De worsteling blijft. ‘Voorwaarts’ van Eva Meijer
Eva Meijer, een jonge stem in de Nederlandstalige literatuur, levert met Voorwaarts haar vijfde publicatie in vrij korte tijd af. Het boek van deze filosofe (die onderzoek deed naar de taal van dieren) wordt aangekondigd als een ideeënroman over liefde en vrijheid, en de strijd voor wat de moeite waard is. Dat laatste is een interessant uitgangspunt in een tijd waarin er heel wat “mis is met de wereld – klimaatrampen, uitstervende diersoorten, wapenhandel, kinderhandel, geld dat boven geluk gaat”.
Meijer kiest voor een vertelling op twee sporen. Voorwaarts
start met een terugblik naar een woonexperiment uit de jaren 1920 om uiteindelijk te belanden in het nu, te midden van een groep stedelijke hipsters die in Friesland zoeken naar een alternatieve vorm van samenleven. In het eerste deel, gepresenteerd in dagboekvorm, volgen we een paar anarchisten die in 1924 Parijs verlaten om de commune De Groene Weg te beginnen op het Franse platteland. Via het fictieve dagboek van Sophie Kaizowski krijgen we een inkijk in hun dagelijkse leven, dat wordt bepaald door principes als nudisme, veganisme, egalitarisme, et cetera. Hun successen en tegenslagen worden beschreven, net als de onderhuidse spanningen en de ontluikende liefde van het hoofdpersonage voor Clémence, de enige andere vrouw van het vijftal. Dat laatste maakt Voorwaarts misschien wel meer een liefdes- dan een ideeënroman, vooral omdat de ideeën zeker in het eerste deel zelden worden uitgewerkt of nader geëxpliciteerd. Ze lijken slechts de achtergrond voor een lesbische romance.