maatschappij
Een dam opwerpen
(Luc Devoldere) ONS ERFDEEL – 2018, NR 3, PP. 8-9
In Paderborn, waar we waren uitgenodigd om België uit te leggen, citeerde een Belgische diplomaat bij het diner ‘The Second Coming’, dat vers dat van W.B. Yeats bleek te zijn, en in 1919 werd opgeschreven, na de wereldbrand:
Things fall apart; the centre cannot hold;
Mere anarchy is loosed upon the world,
The blood-dimmed tide is loosed, and everywhere
The ceremony of innocence is drowned;
dingen vallen uiteen; het centrum houdt het niet
en louter anarchie is op de wereld losgelaten;
het bloed-vergifte tij is losgelaten, en overal
wordt de ceremonie van de onschuld verdronken.
En dan die verschrikkelijke zin:
The best lack all conviction, while the worst
Are full of passionate intensity.
(..)
de besten missen elke overtuiging, terwijl de ergsten
vol zijn van een hartstochtelijke kracht.
(vertaling: Jan Eijkelboom)
Ik heb er sindsdien vaak aan gedacht. Zwijgen de beschaafden, de fatsoenlijken, te veel? En wat doen de fatsoenlijken als ze de mensen zonder fatsoen het woord geven?
Betekent het feit dat je het recht hebt om alles te beweren (free speech) ook dat je het recht hebt op een scène om het te zeggen, recht op een microfoon die een megafoon kan worden? Hoe combineer je vrijheid van meningsuiting met just access, faire toegang tot media, onderwijs, collegecampussen bijvoorbeeld? Is het right to an audience absoluut? Het zijn belangrijke en complexe vragen.
In Europa struikelen we intussen voorwaarts: net als de breuk, de scheuring, nabij lijkt (Things fall apart; the centre cannot hold), wordt er iets bedacht en gezegd dat ons toelaat verder te doen.
Luuk van Middelaar schreef een interessant boek over het beslissingsproces in de Europese Unie. Minder en minder zijn het de regels die dat proces bepalen, meer en meer de gebeurtenissen zelf.
Intussen maken wij een blad. Soms probeer ik ernaar te kijken alsof ik het voor de eerste keer zie. Ik zie interessante koppels: Spinoza en Nescio, die een godsverlangen gemeen blijken te hebben. Isaac Beeckman, een originele Nederlandse wetenschapper die nauwelijks publiceerde maar Descartes inspireerde, het cineastenduo Peter Brosens en Jessica Woodworth.
Ik zie dat de Indische Letteren een dam opwerpen tegen het vergeten van wat daar aan de evenaar is gebeurd: hoe ze woorden vinden voor pijnlijke, half vergeten zaken, vertellen wat lang niet gezegd mocht worden en wat nu roept om verwerking en verzoening. Peter Verhelst schreef dan weer een boek na de dood van zijn moeder, Voor het vergeten: geen boek over de dood, maar een hartstochtelijke ode aan ons hakkelende, tastende verzet tegen betekenisloosheid en verdriet.
Die warme delen van het Koninkrijk blijven ons interpelleren: Radna Fabias, een dichteres uit Utrecht, keert terug naar haar Antillen en breekt in een “vlezig, goddelijk vunzig” debuut de Hollandse dichtkunst weergaloos open. Op die eilanden vecht het Papiamento tegen het Engels en het hooghartige Nederlands.
Wij maken een blad. Waarvoor doen we het? Voor de auteur die je schrijft dat het beste stuk over zijn boek in ons blad staat? Misschien. Maar vooral omdat een samenleving, de agora van burgers, gebaat is bij goed geïnformeerde mensen die weloverwogen keuzes kunnen maken. Als dat geen overtuiging is die je met gepassioneerde intensiteit kunt uitdragen.
Neem en lees.
Luc Devoldere
Hoofdredacteur
"
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden