filips II) een eerste verplichting tot internationalisering. Ze hadden er nog aan kunnen toevoegen dat de kooplui van Brugge en Antwerpen voordien allemaal minstens twee talen moesten beheersen, wat toen toch uitermate uniek was.

Verder dan die kleine aanzetten gaan Vanthemsche en De Peuter niet. En het zal niemand verbazen dat de laatste alinea’s van hun algemeen besluit over de kwestie “België” open-ended zijn. Tegen dan hebben ze opruiming gehouden in zowel de Belgische, Vlaamse, Waalse, Groot-Nederlandse en noem-nog-maar-op vaderlandse versies van het verleden van deze contreien.

“De huidige natiestaat had heel goed nooit kunnen bestaan”, luidt het finaal. Zie daar vooral geen aanmoediging in om meteen de sloophamer boven te halen. Heel subtiel poneren de auteurs in hun slot een beeld van het territorium dat nu al bijna twee eeuwen België heet, als een oefening in uitermate flexibele staatkunde. Zonder zekerheden, als product van heel veel historische toevalligheden, die waarschijnlijk nog meer ruim baan hebben gekregen dan elders omdat dit vlakke land perfect geschikt was als slagveld voor ruzies onder buren.

Atypisch dus tegenover wat de Europese geschiedenis van de twintigste eeuw – minstens sedert Woodrow Wilson in 1917 – leek te hebben geponeerd als onwrikbaar en bloederig model, waarbij taal de natie moest vormen. België, 2000 jaar geschiedenis, met weliswaar een cover (van Magritte) die wat uitleg vereist, is daardoor een boek geworden dat rijk is aan boeiende feiten en de lezer heel subtiel tot nadenken verplicht zonder die aan het handje te geleiden. Gepast op maat voor het complexe verhaal dat België heet.

Guy Vanthemsche en Roger De Peuter, België. 2000 jaar geschiedenis, Epo uitgeverij, Antwerpen, 2024, 695 p.

A534df6c4247597cbbb2277cffc5c162 364x0 c default

Rolf Falter

Historicus en journalist

Foto: © De Bezige Bij

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Lees ook

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [0000000000002a850000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)