Denker der Nederlanden, hoort België daar dan ook bij?
Met David Van Reybrouck is een Belg benoemd tot nieuwe Denker der Nederlanden. Verwarrend, vindt cultuurhistorica Lotte Jensen. Is België dan een onderdeel van die Nederlanden?
In maart werd David Van Reybrouck door de Nederlandse Stichting Maand van de Filosofie tot Denker der Nederlanden benoemd. Twee dingen vielen onmiddellijk op. Een: Van Reybrouck is geen filosoof maar cultuurhistoricus. Daarmee geeft de benoemingscommissie het begrip “denker” een ruimere invulling. De zeven vorige titeldragers, onder wie Marli Huijer en René en Bos, waren allen filosoof. Ook het essay voor de Maand van de Filosofie is niet geschreven door een wijsgeer, maar door een literator en columnist: Tommy Wieringa.
Het tweede dat opviel: Van Reybrouck is een Belg. Dat zet aan het denken over de benoeming en de titel “Denker der Nederlanden”. Wie valt daaronder, wie niet? Horen de Belgen – lees: de Vlamingen ‒ er nu bij? Als dat zo is, dan lijkt die beslissing te zijn genomen zonder enige historische reflectie. En dan betekent het dat België niet billijk vertegenwoordigd is in de commissie: het huidige bestuur van de Stichting telt één Vlaming.

© Alex Vanhee
Kort voordat Van Reybrouck als Denker der Nederlanden werd aangesteld, was de titel van de functie nog “Denker des Vaderlands”. Ook alle andere Nederlandse eretitels, zoals Dichter des Vaderlands, Theoloog des Vaderlands en Componist des Vaderlands, zijn gewijzigd. We spreken nu van Dichter der Nederlanden, Theoloog der Nederlanden enzovoorts. Dat gebeurde op verzoek van de huidige titeldragers, omdat ze de term “des Vaderlands” gedateerd vonden en ongemakkelijk. Ze voelden meer voor een “open en tijdloze titel”. Die gaf, aldus de vorige denker Marjan Slob, meer ruimte “voor verschillende soorten Nederlanders”.
Dat laatste is met de recentste benoemingen voor het filosofiedomein niet zo goed gelukt, als je het profiel van Van Reybrouck en Wieringa bekijkt: twee mannen van ongeveer dezelfde leeftijd die zich in hun essay buigen over de huidige klimaatcrisis en de toekomst van de aarde. Ze staan wel garant voor goede verkoopcijfers en veel media-aandacht, dus in die zin heeft de commissie een commercieel goede zet gedaan. Maar in één opzicht is er wel een nieuw soort Nederlander benoemd, namelijk een Belg.
In de ogen van Nederlandse journalisten was het allemaal volstrekt logisch. De Volkskrant schreef in een interview met Van Reybrouck: “De woorden ‘des Vaderlands’ zouden worden veranderd in ‘der Nederlanden’, een begrip waar je België prima onder kan scharen”. Zelf keek ik daar nogal van op. Niet dat ik vind dat Vlamingen of Nederlandstaligen met een andere nationaliteit deze functie niet zouden kunnen bekleden, integendeel. Mijn zus Stine Jensen, filosoof en net als ik in het bezit van een Deens paspoort, tekende nota bene eerder voor het essay van de Maand van de Filosofie.
Maar de uitspraak wekte wel de suggestie dat België als vanzelfsprekend onderdeel van de Nederlanden geldt. Ik dacht dat de tijdvakken van de Zeventien Provinciën (1543-1585) en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-1830) al weer ver achter ons lagen. Ik vroeg daarom aan mijn Belgische collega’s, van wie sommigen in Wallonië werken, of ze zich een vanzelfsprekend onderdeel voelen van een gebied dat we met “der Nederlanden” aanduiden en legde hen de quote uit de Volkskrant voor.
Ik dacht dat de tijdvakken van de Zeventien Provinciën en het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden al weer ver achter ons lagen
De Lage Landen, daarin konden ze zich nog wel vinden, maar de Nederlanden? “Waarom moet België altijd bij Nederland ingelijfd worden”, verzuchtte een collega-historicus op Bluesky, “ik word daar zo ontzettend moe van!” Gelijk heeft ze, dacht ik. Bij wijze van (ironische) troost schreef ik dat de tweehonderdjarige herdenking van de Belgische Opstand misschien weer wat historisch besef zou kunnen aanwakkeren bij de noorderburen.
Als gedachteoefening probeerde ik me de reacties voor te stellen als de Volkskrant in de plaats had geschreven: “De woorden ‘des Vaderlands’ zouden worden veranderd in ‘der Belgen’, een begrip waar je Nederland prima onder kunt scharen.” Ook dat had historisch gezien gekund, want hadden de Romeinen niet de naam “Belgae” gegeven aan de bewoners van de gebieden die het huidige België en delen van Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland beslaan? Evident nadeel vanuit Noord-Nederlands perspectief: Caribisch Nederland zou er dan buitenvallen.

© Brenda van Leeuwen
Bij nadere inspectie bleek de verruiming van “Vaderland” naar “Nederlanden” trouwens minder nieuw dan gedacht. In 2015 riep het Algemeen-Nederlands Verbond Joke van Leeuwen uit tot Dichter der Nederlanden om de verbondenheid tussen Nederland en Vlaanderen te benadrukken. Zij was als “Nederbelg” de ideale persoon om die brugfunctie te vervullen – een functie die na Van Leeuwen niet meer werd ingevuld.
Van Leeuwen schreef vanuit haar titel een reeks mooie poëtische overdenkingen over het Nederlands-Vlaamse wij-gevoel, zichtbare en onzichtbare grenzen, en verschillen in de taal. Neem bijvoorbeeld het gedicht ‘Grens’, waaruit ik hier een strofe citeer:
Iemand zei tegen mij jullie en dat hij kon
horen wie ik daar niet was. De twee
liepen door, een kant uit naar
voren. Op de rivier schoven
schepen voorbij
Begrippen als “vaderland”, “moedertaal” en “Nederlanden” zijn even rekkelijk als begrensd.
Interessant is dat België sinds 2014 ook een Dichter des Vaderlands kent, een titel die in 2025 werd omgedoopt tot Dichter*es van België. Die is bedoeld om een brug te slaan tussen de drie taalgemeenschappen: de Franse, Nederlandse en Duitse. Gedichten van de titeldrager worden gelijktijdig in al deze talen aangeboden. Vermoedelijk zal niet snel een Nederlander tot dichter van België worden verkozen (tenzij die dichter wellicht permanent in België woont). Dat zou wellicht ook opgaan voor de Denker van België, mocht die titel bestaan.
Als de Belgen voortaan mee in het bad zitten, dan ligt evenredige vertegenwoordiging in de benoemingscommissie voor de hand
En toch is de huidige Denker der Nederlanden een Belg. Met de nieuwe benaming en de benoeming wekt de Nederlandse benoemingscommissie op zijn minst het idee dat de Belgen (lees: Vlamingen) voortaan mee in het bad zitten. Als dat zo is, dan ligt evenredige vertegenwoordiging in de commissie voor de hand. Dat geldt mutatis mutandis ook voor Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten – tenzij een verbinding met het Nederlandstalige deel van België nagestreefd wordt.
Misschien was die oude titel, Denker des Vaderlands, zo gek nog niet. Zeker wanneer we het begrip “vaderland” opvatten volgens het adagium van Erasmus’ “Quaevis terra patria”: heel de wereld is mijn vaderland. Zolang de voertaal het Nederlands is.
Reacties
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn op om een reactie te plaatsen.
“Belg” is maar een identiteitskaartfenomeen
Veel Vlamingen voelen zich geen Belg, kijken nooit naar de RTBF, spreken met moeite Frans en stemmen politiek gezien totaal verschillend.