Deze twaalf dichters maken kans op De Grote Poëzie Prijs 2022
Uit negentig dichtbundels heeft de jury van De Grote Poëzieprijs 2022 twaalf titels geselecteerd voor haar longlist. Ontdek hier de kanshebbers op de belangrijkste poëzieprijs van het Nederlandse taalgebied en lees onze recensies van hun werk.
Wie schreef de beste Nederlandstalige poëziebundel van 2021? Dat weten we op 13 mei, wanneer De Grote Poëzieprijs 2022 (georganiseerd door Prijs de Poëzie) wordt uitgereikt aan één van deze twaalf dichters. Zij of hij ontvangt dan 20.000 euro.
Het Drogsyndicaat van Mischa Andriessen (Querido)
In ons archief vind je een recensie
van zijn eerste drie bundels, door Maarten Buser.
Vesper van Anne Broeksma (Atlas Contact)
Ontbinding van Piet Gerbrandy (Atlas Contact)
Lees in ons archief tientallen stukken van en over Piet Gerbrandy.
Virgula van Sasja Janssen (Querido)
De recensie volgt in ons mei-nummer
In mijn mand
van Lieke Marsman (Pluim)
“Haar gedichten krijgen licht en lucht dankzij de humor waarmee ze ook zichzelf niet spaart”, schrijft Lisa Rooijackers in haar recensie
van Marsmans vierde bundel.
Dankbaar lichaam van Thomas Möhlmann (Prometheus)
Lees hier een recensie van zijn eerdere bundel Waar we wonen.
Dagen in huis
van Roelof ten Napel (Hollands Diep)
In ons archief vind je besprekingen
van eerder werk van Ten Napel.
Vervoersbewijzen van Tijl Nuyts (Uitgeverij Wereldbibliotheek)
Deze dichter schreef diverse stukken voor de lage landen.
Aarduitwrijvingen van Charlotte Van den Broeck (De Arbeiderspers)
“Het boek munt uit in beelden die op je netvlies branden en stelt erotiek voor als een wreed bedrijf. Dit universum is akelig concreet en mythisch tegelijkertijd”, schrijft Piet Gerbrandy in zijn recensie
van Van den Broecks derde bundel.
2050 van Peter Verhelst (De Bezige Bij)
“Met de zintuiglijke virtuositeit die we van hem gewend schrijft Peter Verhelst in 2050 wanhopige, apocalyptische gedichten over een wereld waar we niet willen zijn”, schrijft Piet Gerbrandy in zijn recensie
van deze bundel van de laureaat van de Constantijn Huygens-prijs 2021.
Eindig de dag nooit met een vraag van Dorien de Wit (De Arbeiderspers)
“In haar eerste bundel observeert en problematiseert dichter-kunstenaar Dorien de Wit uiteenlopende onderwerpen: van de digitale wereld tot het eigen lichaam”, schrijft Maarten Buser in zijn recensie.
Jury
Deze vijfkoppige jury bepaalt welke dichter de poëzieprijs ontvangt: Elke Brems, hoogleraar Letterkunde aan de KU Leuven; Vicky Francken, dichter, vertaler en redactielid van Tijdschrift Awater; John Jansen van Galen, journalist; Maarten Moll, schrijver en journalist en Xavier Roelens, dichter en poëziedocent.
Zij lazen negentig bundels en stelden over de huidige poëzie onder meer dit vast:
Er werd een heel palet aan maatschappelijke kwesties aan de orde gesteld, van het inhuizige leven ten tijde van corona tot verontrusting over de staat van ons klimaat en de meer dan benarde situaties die mensen soms moeten ontvluchten. (…) We merkten op dat veel dichters hun bundels als één geheel presenteren: zo zagen we veel conceptuele bundels.
Het volledige juryrapport staat hier.
Op 11 maart kiest deze jury een shortlist van vijf titels en op 13 mei volgt de uitreiking van De Grote Poëzieprijs 2022. Dat is de voortzetting van de VSB Poëzieprijs (1994 – 2018).
Eerdere winnaars van De Grote Poëzieprijs waren Liesbeth Lagemaat met Vissenschild
(2020, Wereldbibliotheek), Vrouwkje Tuinman met Lijfrente
(2019, Uitgeverij Cossee) en Radna Fabias met Habitus
(2018, De Arbeiderspers).
Alle verdere info op www.prijsdepoezie.nl.