Donemus, vijftig jaar promotie van de Nederlandse muziek
(Jan Rubinstein) Ons Erfdeel - 1997, nr 4, pp. 602-603
Nederland is een gek land. Jarenlang wordt er geroepen dat er méér aan de promotie van de eigentijdse Nederlandse muziek moet worden gedaan, met de doorgaans verdeelde Nederlandse componisten als hardste roepers. De staatssecretaris van cultuur, drs. Aad Nuis, leek daaraan tegemoet te komen door de Nederlandse ensembles dwingend de verplichting op te leggen ten minste zeven procent van hun repertoire aan Nederlandse muziek te besteden, dat op straffe van boetes, met andere woorden korting op de rijkssubsidies. Maar in koor verklaarden daarop de Nederlandse orkesten dat zoiets getuigt van onbeschaamde inmenging in de programmering van de artistieke leiders. Bovendien, zo beweerden zij, zou dit al helemaal niet bevorderlijk zijn voor de appreciatie van contemporaine werken, want men programmeert wat door kwaliteit naar boven komt en daar is het publiek meer bij gebaat dan bij een opgelegd percentage. Het Koninklijk Concertgebouworkest is zelfs tegen deze ministeriële maatregel in beroep gegaan. Uiteindelijk moest Nuis wel bakzeil halen.
In het begin van de jaren tachtig bedacht het toenmalige Buma-Fonds (het promotie-apparaat van de rijke auteursrechtenorganisatie Buma-Stemra) een middel om de Nederlandse muziek, vooral in het buitenland, aan de man te brengen: een rijdende marktkraam die snel kon worden opgebouwd en van waaruit onvervalste reclame kon worden bedreven voor de Nederlandse serieuze muziek. Dat witgeschilderde wagentje, voorzien van vrolijke Hollandse vlaggetjes, kreeg al gauw de bijnaam ‘haringkar'. Het trok de aandacht, zeker in de Verenigde Staten waar vaak naar toe werd gereisd, maar er waren heel wat componisten die deze manier van marktverkenning ‘not done' achtten. Weg haringkar. Promotie bleef dat Fonds, inmiddels in naam veranderd tot Centrum Nederlandse Muziek (CNM), doen en het vindt op zijn weg, overigens in alle vriendelijkheid, de thans vijftigjarige Stichting Donemus (uitgeverij en bibliotheek van eigentijdse Nederlandse muziek) die naast de eigen vestiging in Amsterdam over een stevig vertegenwoordigersnet in het buitenland beschikt (kantoren in Hamburg, London, Bryn Mawr (VS), Stockholm, Lissabon, Richmond Victoria (Australië) en distributiesteunpunten voor de verkoop van cd's in België, Duitsland, Engeland en de Verenigde Staten.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden