In Uiterste dagen
gaat Ferdinand Lankamp op zoek naar de geschiedenis van zijn Zweeds-Finse familie. Het wordt een zoektocht naar de soms duistere drijfveren van de mens.
Het noorden blijkt ook in het Nederlandse taalgebied een aantrekkingskracht uit te oefenen op schrijvers met een hang naar een zeker mysterie. In het onherbergzame koude noorden gaan ze op zoek naar hun eigen achtergrond, of naar verdieping in hun leven. Scandinavië, IJsland of Canada blijken goede toevluchtsoorden voor een sabbatical, een avontuurlijke tocht of een filosofische ontdekkingsreis. De koude dagen zorgen voor introspectie, en de mensen blijken er vaak warmer, hartelijker dan in onze contreien.
In het onherbergzame noorden gaan personages op zoek naar hun eigen achtergrond, of naar verdieping in hun leven
Er is natuurlijk de klassieker Nooit meer slapen van Willem Frederik Hermans uit 1966, maar ook recenter verschenen er bijzondere verhalen met sneeuwstormen en harde winters als achtergrond. De Vlaamse Sien Volders debuteerde in 2018 met het pakkende Noord, en de Nederlandse succesauteur Herman Koch kwam begin dit jaar met Finse dagen, een roman waarin hij zijn eigen belevenissen als jongeling op een Finse boerderij heeft verwerkt. Maar Finse dagen is zeker geen pure autobiografie, werkelijkheid en verbeelding wisselen elkaar vrolijk af, omdat de werkelijkheid nou eenmaal beter is te verteren als je er een flinke snuif verbeelding aan toevoegt.
© Fjodor Buis
Iets gelijkaardigs doet de Nederlandse historicus Ferdinand Lankamp (1989) in het vorig jaar verschenen Uiterste dagen, ook een verhaal dat zich grotendeels in Finland afspeelt. De prille dertiger publiceerde eerder in bladen en op websites als De Optimist, Mare, Kluger Hans en deFusie, maar Uiterste Dagen is zijn eerste roman.
Het hoofdverhaal van dit boek speelt zich af in Finland, in 1940. Edvard Haga is een ijverige, stille, godvrezende landbouwer uit de grote Zweedstalige gemeenschap in Finland en een oud-strijder uit de Finse burgeroorlog aan het einde van de Eerste Wereldoorlog. De Rooie Finnen, gesteund door de Russische bolsjewieken, werden toen verslagen door de Witte Garde, waarin veel Zweedse vrijwilligers vochten.
Nu, bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, doet het Finse leger opnieuw een beroep op het patriottische verantwoordelijkheidsgevoel van Edvard. Hij wordt gevraagd om zijn beste paard af te staan aan de Zweedse cavalerie, en zijn paard samen met anderen te begeleiden op het transport naar het nieuwe front. Dat paard is de absolute favoriet van zijn enige dochter Elisa, dus Edvard moet een hartverscheurende keuze maken tussen zijn gezin en zijn nieuwe vaderland.
Dit feit is voor Lankamp een startpunt om het verhaal van de familie Haga te vertellen. Zoals het in een kleine, dorpse gemeenschap gebruikelijk is, is het verhaal van de familie Haga nauw verwant met dat van de andere boerengezinnen in hun dorp en de omliggende dorpen. Boerenzonen en -dochters huwen met elkaar, heel soms uit liefde, soms uit al of niet economische noodzaak, zelden uit vrije wil.
Erg subtiel, via kleine details, ontrafelt Lankamp de geschiedenis van de familie Haga en de hele regio. Er blijken meerdere donkere vloeken boven zowel de familie als de regio te hangen, en soms hebben die met elkaar te maken. Druppelsgewijs laat Lankamp de info in eenvoudige maar mooie zinnen doorsijpelen, en vraagt de lezer zich af wat er nu echt is gebeurd, en wat niet. Wat verzwijgen de mannen en vrouwen voor elkaar? Wie staat aan welke kant? Wie kun je vertrouwen in onzekere tijden?
Via kleine details ontrafelt Lankamp de geschiedenis van de familie Haga en de hele regio
Dat hoofdverhaal wordt nog wat extra gekruid door een verhaal dat zich nu afspeelt: dat van de schrijver zelf, die op een of andere manier verbonden blijkt met de Zweeds-Finse familie Haga. Hij gaat op ontdekkingsreis naar Finland en in bibliotheken, om te weten wat zijn achtergrond is, en wat er is voorgevallen in de familie. Maar wat er nu echt is, en wat niet, dat blijkt niet altijd even duidelijk.
Lankamp schrijft zelf dat hij meer houdt van verhalen zonder een plot, want het leven zelf heeft uiteindelijk ook niet echt een plot, behalve dat we op het eind allemaal sterven. Later bedenkt de schrijver zich. Het leven heeft toch een plot: mensen maken de gebeurtenissen van hun leven tot een verhaal. En dat is uiteraard exact wat Lankamp doet in deze gelaagde debuutroman.
De hoofdstukken uit 1940 en die van nu, getiteld ‘later’, wisselen elkaar af. Dat kan soms verwarrend werken, en heel af en toe geeft Lankamp in zijn hedendaagse zoektocht een stukje van de puzzel uit 1940 prijs. Dat is soms een beetje jammer, maar het helpt uiteraard wel om de delen uit 1940 wat sneller of beter te begrijpen.
Een moedige lezer zou ervoor kunnen kiezen om eerst alleen de delen uit 1940 te lezen, en pas daarna de notities van de jonge Lankamp. Maar hoe je Uiterste dagen
ook leest, het blijft een avontuurlijke, ietwat duistere familieroman over wat mensen drijft, en over hoe ze terugkijken op de beslissingen die ze ooit hebben gemaakt en de gevolgen daarvan.