Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

Publicaties

Context bij cultuur in Vlaanderen en Nederland

De woordigste woorden
0 Reacties
© Vanessa Loring / Pexels
© Vanessa Loring / Pexels © Vanessa Loring / Pexels
column Taaltoestanden
taal

De woordigste woorden

Voorzetsels als ‘op’ en tussenwerpsels als ‘o-o’ zijn niet de meest prototypische woorden. Waarom spelen ze dan zo’n grote rol bij taalverwerving, vraagt columnist Marten van der Meulen zich af.

Mama en papa. Als je zoekt op lijstjes met eerste woorden van baby’s, dan is de kans heel erg groot dat je deze woorden tegenkomt. Welke taal je ook spreekt, de equivalenten van papa en mama verwerft een baby altijd heel vroeg in de taalontwikkeling. Kijken we naar woorden die daarna komen, dan kom je in het Nederlands bij woorden als bal, auto, bus, aap, poes of hond. Of natuurlijk op iets wat daarop lijkt. In het Japans zijn de eerste woorden na papa en mama vaak onder andere わんわん (hond) en まんま (ik heb honger). In het Frans vind ik onder andere chien (hond) en dada (paard).

Tijdens mijn studie heb ik wel het een en ander geleerd over taalverwerving. Het onderwerp interesseerde me nooit echt bijzonder. Maar nu heb ik een zoontje van anderhalf, en is kindertaalverwerving alles wat mijn taalkundige hartje begeert. Gretig bestudeer ik mijn nakomelingetje, om te zien wat voor woorden hij produceert. Papa zit er nog steeds niet op, en hoewel hij heel veel mama zegt, was dat toch niet zijn eerste woord. Het was zelfs niet een van zijn eerste drie woorden. Wat waren dat wel?

O-o, zo en op.

Nu is mijn zoon natuurlijk zonder twijfel het knapste en liefste kind dat ooit geleefd heeft. Maar is hij ook uniek in zijn taalverwerving? Ik denk het niet. Er is volgens mij iets anders aan de hand. Ik denk dat eigenlijk veel meer kinderen woorden als zo en op als eerste produceren, nog vóór mama en papa. Ouders rapporteren dat niet, omdat het natuurlijk veel minder leuk is. Waarom een saai functiewoord nemen als je iets kunt hebben met liefde en samen?

Maar er is nóg iets aan de hand. Ik denk dat ouders op, o-o en zo niet eens herkennen als woorden. Het zijn namelijk niet de meest woordige woorden. Met andere woorden: sommige woorden zijn woordiger dan andere.

Om uit te leggen wat ik daarmee bedoel moet ik even iets zeggen over de manier waarop we de wereld indelen. We zijn heel erg gewend om te denken in afgesloten bakken. Iets is iets, en iets anders is iets anders, en dat iets is niet dat iets andere. Een zalm is een vis, een hyacint een bloem en een jaloezie een emotie. Klaar. Deze manier van indelen, waarbij dingen afgebakend zijn en netjes in bakjes passen, noemen we naar de uitvinder het Aristoteliaanse categorisatieprincipe. Wat houd ik van die term. Samen met bahuvrihi-composita en minimaal contraintuïtief behoort het tot mijn favoriete wetenschappelijke concepten.

Hoe mooi het concept ook is, sinds de jaren 1970 wordt er wel flink aan getornd. Het klopt op zich wel grotendeels, maar het is zeker niet het hele plaatje. Het is veel te simpel. Niet alles binnen een categorie gedraagt zich namelijk hetzelfde. Sommige leden van een categorie zijn veel prototypischere voorbeelden van die categorie dan andere. Neem vogels. Neem eens een vogel in gedachten. Heb je er een? Ik durf zomaar te denken dat je aan een mus, duif, meeuw of merel moest denken. Dat zijn namelijk heel erg typische vogels. Ze doen alles wat je van een vogel verwacht. Niemand zal een struisvogel of een pinguïn noemen. Dat zijn ontegenzeggelijk vogels, maar het zijn niet de meest vogelige vogels.

Datzelfde principe treedt ook op bij woorden. Als ik je vraag om een woord te noemen, dan zul je ook niet ieder willekeurig woord noemen. Ik denk dat vrijwel iedereen een concreet zelfstandig naamwoord zal noemen. Appel, peer, hond, huis. Dat zijn denk ik de meest prototypische woorden. Ze beschrijven de wereld, ze zijn tastbaar, je kunt ze tellen, er zijn er ontelbaar veel van, je kunt er steeds nieuwe bij bedenken.

Woorden als op, zo en o-o zijn veel minder woordig. Ze zeggen wel iets over de wereld of wat daarin gebeurt, maar ze zijn niet zo concreet als paard of auto. De woordsoorten waar ze bij horen, voorzetsels en tussenwerpsels, zijn veel onduidelijker. Om die redenen worden ze vaak als minder interessant gezien. Maar dat zijn ze echt helemaal niet. Vooral tussenwerpsels zijn eigenlijk waanzinnig boeiend. Maar ik wil me hier even richten op op. Dat is natuurlijk de naam van een van de beste cd’s ooit gemaakt, het is ook een enorm veelzijdig woord.

Zelfs in het taalgebruik van mijn zoon met zijn zeer beperkte woordenschat is op al interessant. Het heeft namelijk voor hem twee basisbetekenissen. De eerste heeft met eten te maken, dat natuurlijk op kan zijn. Is het bord leeg, dan worden de handen ten hemel geheven, de vertwijfelde of voldane blik op mij gericht, en wordt er op gezegd. De andere betekenis is als voorzetsel. Maar ook daarbij eigenlijk veel ingewikkelder. Want wat is allemaal ‘op’? Je kunt wijzen en zeggen dat iets ergens op ligt, maar wil meneertje worden opgetild, dan zegt hij ook op.

Hoe zou je zo’n woord beschrijven? Dat is een uitdaging waarvan zelfs een woordenboekmaker gaat zweten. Want voorzetsels zijn veel ingewikkelder dan zelfstandige naamwoorden. Volgens mij gaat het bij het voorzetsel op in ieder geval om twee elementen: hetgene wat op het andere is, is daar in principe boven, en de twee dingen moeten elkaar raken.

Hoe zou je een woord als ‘op’ beschrijven? Dat is een uitdaging waarvan zelfs een woordenboekmaker gaat zweten

Toch kan ik al direct allerlei problemen met deze elementen bedenken. Wat te denken van iets dat op het water drijft? Dat is er in ieder geval deels boven, maar dat hoeft niet. In de zin “de boot vaart op het water” is misschien wel een groter deel onder dan boven het water. En hoe zit het met op in allerlei andere betekenissen? “Hij lijkt op zijn moeder” heeft met positie niks te maken. Idem voor “Zij schiet op de kikker”, of zelfs “Zij zijn verliefd op de Backstreet Boys”.

Er is meer. Ik heb eerder weleens geschreven over mijn irritatie met zogenaamd onvertaalbare woorden. Voorzetsels passen daar heel mooi bij. Hoe zou je bijvoorbeeld op vertalen in het Engels? Door on natuurlijk. Enige probleem: niet alles wat on is, is bij ons op. Denk maar aan een schilderij, dat in het Engels on the wall hangt, maar bij ons aan de muur. Het bereik van de woorden is anders.

En dat is alleen nog maar tussen het Engels en het Nederlands. Met verder verwijderde talen, zoals het Koreaans, is de overlap nog weer heel anders. Om nog maar te zwijgen van “op” als “klaar”. Die betekenis heeft het Engels ook. Je zegt daarin “done” of “finished”, maar niet “op”.

En zo is de koek nog lang niet op. Ouders, ik snap dus dat je wil dat je kroost mama of papa zegt. Maar vergeet de kleinere woordjes niet.

Aanmelden

Registreer je of meld je aan om een artikel te lezen of te kopen.

Sorry

Je bezoekt deze website via een openbaar account.
Je kunt alle artikelen lezen, maar geen producten kopen.

Belangrijk om weten


Bij aankoop van een abonnement geef je toestemming voor een automatische herabonnering. Je kunt dit op elk moment stopzetten door contact op te nemen met emma.reynaert@onserfdeel.be.