Dichters die nog maar namen lijken. Albert Verwey
(A.L. Sötemann) Ons Erfdeel - 1997, nr 2, pp. 255-264
‘Een van de onbetwistbaar grote figuren uit de Nederlandse literatuurgeschiedenis.'
Met deze woorden had ik mijn beschouwing over de vergeten dichter Verwey willen beginnen. Maar helaas, een blik in de meest recente letterkundige handboeken overtuigde mij van mijn ongelijk. Anbeek keurt hem ruim één bladzijde waardig, een bladzijde waaruit die grootheid bepaald niet overtuigend oprijst, en in Nederlandse literatuur, een geschiedenis wordt hij weliswaar verscheidene keren genoemd, maar steeds in het voorbijgaan, terloops. Niet ‘onbetwistbaar groot' dus, volgens de literatuurhistorici. Tant pis!
Desondanks heb ik deze zin laten staan, omdat althans ik vast overtuigd ben van zijn buitengemene envergure. Om te beginnen was Verwey een voortreffelijk en uitzonderlijk erudiet essayist.
En niet alleen dit: ook als tijdschriftleider heeft hij ongeëvenaarde verdiensten.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden