Deel artikel

Lees de hele reeks
literatuur

‘De papieren man’: IM Remco Campert, de jonge Gerrit Komrij, Lieke Marsman als Zomergast, bekroningen en nominaties

11 juli 2022 19 min. leestijd De papieren man

De papieren man zit op het vinkentouw voor de literaire actualiteit in Vlaanderen en Nederland en maakt regelmatig een round-up. In deze laatste aflevering voor het zomerreces besteedt Dirk Leyman onder meer aandacht aan alweer een nieuwe non-fictie-uitgeverij, Lieke Marsman als Zomergast en de jonge jaren van Komrij. Remco Campert wordt herdacht én er is opnieuw flink wat literair prijzennieuws.

Nieuwe uitgeverij Murrow mikt op journalistieke boeken

Onder de vleugels van de Nederlandse Overamstel Uitgevers duikt er een nieuwe uitgeverij op. Murrow gaat zich vooral richten op journalistieke titels in Nederland en Vlaanderen, een segment dat weliswaar al goed bedeeld is. Schrijver en journalist Casper Luckerhof, die eerder bij de Volkskrant werkte en zelf ook publiceert, neemt de leiding van Murrow op zich.

De naam is een verwijzing naar de Amerikaanse journalist Edward R. Murrow, die met zijn reportages de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog in kaart bracht voor het Amerikaanse publiek.

Murrow heeft meteen al drie auteurs vastgelegd die een boek zullen schrijven. Een van hen is De Morgen-journalist Katrin Swartenbroux. Ze voorziet een essaybundel over de dilemma’s waar de millenniumgeneratie mee worstelt. De uitgeverij spreekt van een “Joan Didion-achtig”-boek. de Volkskrant-journalist John Schoorl wil in zijn boek dan weer de ziel van Nederland als ondernemersland blootleggen. Journalist Hans Hulst, die zeven jaar in Myanmar woonde, zal in een literair-journalistiek memoir beschrijven hoe hij de veelbelovende democratie van Myanmar van binnenuit kapot zag gaan na een verwoestende coup door de junta. De eerste uitgaven van Murrow zijn voorzien voor 2023.

Dichter des Vaderlands Lieke Marsman te gast bij VPRO Zomergasten

Schrijver, filosoof en Dichter des Vaderlands Lieke Marsman is één van de Zomergasten
van de VPRO, het programma waarin “mensen met een verhaal gevraagd wordt om hun favoriete kijkavond samen te stellen en de fragmenten van hun keuze toe te lichten in een goed gesprek”. Marsman geldt “als een van de meest gelauwerde en aansprekende dichters van haar generatie.” Ze schrijft al meer dan vijftien jaar poëzie. In 2010 debuteerde ze met Wat ik mijzelf graag voorhoud, bekroond met drie debuutprijzen: de C. Buddingh’-prijs, de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en de Liegend Konijn Debuutprijs. Drie jaar later verscheen De eerste letter en in 2017 volgde de roman Het tegenovergestelde van een mens, waarin ze proza met poëzie en essayistiek vervlecht in een zoektocht over klimaatverandering. In 2018 verscheen De volgende scan duurt vijf minuten, gedichten en een essay over haar kankerdiagnose. In haar bundel In mijn mand (Pluim) behandelt ze de grootste thema’s die het menselijke bestaan kenmerken: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven.

In Zomergasten zal het gaan over de rol van taal in de politieke arena. In 2017 werd bij Marsman een zeldzame vorm van kraakbeenkanker geconstateerd. Sinds een jaar weet ze dat ze niet meer beter wordt. Ze liet deze week via Twitter weten dat haar arm en schouder geamputeerd dienden te worden. Presentatrice Janine Abbring praat met Lieke Marsman in VPRO Zomergasten op zondag 14 augustus. De andere gasten zijn presentator, schrijver en fotograaf Humberto Tan, ING-hoofdeconome en sociologe Sandra Phlippen, journalist en media-ondernemer Derk Sauer, muzikant en televisiepresentator Raven van Dorst en psychiater en traumaspecialist Bessel van der Kolk.

Arie Pos publiceert biografisch portret van ‘de magere jaren’ van Gerrit Komrij, tien jaar geleden overleden

Een biografisch portret van de jonge jaren van Gerrit Komrij (1944-2012), dat schreef Arie Pos: De wording van Gerrit Komrij. Pos leverde in 2017 al Komrijs verloren gewaande debuutroman De lange oren van Midas af. Uit zijn portret blijkt hoezeer Komrij zich al op jonge leeftijd dichter voelde en daarnaar wou leven. Pos presenteert “de magere jaren” die voorafgingen aan Komrijs debuut: als student in Amsterdam, zijn “vlucht” naar Kreta (waarvan hij berooid en gelouterd terugkeerde), de ontmoeting met zijn grote liefde Charles Hofman kort daarvoor; en zijn carrière als broodvertaler. En natuurlijk de publicatie van Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten én de ontvangst daarvan. “Het waren de jaren waarin een dromerige boekenwurm uit Winterswijk zichzelf met vallen en opstaan uitvond als mens en schrijver, ‘omdat hij niet anders kon.’” De wording van Gerrit Komrij bevat veel uniek beeldmateriaal.

Pos is van plan ook het verdere leven van Komrij via deelstudies- en essays te belichten, zodat uiteindelijk een volledige biografie ontstaat. Verder werd in Portugal, in Vila Pouca de Beira, het tienjarig overlijden van Komrij herdacht, meldt Tzum. Zo’n veertig vrienden en familieleden kwamen er bijeen in het huis dat Komrij en zijn levensgezel Charles Hofman de laatste decennia bewoonden, meldt Roos Custers, die erbij was. “Wanneer ik doodga, hoeven ze me alleen maar naar de overkant van de weg te rollen”, liet Komrij zich ooit ontvallen. Komrij ligt nu begraven naast zijn vriend Charles Hofman.

Arie Pos, De wording van Gerrit Komrij, De Bezige Bij, 222 pagina’s, 29,99 euro.

Remco Campert (1929-2022), schrijven als eeuwige liefdesaffaire, ‘een zondagskind, eerder dan een brekebeen’

Een stroom aan in memoriams over Remco Campert zag het licht nadat hij in de nacht van zondag 3 op maandag 4 juli om halftwee overleden was in Amsterdam, op bijna drieënnegentigjarige leeftijd na een kort ziekbed. “Tenslotte wint de dood, jazeker, maar de dood is slechts de stilte in de zaal nadat het laatste woord geklonken heeft. De dood is een ontroering”, schreef hij al in de bundel Het huis waarin ik woonde uit 1955. Vooral in Nederland wekte zijn verscheiden veel aandacht in krant- en weekblad en via herdenkingsuitzendingen.

Jan Wolkers noemde Campert ooit “de meest onderschatte schrijver van Nederland”. En zeker, in het tromgeroffel tussen de Grote Drie W.F. Hermans, Reve en Mulisch zong de verlegen Remco Campert altijd een toontje lager. Toch wist Campert op kousenvoeten zijn plaats af te dwingen in de eregalerij, als het eeuwige zondagskind van de Nederlandse letteren. Hij groeide de laatste decennia uit tot “nationale knuffeldichter”, met de Prijs der Nederlandse Letteren in 2015 als ultiem ereteken.

Lichtvoetigheid: wel duizendmaal moet het woord gebruikt zijn om het oeuvre van Campert (1929) te karakteriseren. Maar ondanks die gekoesterde speelsheid en zijn karakteristieke, luchtige parlandotoon, had Camperts luchtigheid iets misleidends. Onder het montere schutlaagje sloop, vooral in zijn verhalen en romans, een niet weg te wissen, milde melancholie. Zo had Campert een voorkeur voor antihelden, telkens weer falend in de liefde of in het schrijverschap. “Het net niet halen van wat je beoogd hebt, dat is veel interessanter, (…) om over te schrijven, dan over iemand die het allemaal wel haalt”, zei Campert ooit in een interview met Willem M. Roggeman. Slordige, geïmproviseerde levens met een atmosfeer van opkringelende sigarettenrook en alcohol als troost: dat was het Campertuniversum ten voeten uit.

Toch tref je in zijn gedichten of verhalen zelfs met het vergrootglas geen hooggestemde emoties aan: ironie en zelfrelativering behoorden tot het vaste arsenaal van de schrijver, die met Het leven is vurrukkulluk (1961), Eetlezen (1987) en Tot zoens
(1991) de Nederlandse taal op nieuwe staande uitdrukkingen vergastte. Jeroen Vullings zag ooit Camperts “onverwisselbare afkeer van pathos en pretentie” als dé rode draad. “Ik heb geen drama in mij. Ik scheer er maar wat langs”, liet Campert een van zijn personages schamper zeggen. “Ik ben de postzegel die halverwege de bestemming van de envelop loslaat.” Maar boven alles torent Camperts zichtbare plezier in het schrijven, voor hem een ware “levensbehoefte”: “Schrijven is geen loopbaan. Schrijven is een liefdesaffaire. (…) Ik schrijf wat me voor de voeten komt. (…) Liefdesaffaires heeft men soms meerdere in het leven, terwijl schrijven voor mij een blijvende liefde is”, zo vertelde hij in 1998 in De Groene Amsterdammer. Door zijn achteloze talent voelde Campert zich in de literatuur altijd “een zondagskind”, “eerder dan een brekebeen.”

“Grijpbaarder werd hij niet, wel nog almaar geliefder”, schreef zijn biografe Mirjam van Hengel recent nog in haar portret Een knipperend ogenblik (recensie). Daarin legde ze ook al zijn laatste jaren van vast, met het spelletje Scrabble met zijn vrouw Deborah én de rode wijntjes als vaste rituelen. Met afstandelijke minzaamheid liet de broos voortschuifelende Campert zich alle gefêteer aanleunen, bij zijn tachtigste of negentigste verjaardag: “Het aan zichzelf genoeg hebben, het onverstoorbare, is juist een van de redenen waarom mensen zo op Remco gesteld zijn”, vermoedde Van Hengel. Toen Campert aankondigde te stoppen met schrijven of met zijn columns in de Volkskrant, was dat in Nederland breaking news, al bleven er daarna nog wel “notities” verschijnen of hield De Bezige Bij het vuur brandend met heruitgaven. In 2018 verscheen nog de bundel Open ogen, met gedichten over de actualiteit, vluchtelingen, aanslagen, oorlog, om in 2019 over het nadere levenseinde te prakkezeren met Mijn dood en ik.

Campert, behorend tot de Vijftigers, besefte al te goed dat hij een van de overlevers van zijn generatie was. Om de haverklap moest hij de laatste jaren schrijvende vrienden uitzwaaien: van Lucebert en Hugo Claus tot Henk Bernlef en Gerrit Komrij, van Rudy Kousbroek en Simon Vinkenoog tot Gerrit Kouwenaar. Cees Nooteboom is stilaan nog de laatste overlevende van zijn generatie.

Een greep uit de in memoriams voor Remco Campert

# Hugo Camps, die veertig jaar bevriend was met Remco Campert, herdenkt hem in Elseviers Weekblad, waar hij zeventig jaar voor schreef:

“Jij was geliefd Remco, en dat zijn weinig schrijvers. In het roerige gezelschap van de Vijftigers was jij de enige die niet afgerekend werd op haat, vrouwen en jaloezie. Je was de enige over wie Hugo Claus niet durfde te roddelen. Hij wist dat jij zonder nijd je ambities in het kunstenaarschap najoeg. Je schreef zoals je leefde, en omgekeerd. Ongrijpbaar in het spel, transcendent in emoties en ontroeringen. En altijd met een fijn, dun lachje. Om het met jouw woorden te zeggen: ‘Mijn leven is eigenlijk vervuld met spel en liefde, liefde voor mijn vrouw Deborah vooral, voor de kinderen, voor de vrienden die er niet meer zijn en die er toch nog wel zijn.’

Schrijven is spelend alleen zijn. Omgeven door miniaturen als uitvalsbasis en bestemming. Jan Blokker schamperde ooit over de niksigheid in jouw teksten, maar jij zag het als een compliment. ‘Wat zou er heerlijker zijn dan over het niets te kunnen schrijven? Niets is tegelijk heel veel.’

Wel honderd keer heb ik je in de veertig jaar dat we elkaar kenden, horen zeggen: ‘Ik ben een kleinschalig denker die opschrijft wat gevierde auteurs hebben laten liggen.’”

# Carel Peeters over Camperts “ironische kijk op de wereld waarmee toch flink gedroomd kon worden” in Vrij Nederland:

“Het geheim van Remco Campert is zijn onwillige melancholie. Hij wil eigenlijk niet de schrijver zijn van ‘Leven is leven, het moet gebeuren’. Dat is veel te onaardig tegenover het leven, daarvoor is het uiteindelijk toch bij tijd en wijle te verrukkelijk. Maar de dag vanzelfsprekend ingaan met een lachend gezicht, dat is ook weer overdreven.”

# Mirjam van Hengel, die onlangs het biografisch portret Een knipperend ogenblik – voorschot op haar biografie – schreef, had een in memoriam klaar in de Volkskrant:

De toeschouwer die midden in het leven stond: ‘Dichten is liegen op een hoger plan’, schreef hij, ‘van een mus een zwaluw maken’ en die mus en zwaluw zou je het perfecte beeld van zijn eigen schrijverschap kunnen noemen. Nabij, herkenbaar voor iedereen en licht als de lucht die zijn domein was: Poëzie is mijn adem.

# Ook de lezers van de Volkskrant namen massaal afscheid van Campert. Onder meer Just Pallandt:

“Remco Campert schreef eens in een verhaal dat in Elsevier verscheen dat hij het woord ‘misschien’ nogal vaak gebruikte, de zin die daarop volgde luidde: ‘Een beetje twijfel kan nooit kwaad.’ Een even simpele als belangrijke les.”

# Graa Boomsma in De Groene Amsterdammer: ‘Campert gaat nooit dood’.

In Vlaanderen bleven de reacties op het overlijden beperkter.

# Dichter Paul Demets schreef een brief aan Remco Campert in De Standaard der Letteren:

“Wat ik ook bewonderde: je was een van die autodidacten, net zoals Claus en Nooteboom. De school was voor jullie een muf ruikende kelder waaruit jullie vakkundig ontsnapten. Welke jongere wil dat niet?” (…) Je gaf mij het gevoel dat er een spannender leven in Nederland wachtte.”

# Christophe Vekeman heeft het in Standaard Weekblad
over “de valse romantiek van Remco Campert”:

“De literaire wereld die Remco Campert mee het graf in neemt, is er een die qua sfeer volkomen haaks staat op het smetvrije vertrek waar de gemiddelde, kaarsrecht achter zijn laptoppie gezeten schrijver van vandaag in aan te treffen valt, nippend van zijn lungo, latte macchiato of weet ik wat allemaal.”

# Kristien Bonneure verzamelde veel geluids- en beeldmateriaal en biedt een helder overzicht van zijn carrière op VRT News.

Kort nieuws

# De Turks-Nederlandse Lale Gül
(1997), studente Nederlands aan de Vrije Universiteit Amsterdam, komt met een nieuw boek in januari 2023: Ik ben vrij. In 2021 maakte ze furore met haar autobiografische debuut Ik ga leven, waarvan inmiddels maar liefst 207.000 exemplaren over de toonbank gingen (onze recensie). Het boek kwam haar ook op doodsbedreigingen te staan. Ze vertelde er over de lange en moeilijke weg die ze moest afleggen om zich te bevrijden van haar afkomst en religieuze dwang.

In haar tweede boek, dat opnieuw bij uitgeverij Prometheus verschijnt, vraagt ze zich af wat vrijheid eigenlijk is. “Waar houdt jouw vrijheid op en begint die van een ander? Hoe zit het met religieuze besnijdenissen? Religieus onderwijs? En in hoeverre kun je vrij denken als je tot aan de volwassen leeftijd in een onvrij systeem hebt leren denken?” En: “Ze roept op om bepaalde vrijheden te herzien, opdat de vrijheid van anderen juist gewaarborgd kan worden.”

# Het lied van ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje is een onverhoedse bestseller geworden, na een uitzonderlijk lovende recensie van Thomas de Veen in NRC Handelsblad, meldt Tzum. Het boek verscheen bij de kleine Groningse uitgeverij Passage, die een herdruk voorbereidt, want het boek was op slag uitverkocht. Daanje beleefde in 2019 een doorbraak met haar Eerste Wereldoorlog-roman De herinnerde soldaat.

# N-VA-volksvertegenwoordiger en voormalig minister van onder andere Werk, Begroting, Economie, Innovatie en Sport Philippe Muyters is aangeduid als nieuwe voorzitter van de raad van bestuur van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren. Muyters volgt daarmee Ben de Reu op, die gehonoreerd werd als erevoorzitter en in die hoedanigheid in de raad van bestuur zal blijven zetelen. De Reu, gedeputeerde in Zeeland, was voorzitter tussen 2013 en 2022.

# In Gent overleed de eigenzinnige auteur, historicus en stadsgids Geert Vandamme. Hij werd amper zestig jaar en stierf aan de gevolgen van keelkanker, die hij niet wou laten behandelen. Vandamme specialiseerde zich in de recente Gentse stadsgeschiedenis, gaf een tijdschrift uit over de geschiedenis van Gent (Gandavum), verzorgde rondleidingen en schreef biografieën van kunstenaars en werkte mee aan boekpublicaties. Vandamme publiceerde ook (grotendeels) in eigen beheer een tweedelige biografie over Jean Ray ofte John Flanders, waar hij dertig jaar lang aan werkte en die 650 pagina’s telde: Soms overtreft de werkelijkheid de fantasie. Meer info bij Het Nieuwsblad.

# Dichteres en schrijfster Astrid Haerens is de nieuwe Letterzetter van Kortrijk, een soort stadsdichterschap. Ze volgt Anneleen Van Offel op, die drie jaar lang het Letterzetterscollectief leidde in Kortrijk. Haerens is geboren in Kortrijk en groeide op in Zwevegem, maar woont nu in Brussel. “Ik zie dat mijn werk afwisselend een introverte periode kent waarin ik op mezelf werk. Maar werken in een collectief verband spreekt me ook aan. Deze aanstelling komt dus op tijd”, zegt Haerens aan de VRT. Recent publiceerde ze haar nieuwste bundel Oerhert.

# Vonk & Zonen organiseert op 21 juli 2022 voor het eerst (in samenwerking met Kunstenfestival Watou) de Nationale Dag van de Traagheid. Het is een poëtische daad van verzet tegen overprikkeling en tijdsdruk. De kiem werd vorig jaar gelegd door Carl Norac, destijds de Dichter des Vaderlands. Hij nodigde Vlaamse en Waalse dichters uit in het Huis van de Dichter. In Watou dachten ze samen na over het nut van de traagheid. Daarna volgden nog trage bijeenkomsten op een binnenvaartschip en in Namen. Op de Nationale Dag van de Traagheid worden de nieuwe gedichten over de traagheid voor het eerst gedeeld met het publiek. “Een stressvrij gebeuren met Carl Norac, Aurélien Dony, Els Moors, Astrid Haerens, Jan Ducheyne en Paul Bogaert”, zo wordt aangekondigd.

# Van de onlangs op tweeëntachtigjarige leeftijd overleden Jeroen Brouwers verscheen bij Atlas Contact postuum Alles echt gebeurd, een bundel met autobiografische teksten die oorspronkelijk pas in september was aangekondigd, maar nu vervroegd is uitgekomen. “Enig Reviaans excuus is er niet bij nodig. Alles is echt wat goed geschreven is, zodat echt gebeurd even echt ook kan zijn verzonnen. Autobiografie: zicht op zichzelf in een gebarsten spiegel, hier geflatteerd, daar geretoucheerd, hier zelfverkleinend, daar -vergrotend, geestig en vrolijk of diep serieus: ieder leven is een mythe.”

De samenstelling was mede in handen van Lodewijk Verduin, die in 2021 Eenzaamheid in eindeloos meervoud schreef, over het oeuvre van Brouwers (recensie).

En het prijzengeweld…

# Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden krijgen Martinus Nijhoffprijs

De Martinus Nijhoff Vertaalprijs 2022 is toegekend aan Margreet Dorleijn en Hanneke van der Heijden voor hun vertalingen uit het Turks. De jury prijst in het juryrapport hun uitmuntende duovertalingen en ambassadeurschap: “Dorleijn en Van der Heijden ontsluiten een hoogstaande literaire cultuur. Hun Nederlands is lenig, vindingrijk en fraai.” Aan de prijs is een bedrag van 35.000 euro verbonden. De uitreiking van de Martinus Nijhoff Vertaalprijs vindt plaats op 15 september om 17.00 uur in de Vondelkerk, met een open programma voor alle geïnteresseerden. Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk zal bij de uitreiking aanwezig zijn. De Martinus Nijhoff Vertaalprijs is de belangrijkste vertaalprijs in ons taalgebied.

# Max Velthuijsprijs voor Philip Hopman

Illustrator Philip Hopman is bekroond met de Max Velthuijs-prijs, de oeuvreprijs voor illustratoren van Nederlandse kinderboeken die om de drie jaar wordt uitgereikt. Hopman ontvangt 60.000 euro aan prijzengeld en een beeldje van Kikker, het bekendste personage van de naamgever van de prijs. Hopman (1961) illustreerde de afgelopen vijfendertig jaar boeken van onder meer Annie M.G. Schmidt, Astrid Lindgren en Ted van Lieshout. In 1999 verwierf hij al de Zilveren Penseel voor zijn illustraties in het boek 22 Wezen. Onlangs maakte hij vooral naam met zijn illustraties voor de serie Boer Boris van Ted van Lieshout.

# Shortlist Hebban Debuutprijs: Frouke Arns, Koen Caris, …

Een honderdkoppige lezersjury stelde de shortlist samen van de Hebban Debuutprijs, een aanmoedigingsprijs voor debutanten van lezerscommunity Hebban. De prijs richt zich op Nederlandstalige literaire fictie. De shortlist van 2022 bestaat uit vier vrouwen en één man. Drie van hen publiceerden eerder wél al werk voor deze debuutroman: Frouke Arns is dichter, Koen Caris toneelschrijver en van Janke Reitsma verschenen er korte verhalen in druk. Malou Holshuijsen is voornamelijk bekend als columnist, podcastmaker en radiopresentator en Aisha Dutrieux is rechter van beroep. Dit zijn hun genomineerde titels:

– Janke Reitsma – Niets ontgaat ons (Mozaïek)
Koen Caris – Stenen eten (Atlas Contact)
– Frouke Arns – De gelijktijdigheid der dingen (De Arbeiderspers)
– Aisha Dutrieux – Het leven noemen (Het Spectrum)
– Malou Holshuijsen – Zachtop lachen (Ambo|Anthos)

Een professionele eindjury kiest eind september de winnaar.

# KANTL maakt nominaties voor literaire prijzen bekend

De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) reikt elk jaar een literaire prijs uit, afwisselend voor proza, essay, poëzie en kinder- en jeugdliteratuur in een vierjaarlijkse cyclus. De laureaat wordt gekozen uit de vier genomineerde werken van de voorgaande jaren. Zojuist zijn de genomineerden bekendgemaakt, in de diverse categorieën. De winnaar van de Prijs voor Essay zal in oktober 2022 al bekendgemaakt worden.

Proza
2020: Pieter Waterdrinker – De rat van Amsterdam (Nijgh & Van Ditmar)
2021: Nico Dros – Willem die Madoc maakte (Van Oorschot)

Poëzie
2019: Frank Keizer – Lief slecht ding (Polis)
2020: Kreek Daey Ouwens – Guillaume (Wereldbibliotheek)
2021: Sasja Janssen – Virgula (Querido)

Essay
2018: Cyrille Offermans – Een iets beschuttere plek misschien (Privédomein)
2019: Charlotte Van den Broeck – Waagstukken (De Arbeiderspers)
2020: Oek de Jong – Het glanzend zwart van mosselen (Atlas Contact)
2021: Jan Postma – Is dit alles? (Das Mag)

# Anne-Lot Hoek, Aleid Truijens en René van Stipriaan op longlist Libris Geschiedenis Prijs

De longlist met tien genomineerden voor de vijftiende editie van de Libris Geschiedenis Prijs 2022 is ook bekend. Die prijs bekroont historische boeken die een algemeen publiek aanspreken. Oorspronkelijkheid, leesbaarheid en historische degelijkheid zijn de belangrijkste criteria. De Libris Geschiedenis Prijs is een initiatief van Historisch Nieuwsblad, Libris, Nederlands Openluchtmuseum, Rijksmuseum Amsterdam, Trouw en VPRO en bestaat uit een geldbedrag van 20.000 euro. De prijs is onderdeel van de Maand van de Geschiedenis en wordt traditiegetrouw eind oktober uitgereikt. Er waren ditmaal driehonderd inzendingen.

Dit zijn de genomineerde tien titels:

– Bart van der Boom – De politiek van het kleinste kwaad. Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam, 1941-1943 (Boom)
– Rolf Bos – Een Duitse zomer. De Olympische Spelen van 1972 (Alfabet)
– Patrick Dassen – De Weimarrepubliek. Over de kwetsbaarheid van de democratie
(Van Oorschot)
– Emily Hemelrijk – Verborgen levens, publieke figuren. Romeinse vrouwen buiten Rome
(Athenaeum)
Anne-Lot Hoek – De strijd om Bali. Imperialisme, verzet en onafhankelijkheid 1846-1950 (De Bezige Bij)
– Luc Panhuysen – Het monsterschip. Maarten Tromp en de armada van 1639 (Atlas Contact)
– Harry Poeze en Henk Schulte Nordholt – Merdeka. De strijd om de Indonesische onafhankelijkheid en de ongewisse opkomst van de Republiek 1945-1950
(Walburg Pers)
– Erik Somers en René Kok – Adolf Hitler. De beeldbiografie (Hollands Diep)
René van Stipriaan – De zwijger. Het leven van Willem van Oranje (Querido)
Aleid Truijens – Leven in de verbeelding. Hella S. Haasse 1918-2011 (Querido)

# Kanshebbers PrixFintroPrijs: Lisette Ma Neza, Tijl Nuyts, Aya Sabi en Hans Depelchin…

De PrixFintroPrijs Supporting Young Artists bestaat dit jaar uit vijf categorieën: Nederlandstalige literatuur, Franstalige literatuur, beeldende kunst, dans & theater, en film & fotografie. De laureaat in elke categorie wordt beloond met een geldprijs van 10.000 euro. De tweede en derde finalisten krijgen elk 2.000 euro. De genomineerden op de longlist voor de categorie Nederlandse Literatuur zijn voor 2022:

Karolina Szjeda, Hans Depelchin, Esohe Weyden, Lisette Ma Neza, Moya De Feyter, Aya Sabi, Carmien Michels en Tijl Nuyts.

Het publiek kan meestemmen voor zijn laureaat voor de Publieksprijs, een vakjury bekroont de winnaar van de geldprijs. Tot de jury behoren Pat Donnez, Jelle van Riet, Yves T’Sjoen, Tülin Erkan en uw dienaar. Vorig jaar ging de PrixFintroPrijs in de categorie literatuur naar Charlotte Van den Broeck.

# Brusseprijs voor Roline Redmond

De Brusseprijs, die is vernoemd naar journalist M.J. Brusse (1873-1941) en die het beste Nederlandstalige journalistieke boek van het jaar bekroont, is in juni 2022 voor de vijftiende keer uitgereikt. Roline Redmond won de Brusseprijs 2022 voor haar boek De Doorsons. Op zoek naar een Afro-Amerikaanse slavenfamilie in het Caribisch gebied (De Arbeiderspers). Aan de jaarlijks uitgereikte Brusseprijs is een geldbedrag van tienduizend euro verbonden.

Dirk leyman2

Dirk Leyman

(literair) journalist, auteur en eindredacteur

foto © Koen Broos

Reacties

Reacties zijn gesloten.

Gerelateerde artikelen

		WP_Hook Object
(
    [callbacks] => Array
        (
            [10] => Array
                (
                    [000000000000291a0000000000000000ywgc_custom_cart_product_image] => Array
                        (
                            [function] => Array
                                (
                                    [0] => YITH_YWGC_Cart_Checkout_Premium Object
                                        (
                                        )

                                    [1] => ywgc_custom_cart_product_image
                                )

                            [accepted_args] => 2
                        )

                    [spq_custom_data_cart_thumbnail] => Array
                        (
                            [function] => spq_custom_data_cart_thumbnail
                            [accepted_args] => 4
                        )

                )

        )

    [priorities:protected] => Array
        (
            [0] => 10
        )

    [iterations:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [current_priority:WP_Hook:private] => Array
        (
        )

    [nesting_level:WP_Hook:private] => 0
    [doing_action:WP_Hook:private] => 
)