Dit zijn de genomineerden voor de Grote Poëzieprijs 2022
Nog vijf dichters strijden voor de Grote Poëzieprijs. Die prijs wordt uitgereikt aan de beste Nederlandstalige gedichtenbundel van 2021. In dit artikel vind je citaten uit de leesverslagen van de jury en verwijzigingen naar onze recensies.
Op 13 mei weten we wie dit jaar wordt erkend als beste dichter. Eén van onderstaande auteurs ontvangt dan een prijs van € 20.000 voor de beste Nederlandstalige bundel van het afgelopen jaar.
‘Ontbinding’ van Piet Gerbrandy (Atlas Contact)
Lees in ons archief tientallen stukken van en over Piet Gerbrandy.
‘Vervoersbewijzen’ van Tijl Nuyts (Uitgeverij Wereldbibliotheek)
“(…) hoewel de gedichten ook zonder al te intensief uitpluiswerk prachtig op zichzelf staan, met hun vreemde beelden en klinkende taal, is het werkelijk indrukwekkend hoeveel mystiek, hoeveel narratieven Nuyts weet te verenigen in één werk”, schrijft Lisa Rooijackers in haar recensie van Vervoersbewijzen.
Lees HIER de volledige bespreking.
Nuyts schreef ook diverse stukken voor de lage landen.
‘Virgula’ van Sasja Janssen (Querido)
“De vijfde dichtbundel van Sasja Jansen intrigeert, is rijk aan beelden en emotie, en staat vol lange, mooi ritmische zinnen”, schrijft Koen Vergeer over deze bundel. De volledige recensie volgt in ons mei-nummer
‘Dagen in huis’ van Roelof ten Napel (Hollands Diep)
In ons archief vind je besprekingen van eerder werk van Ten Napel.
‘Aarduitwrijvingen’ van Charlotte Van den Broeck (De Arbeiderspers)
“Het boek munt uit in beelden die op je netvlies branden en stelt erotiek voor als een wreed bedrijf. Dit universum is akelig concreet en mythisch tegelijkertijd”, schrijft Piet Gerbrandy in zijn recensie van Van den Broecks derde bundel.
Deze vijfkoppige jury bepaalt welke dichter de poëzieprijs ontvangt: Elke Brems, hoogleraar letterkunde aan de KU Leuven; Vicky Francken, dichter, vertaler en redactielid van tijdschrift Awater; John Jansen van Galen, journalist; Maarten Moll, schrijver en journalist; en Xavier Roelens, dichter en poëziedocent.
Zij lazen de negentig ingezonden bundels en spreken in hun juryverslag “over een waaier taalvirtuositeit en engagement”:
“Er werd een breed palet aan maatschappelijke kwesties aan de orde gesteld, van het inhuizige leven ten tijde van corona tot verontrusting over de staat van ons klimaat en de meer dan benarde situaties die mensen soms moeten ontvluchten.
Het genre poëzie werd breed geïnterpreteerd door alle dichters en de rijkdom in taal was groot: van toegankelijke tot heel complexe poëzie. De grenzen tussen proza en poëzie werden opgerekt. We merkten op dat veel dichters hun bundels als één geheel presenteren: zo zagen we veel conceptuele bundels.
Bovenal hebben we plezier beleefd aan bundels die ons lang lieten nagenieten van de taal en de opgeroepen beelden. Of dat nu kwam door de presentatie van een nieuw, fris perspectief, een hint naar humor of doordat we simpelweg gegrepen werden en voor even niet meer losgelaten.”
Op 13 mei wordt bekendgemaakt wie van deze vijf dichters recht heeft op de Grote Poëzieprijs 2022 (een voortzetting van de VSB Poëzieprijs, 1994 – 2018).
Eerdere winnaars van De Grote Poëzieprijs waren Liesbeth Lagemaat met Vissenschild (2020, Wereldbibliotheek), Vrouwkje Tuinman met Lijfrente (2019, Uitgeverij Cossee) en Radna Fabias met Habitus (2018, De Arbeiderspers).