Twee keer per jaargang bloemleest Jozef Deleu, oprichter van Ons Erfdeel en hoofdredacteur van 1957 tot 2002, vier gedichten uit recent verschenen bundels. Nu kiest hij werk van Jan-Willem Anker, Tsead Bruinja, Max Greyson en Bert Van Raemdonck.
JAN-WILLEM ANKER
We weten wellicht wat komende is, maar kennen de precieze gestalte ervan niet.
Clive Hamilton – De provocerende aarde
Op de warmste oktoberavond van mijn leven
kijk ik naar het gele schilletje van de maan.
Een vliegtuig scheert erboven langs of is dat optisch
bedrog? Op mijn terras hoor ik zomers gelach
opstijgen uit een verre achtertuin, boomkruinen
bij de fietshelling worden van onder beschenen.
In de meeste woonkamers brandt een plafondlamp.
Zonnepanelen geven wittig licht af op een avond
die niet rampzalig maar wel unheimlich voelt,
met de constante ruis van verkeer als herinnering,
vooraankondiging van een listig door de tijd
verdunde catastrofe. Ik weet dat het spookt.
De gepensioneerde buren vlakbij hoesten
als longpatiënten. Ver weg roeren ganzen zich.
In de wolkloze hemel zijn amper sterren te zien.
Boven me klinken uit het raam gesmoord
de stemmen van mijn geliefde en mijn jongste
die samen een verhaaltje voor het slapen lezen.
Uit: Ware aard, De Arbeiderspers, 2019, 120 p.
TSEAD BRUINJA
en dat kan maar de wereld is veranderd
je zwaait je vrouw uit
je zwaait je man uit
je stuurt je kind naar school
en verwacht het heelhuids terug
dan komt het bericht
lockdown zwart op straat
niemand meer naar buiten
niemand meer naar binnen
deuren dicht
je scrolt en je ververst de pagina
je denkt was hij maar op de fiets gegaan
had hij die tram maar gemist
en je rent en je zoekt dekking
en je vraagt je af heb ik tegen haar gezegd
wat ik wilde zeggen
dat ze mijn wereld is
je stuurt een appje met aan het eind
een smiley met getuite lippen
je verwacht een reactie
met een hartje op diezelfde plek
je verwacht je vrouw je kind je man
na deze lange geschrokken
en ongeschonden
heelhuids in je armen terug
Uit: Ik ga het donker maken in de bossen van, Querido, 2019, 92 p.
MAX GREYSON
La Jungle de Calais
Zou je me geheimen toefluisteren
als je wist dat ik er geen had
Zou je me geloven als ik zeg
dat alles wat ik vertel gelogen is
dit ogenblik slechts een zoveelste herhaling
van een gesprek dat niet bestaat
dat onze verbondenheid pas ontwaakt
wanneer we iet meer doen alsof
we elkaar verstaan
Wegvluchten of terugvluchten
is slechts een kwestie van prepositie
onverbuigbaar eens gezet
de keuze tussen durven en doen
bleek minstens even doorslaggevend
Bij het zien van de kruimels zien we de muis
geven haar een naam en een gezicht
besluiten of we kunnen samenleven
Als we het kunnen, ontkennen we
dat ze er altijd is geweest
Uit: et alors, De Arbeiderspers, 2019, 96 p
BERT VAN RAEMDONCK
la plata
Omar is de man die in mijn stille huis in Gent zal wonen
wanneer ik zonder twijfel, spijt of omzien
naar La Plata ben gevlucht
Hij zal de keuken opengooien
vinden dat de zithoek ook weleens mag worden opgefrist
Met de Belgen braad ik ondertussen koteletten op het vuur,
wie wil er nog een aardappel? zal ik dan zeggen
terwijl de huiskat ligt te pitten op de vloer,
ze luistert min of meer naar de naam Geert
Omar zit in het bestuur van mijn geboortestad,
het borstbeeld van de oude burgemeester ligt in de garage
die ik met mijn beide linkerhanden heb gemetseld,
ooit stond daar nog een Yaris tussen emmers witte verf
Foto’s zal ik niet meer hebben,
zussen zal ik niet meer kennen,
geld ben ik verloren onderweg
Als ik me voorstel hoe het vroeger was
zal dat niet lukken zonder aan Omar te denken
en aan zijn gulle, warme lach