Dit schreven wij over de boeken op de longlist van de dertigste Libris Literatuur Prijs
Anjet Daanje kan na de Boekenbon Literatuurprijs voor Het lied van ooievaar en dromedaris een dubbelslag slaan: ze is één van de achttien auteurs op de longlist van de Libris Literatuur Prijs. Ook bekende namen als Oek de Jong, Atte Jongstra, Nelleke Noordervliet, Yves Petry en Peter Terrin maken nog kans op deze prijs voor de beste Nederlandstalige roman van het afgelopen jaar, die in mei voor de dertigste keer wordt uitgereikt.
Uit meer dan tweehonderd titels heeft de jury van Libris Literatuur Prijs een selectie van achttien titels gemaakt. Die telt precies evenveel mannen als vrouwen. Daarnaast valt op dat er drie debutanten meedingen naar de bekroning van €50.000. Twee Vlamingen halen de longlist: Peter Terrin en Yves Petry, winnaar in 2011.
Dit zijn de achttien kanshebbers, met verwijzingen naar onze recensies (of naar besprekingen uit andere publicaties).
Simone Atangana Bekono – ‘Zo hoog de zon stond’ (De Arbeiderspers)
“Dit is meer dan zomaar gelegenheidswerk van een begaafde schrijfster, maar een bouwsteen in haar oeuvre”, schreef De Morgen. Voor haar debuutroman Confrontaties ontving ze vorig jaar nog de Anton Wachterprijs. Lees hier
onze recensie van dat bekroonde boek.
Anjet Daanje – ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ (Passage)
© Hen Veenstra
Voor haar tiende, ruim zeshonderd pagina’s tellende roman kreeg Daanje vorig jaar de Boekenbon Literatuurprijs. “Een royaal boek”, schreef Barber van de Pol in haar recensie. “Origineel en razendknap uitgewerkt.”
Janneke Holwarda – ‘Nachtman’ (Wereldbibliotheek)
“Een mooie roman over een hoogbejaarde eigenheimer”, schreef de Volkskrant. Holwarda baseerde haar boek op de verhalen die jazztrompettist Willem Reinen (1930) haar vertelde.
Cor de Jong – ‘De prediker’ (Das Mag)
In zijn tweede roman kijkt De Jong “met een liefdevolle blik terug op een streng-christelijke jeugd”, schreef Trouw.
Oek de Jong – ‘Man zonder rijbewijs’ (Atlas Contact)
In zijn jongste boek evolueert Oek de Jong van een bijrijder naar een chauffeur, onderweg mediteert hij over het leven van zijn ouders en dat van hemzelf. Daan Stoffelsen spreekt over “een aangename, oorspronkelijke reis, beschreven met humor en nieuwsgierigheid” in zijn recensie
voor de lage landen.
Atte Jongstra – ‘Cholerastad’ (De Arbeiderspers)
“Het is de vraag hoe serieus Atte Jongstra in zijn nieuw roman Cholerastad is. Wil hij een idee geven van het door de ziekte geplaagde Amsterdam van 1848?”, vroeg Carel Peeters zich af in Vrij Nederland. Lees in ons archief meer over Atte Jongstra’s eerdere werk.
Eva Meijer – ‘Zee nu’ (Cossee)
“In Zee nu werkt Meijer knap uit wat we ons tot nu toe nauwelijks kunnen voorstellen: dat er een moment komt dat de dijken het water daadwerkelijk niet meer kunnen tegenhouden, dat de zeespiegel dusdanig stijgt dat ons land volledig onder water komt te staan”, schreef De Reactor. Lees in ons archief meer over Eva Meijers eerder titels.
Edzard Mik – ‘waarom vogels’ (Querido)
“Is de nieuwe Edzard Mik een ecologische roman over de impact van de mens op de natuur? Of gaat het om de zoektocht van hoofdpersonage Katja naar… Ja, naar wat?” Volgens Lise Delabie in haar recensie voor de lage landen wil Mik in waarom vogels iets zeggen“over onze gebrekkige kennis van de ander én onze behoefte aan diep contact”.
Donald Niedekker – ‘Waarachtige beschrijvingen uit de permafrost’ (Koppernik)
“Met zijn originele invulling van Willem Barentsz’ beroemde pooltocht is Donald Niedekker klaar voor een groter publiek. Al blijft het opletten: de ene waarheid is de andere niet, zo houdt de even verrassende als onvoorspelbare verteller ons voortdurend voor”, schreef Laurent De Maertelaer in zijn recensie op de lage landen.
Nelleke Noordervliet – ‘Wij kunnen dit’ (Atlas Contact)
“Een echte ‘liefdesroman’ is ook wel weer eens lekker, zeker als hij zo goed geschreven is als deze”, oordeelde NCRV Gids over dit verhaal over een verhouding tussen twee veertigers. Vorig jaar ontving Noordervliet de Gouden Ganzenveer en stelden we dit dossier met archiefstukken over haar werk samen.
Ellen Ombre – ‘Last’ (Nijgh & Van Ditmar)
“Na de roman Negerjood in moederland laat Ellen Ombre in Last opnieuw een Surinaamse haar roots onderzoeken. Een opmerkelijk boek”, vond De Groene Amsterdammer. In het Multatuli-jaar 2011 schreef Ombre een scherpe brief aan Eduard Douwes Dekker over haar geboorteland Suriname.
Jamal Ouariachi – ‘Herfstdraad’ (Querido)
“Een roman over woke-activisten en nationalistische extremisten wordt gauw karikaturaal, prekerig of gelijkhebberig. Jamal Ouariachi slaagt er in Herfstdraad wel in om de maatschappelijke polarisatie te verwerken tot een geslaagd boek” schreef Maarten Dessing in de lage landen.
Yves Petry – ‘Overal zit mens’ (Das Mag)
© Johan Jacobs
“Is de hoofdpersoon van Yves Petry’s achtste roman alleen maar een gestoorde gek? Of maakt hij met zijn filosofische en maatschappelijke uiteenzettingen ook een punt?”, vraagt Maarten Dessing zich af in zijn recensie van deze ‘moordfantasie’. Petry won de Libris Literatuur Prijs al een keer in 2011 voor zijn kannibalenroman De maagd Marino.
Nina Polak – ‘Buitenleven’ (Prometheus)
“Verhuizen naar het platteland lukt eenvoudig, maar er ook aarden is nog een ander verhaal. Die spanning weet Nina Polak in Buitenleven, haar derde roman, goed te vangen met slim geschreven scènes en een warmbloedige stijl”, schreef Sebastiaan Kort in de lage landen.
Ananda Serné – ‘Nachtbloeiers’ (Vrijdag)
“In een samenleving die steeds meer lijdt onder slapeloosheid zoekt de jonge Eliza naar houvast. Die zoektocht grijpt schrijver en beeldend kunstenaar Ananda Serné in Nachtbloeiers aan om de lezer zelf zachtjes wakker te schudden”, schreef Dirk Vandenberghe over dit debuut.
Peter Terrin – ‘De gebeurtenis’ (De Bezige Bij)
Met De gebeurtenis komt literair meesterschap voor Peter Terrin binnen handbereik, schreef Lodewijk Verduin over deze ‘roman-in-verhalen’ waarin de liefde altijd op de loer ligt.
Nadia de Vries – ‘De bakvis’ (Pluim)
“Met De bakvis schreef Nadia de Vries een beklemmend debuut over een jonge vrouw die vreest onzichtbaar te blijven”, schreef Dirk Vandenberghe.
Peter Zantingh – ‘Tussentijds’ (Das Mag)
“In zijn knappe, gelaagde vierde roman Tussentijds
verwerkt Peter Zantingh de twijfels over ouderschap in tijden van klimaatcrisis”, schreef Het Parool. Ken Lambeets besprak
voor de lage landen Na Mattias (2018) en Zantinghs twee eerdere romans.
De prijs in 2023
Op maandag 6 maart 2023 wordt de longlist herleid tot een shortlist van zes romans en op maandagavond 8 mei 2023 weten we wie de dertigste Libris Literatuur Prijs wint.
Dit is de jury van deze editie: Mira Feticu (schrijver, performer, interviewer, radiomaker en publicist), Margot Dijkgraaf (literatuurcriticus en schrijver), Beatrice de Graaf, (historicus, hoogleraar History of International Relations & Global Governance aan de Universiteit Utrecht, juryvoorzitter), Yannick Dangre (schrijver en dichter) en Lies Schut (literair recensent De Telegraaf).
Vorig jaar ging de prijs naar Mariken Heitman voor Wormmaan.