literatuur
De Zwitser. Over de romans van Arnon Grunberg
(Joost de Vries) Ons Erfdeel – 2014, nr 1, pp. 14-20
Door de jaren heen heeft Grunberg de adjectieven van zijn schrijverschap voornamelijk afgeschud: hij is geen cynische of nihilistische schrijver meer, daarvoor zijn er te veel kinderen zijn werk binnengekropen, te veel momenten van oprecht zoeken naar warmte en liefde en geborgenheid. Hij is geen geëngageerde schrijver, want hoeveel van zijn personages door oorlog en terrorisme en andere altijd actuele onderwerpen worden aangeraakt, juist die onderwerpen vormen zijn personages niet. Hun demonen zitten van binnen. “Kosmopolitisch” is ook irrelevant, want geografische afkomst is nooit in zijn werk van belang geweest. Hij kan niet meer als “joodse schrijver” gelden, want het joodse geloof of identiteit zijn nauwelijks nog onderwerpen voor hem, het is hooguit een cultuur die hij paraat heeft.
En toch – je kunt je eindeloos buigen over de manier waarop hij zijn humor heeft weten uit te smeren, over hoe zijn stijl is opgedroogd, zijn observaties meer gefocust zijn geraakt, en toch blijft het moeilijk om niet tot de conclusie te komen dat Grunberg de schrijver is van een oeuvre dat al geschreven is: met bijna tien romans, en tal van essay- en verhalenbundels, brievenboeken en reportages is het hoogst onwaarschijnlijk dat hij nog met een boek zal komen dat je in onderwerp, toon, stijl, personages of iets anders enorm zal verrassen.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden