De stille “vererfgoeding” van Vlaanderen. Over het Vlaams cultureel erfgoedbeleid en zijn effecten
(Pascal Gielen , Rudi Laermans) Ons Erfdeel - 2005, nr 5, pp. 691-707
In dit grondige en diepgaande artikel wordt de geschiedenis geschetst van het erfgoedbeleid in Vlaanderen, van vóór de onafhankelijkheid van België tot en met het Erfgoeddecreet van 2004. Onder meer het Museumdecreet, het Archiefdecreet en het Topstukkendecreet passeren de revue. De bekrachtiging van het Erfgoeddecreet in 2004 betekende volgens de auteurs een heuse transformatie van het Vlaamse cultuurbeleid. In tegenstelling tot eerdere decreten richt het Erfgoeddecreet zich niet meer op instellingen, zoals archieven en musea, maar op de overblijfselen van het verleden zelf en vooral op de immateriële betekenissen die zij vandaag nog genereren. Toch signaleren de auteurs ook nog een drietal gebreken in het huidige Erfgoeddecreet. Ten eerste is er een schromelijk tekort aan geld, zeker omdat de overheid mikt op een gelijktijdig samengaan van conservatie en publieke ontsluiting van het roerende en immateriële erfgoed. Ten tweede is het decreet nog niet zo “integraal en geïntegreerd” als het zou willen zijn, want de regelingen voor volkscultuur en archieven zijn nog niet in de tekst opgenomen. Ten slotte bestaat er in Vlaanderen nog altijd een onhandige bevoegdheidsverdeling voor roerend en onroerend erfgoed. Dat laatste valt daarom nog steeds buiten het Erfgoeddecreet.
Verder lezen?
Dit is een artikel waarvoor je moet betalen. Koop dit artikel of neem een abonnement om toegang te hebben tot alle verhalen van de lage landen.
Reactie plaatsen
Aanmelden