Dit is de longlist van de Libris Literatuurprijs 2024
Debutanten Ramy El-Dardiry en Maud Vanhauwaert maken kans op de prestigieuze prijs, net als Richard Osinga, Ilja Leonard Pfeijffer en veertien andere auteurs. Lees hier onze recensies.
Wie volgt Anjet Daanje op als winnaar van de Libris Literatuurprijs? Vorig jaar werd haar boek Het lied van ooievaar en dromedaris uitgeroepen tot de beste Nederlandstalige roman van het jaar.
Uit 189 ingezonden boeken heeft de jury een longlist gekozen van achttien titels die kans maken op de Libris Literatuurprijs 2024. Daartussen staat onder meer Tussen morgenzee en avondland, het debuut waarmee Ramy El-Dardiry eind vorig jaar de Bronzen Uil won. De andere debuutroman op de lijst is Tosca van Maud Vanhauwaert, die samen met Caro Van Thuyne als enige Vlaming in de selectie zit. Richard Osinga en Ilja Leonard Pfeijffer maken dan weer kans op een dubbelslag: hun boeken Munt en Alkibiades staan ook op de shortlist van de Boon Literatuurprijs.
Op maandag 11 maart wordt de shortlist bekendgemaakt in Nieuwsuur op NPO2. Op 13 mei wordt de winnaar gehuldigd. Die ontvangt een cheque van € 50.000 en de bronzen legpenning, ontworpen door Irma Boom.
Hierna vind je onze recensies van de genomineerde romans.
Cobi van Baars, ‘De onbedoelden’ (Atlas Contact)
Op de drempel van de volwassenheid vinden de tweelingzussen Aaf en Annemarieke elkaar terug in Van Baars’ sterkste roman tot nu toe, schrijft Mathijs Sanders in zijn recensie.
Sacha Bronwasser, ‘Luister’ (Ambo Anthos)
In haar tweede roman toont kunsthistoricus Sacha Bronwasser het moeizame verpoppen van een tiener tot jonge vrouw. Lees onze recensie door Lise Delabie.
Ramy El-Dardiry, ‘Tussen morgenzee en avondland’ (Querido)
Met Tussen morgenzee en avondland schreef Ramy El-Dardiry een poëtische, maar soms ook wat donkere debuutroman, schrijft Dirk Vandenberghe in zijn bespreking.
Herbeluister ook onze podcastaflevering van De Eerste Keer, waarin journalisten Anouk van Kampen en Dirk Vandenberghe El-Dardiry en de vijf andere genomineerden van de Bronzen Uil 2023 live spraken tijdens de uitreiking.
Rob van Essen, ‘Ik kom hier nog op terug’ (Atlas Contact)
In zijn nieuwe, wervelende roman vermaakt en overtuigt Rob van Essen – tot je met een glimlach en nog méér vragen overblijft. Lees onze recensie door Daan Stoffelsen.
Paul Gellings, ‘Terug naar de Stichtstraat’ (Passage)
In zijn negende roman roept Paul Gellings een beeld op van een straat in Amsterdam-Zuid tijdens de naoorlogse wederopbouwjaren, van aardige buren en hun al dan niet verknipte kinderen. Van Gellings verschenen eerder ook dichtbundels, waaronder De val van verf en roest. Lees onze recensie van de bundel.
Esther Gerritsen, ‘Gebied 19’ (De Geus)
In Gebied 19 vertrekt de helft van de mensheid op één nacht tijd naar een andere planeet. Wie in ongeloof blijft hangen, mist de diepzinnigheid van Gerritsens ideeënroman, schrijft NRC.
Elodie Heloise, ‘Blauwe tomaten’ (In de Knipscheer)
In Blauwe Tomaten vertelt Heloise het verhaal van onverwachte ontmoetingen die tot waarheden leiden waar schuld, boete en vergeving bekeken worden vanuit het menselijke (on)vermogen met de eigen beperkingen om te gaan.
Roxane van Iperen, ‘Dat beloof ik’ (Thomas Rap)
In haar nieuwe roman onderzoekt Van Iperen de dunne grens tussen intimiteit en afstandelijkheid, tussen slachtofferschap en daderschap. Lees onze recensie door Ilse van Oosten.
Gilles van der Loo, ‘Café Dorian’ (Van Oorschot)
In zijn betoverende nieuwe roman brengt Gilles van der Loo een bonte samenleving van mensen rondom Café Dorian tot leven, schrijft Het Parool.
Renée van Marissing, ‘Gelukkige dagen’ (Querido)
Renée van Marissings roman over jongdementie toont dat een uitzichtloze situatie gelukkige dagen niet in de weg mag staan, schrijft De Standaard.
Marente de Moor, ‘De schoft’ (Querido)
Marente de Moor laat zien dat ook boze, witte mannen van middelbare leeftijd aan het twijfelen kunnen worden gebracht, schrijft Maarten Dessing in zijn bespreking van haar vijfde roman.
Frank Nellen, ‘De onzichtbaren’ (Hollands Diep)
De Volkskrant looft de tweede roman van Frank Nellen: invoelend en overtuigend beschrijft hij een jeugd in Oekraïne. Het verhaal is stevig verankerd in het nu.
Richard Osinga, ‘Munt’ (Wereldbibliotheek)
Opnieuw levert Osinga een rijke, fraai gecomponeerde roman af die op veel manieren is te lezen. Maar Munt is ook een herhaling van zetten, schrijft Maarten Dessing.
David Pefko, ‘De Gebroeders Maxilari’ (Prometheus)
Humo schrijft: De Gebroeders Maxilari is een kleinood dat in alle eenvoud charmeert en begeestert.
Ilja Leonard Pfeijffer, ‘Alkibiades’ (De Arbeiderspers)
Wanneer Pfeijffer meer doet dan de kille historische feiten opsommen, is Alkibiades een heerlijk leesavontuur. Maar de waarschuwing voor de gevaren die de democratie bedreigen, komt enigszins geforceerd over. Lees onze recensie.
Caro van Thuyne, ‘Bloedzang’ (Koppernik)
In dit autofictieve moederboek knalt, springt, druipt en lekt de taal van de pagina’s af, schrijft Ilse van Oosten in haar recensie.
Maud Vanhauwaert, ‘Tosca’ (Das Mag)
Vanhauwaert laat de taal stuiteren tot er iets levensechts ontstaat waarin realiteit en fantasie elkaar vinden. Lees onze recensie door Liesbeth D’Hoker.
Tommy Wieringa, ‘Nirwana’ (De Bezige Bij)
Vergeet de plot. Zo ontdek je wat Nirwana van Tommy Wieringa werkelijk is: een even rijke als urgente ideeënroman, schrijft Maarten Dessing.
De jury
De vakjury van de Libris Literatuur Prijs 2024 bestaat uit:
Juryvoorzitter Kim Putters (voorzitter Sociaal-Economische Raad), Dalilla Hermans (auteur en columniste van De Standaard), Lisa Kuitert (hoogleraar Boekwetenschap aan de UvA), Joep van Ruiten (cultuurjournalist) en Vamba Sherif (schrijver, essayist, film- en boekrecensent).