De magische museumformule die emotie heet
Steeds meer zetten musea de kunst van het verhalen vertellen in om een band met het publiek te smeden en hun maatschappelijke relevantie zichtbaar te maken. Vlaamse musea kijken daarbij regelmatig naar Nederland, waar de aandacht voor publieksparticipatie en inclusie al langer sterk is.
Waar musea vroeger vooral hoeders van erfgoed waren, streven ze vandaag de dag volop impact, maatschappelijke relevantie en inclusie na. Olga Van Oost, museologe en algemeen directeur van FARO, het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, ziet musea die omslag maken. “In Rebel Garden in het Groeningemuseum probeert men via oude kunst een link te leggen met klimaatverandering”, geeft ze als voorbeeld. “Het Museum voor Schone Kunst (MSK) in Gent zet een tentoonstelling op rond queerness in oude kunst. Na de grote tentoonstellingen over slavernij opent ook het Rijksmuseum een grote tentoonstelling over gender.”
Niet voor niets staat vermaatschappelijking tegenwoordig ook in de definitie van de International Council of Museums (ICOM). “Een relevant museum, is een museum dat via participatie verbinding maakt met samenleving en met gemeenschappen en dat werkt rond diversiteit en duurzaamheid”, vat de directeur van FARO samen.
© FARO / Dries Theuwissen
In de zoektocht naar manieren om de collectie en de geschiedenis te ontsluiten op een manier die voor verschillende doelgroepen toegankelijk is, maken musea volop gebruik van storytelling: het vertellen van verhalen die betekenis maar vooral ook beleving toevoegen aan een museumbezoek. “Het gaat over hoe je een tentoonstelling maakt”, zegt Van Oost. “Wat is het doel? Wie is de doelgroep? Wat wil je bereiken? Daarmee verlaten we het model van een museum dat vooral interessant is voor een incrowd van kunsthistorici. De klassieke conservator of curator wil dat wetenschappelijk onderzoek integraal wordt getoond, terwijl je vooral een breed publiek wil aanspreken.”
De blik van de ander
“Wanneer we een tentoonstelling ontwikkelen, is de basis altijd wetenschappelijk onderzoek”, nuanceert Veerle De Meester, manager tentoonstellingen en publiekswerking in het Antwerpse KMSKA. “Maar daarna volgt de vertaalslag. Vorig jaar wierven we daarom een storyteller aan. Bij mijn weten een primeur, (het Rijksmuseum in Amsterdam heeft een ‘Content Creative’ aan boord, wdh) al zie je het in Angelsaksische musea vaker. Een storyteller heb je nodig om in een vroege fase mee over de collectiepresentatie na te denken.”
Veerle De Meester (KMSKA): 'Een storyteller heb je nodig om in een vroege fase mee over de collectiepresentatie na te denken'
Veel van de topstukken in het KMSKA zijn religieuze werken. Alle honderdtachtig nationaliteiten van de havenstad bereik je daar niet zomaar mee. Veerle De Meester: “Daarom bedenken we thema’s. Lijden, imago, hemel of verlossing lijken voor de hand te liggen, maar zoiets moet je goed doordenken. Werk van Bill Viola of sculpturen van Berlinde De Bruyckere maken ‘lijden’ aanschouwelijker, ook al ben je niet vertrouwd met hedendaagse kunst.”
Het KMSKA laat ook andere stemmen een verhaal vertellen: experten, bijzondere mensen, kinderen. Audiovisueel en soms ook live. “Bij een bordeeltafereel trekt een sekswerker parallellen met het heden”, somt De Meester op. “Bij de expo Blik op het oneindige van Jef Verheyen geven we de abstracte kunstenaar een gezicht met foto’s uit zijn leven. Een radiomaker gaat één-op-één in gesprek met bezoekers over een kunstwerk. We laten onze artists in residence interventies doen. We vragen performers, een saxofonist, een acteur, een muziekband.” Of bekende TV-gezichten: televisieregisseur Arnout Hauben – een geboren storyteller en dankzij het wandelprogramma Dwars door de Lage Landen nu ook een bekende Nederlander – en diens productiehuis boden het museum een nuttige kijk van buitenaf op hoe je kunst via multimedia interactief en intuïtief voorstelt.
Musea moeten inclusiever
Over naar Zwolle. Kunsthistoricus en curator Aude Christel Mgba is sinds mei 2023 de nieuwe conservator hedendaagse kunst van Museum de Fundatie. Mgba wil de grote collectie twintigste-eeuwse kunst van het museum op nieuwe manieren zichtbaar maken.
“Musea denken na over hoe ze inclusiever kunnen worden door de verhalen die ze vertellen”, zegt Mgba die de opdracht kreeg om het museum grondig mee te vernieuwen. “Over wat ze hebben of juist niét hebben in hun collectie. Inclusie maakt deel uit van onze nieuwe missie om het museum open te stellen voor verschillende geografische gebieden, verhalen en mensen. Een museum als een ruimte voor empathie vereist dat je nadenkt over de grond waarop je staat. Welke nieuwe of onzichtbare verhalen in je collectie kun je delen met je publiek en met een nieuw publiek dat je wil aantrekken?”
© Hans van Eijsden
Door te experimenteren, zoekt Mgba naar nieuwe verbanden en verhalen die al in de collectie aanwezig zijn, maar zich nog moeten openbaren. Ze cureerde de tentoonstelling REMIX. Vijf hedendaagse kunstenaars werden uitgenodigd om de collectie van Museum de Fundatie te herinterpreteren. “We wilden horen wat zij er met hun achtergrond en artistieke praktijk over te melden hadden. Onze gastkunstenaar Kent Chan putte bijvoorbeeld de etnografische collectie waarbij hij een selectie maakte van objecten uit de tropen. Die staan hier ‘bevroren’ in een koele depotomgeving. Met een videoinstallatie in een verduisterde ruimte en dreunende beats nodigden we het publiek uit om samen met dansers op het scherm met zo’n object uit het depot mee te dansen – en de beweging ervan verbeelden wanneer het in het land van herkomst gebleven zou zijn. We onderzoeken ook het format van het titelkaartje: zo kan je de hiërarchie veranderen in de manier waarop je kunstobjecten tentoonstelt. Wat je vertelt, heeft invloed op de presentatievorm van de tentoonstelling.”
© Peter Tijhuis
Een collectie vertelt over geschiedenis. Kunstenaars worden beïnvloed door de context en de tijd waarin ze leven. Kunst vertelt ook over de Nederlandse handel, grondstofontginning, de omgang met dieren, gedeelde roots met voormalige koloniën. Het gaat over herschrijven, informeren, bewustwording én emoties creëren. “Kijk je naar het textiel waar kunstenares Maria Roosen verdriet doorheen naait, dan verbindt dat je misschien met je eigen verdriet.”
Aude Christel Mgba (Museum de Fundatie): 'Musea moeten onderzoeken hoe ze hun verhaal vertellen en welke hiërarchieën ze benadrukken. Een museum is geen onschuldige plek'
Aude Mgba ziet de visie waarvoor zij staat zich breder ontwikkelen. Storytelling gaat wat haar betreft vooral over urgentie. “Je kunt de impact van Black Lives Matter niet ontkennen. Musea moeten onderzoeken hoe ze hun verhaal vertellen en welke hiërarchieën ze benadrukken. Een museum is geen onschuldige plek. Het speelt een belangrijke maatschappelijke rol en mensen herkennen zichzelf er ook in. Museum de Fundatie heeft de afgelopen jaren een trouw publiek opgebouwd, maar het wil ook nieuwe aandacht en mensen van verschillende leeftijden en achtergronden uitnodigen. Die ambitie past bij de verhalen die wij als museum willen vertellen. Misschien kan ik daar een rol in spelen. Tegelijk hebben veel instellingen het moeilijk hebben om zo’n omslag te maken.”
Vanuit de eigen beleving
Herkenbare verhalen die via kunst een breed publiek persoonlijk en zelfs één-op-één willen aanspreken, daarop is Het Kunstuur geënt. Het Kunstuur toont Belgische schilderkunst uit de periode 1850-1950 in Mechelen, Hasselt en Roeselare. Wanneer we bedenker en initiatiefnemer Joost Bourlon bellen, is hij volop de zevende tentoonstelling in Mechelen aan het opbouwen. “Per twintig minuten laten we maximum acht personen binnen”, legt Bourlon het concept uit. “Een bewust beperkte capaciteit. In één tentoonstelling worden alle stijlen door elkaar geëxposeerd, al brengen we elk seizoen één aspect iets dominanter op de voorgrond. Vorige keer was dat armoede, dit keer gaat het meer over jeugd/ouderdom.”
Het Kunstuur werd door Joost Bourlon en zijn broer Hans, medeoprichter van productiehuis Studio 100, opgezet vanuit hun eigen beleving als museumbezoeker. Het recept? Allereerst de schilderijen. Daarbij hoort telkens een kort, menselijk audiovisueel verhaal van twee minuten, anekdotisch, historisch of grappig, verteld door iemand met een band met de kunstenaar of de inhoud van het werk.
“Een Oekraïense vrouw vertelt bij het schilderij De cavalerist of de kurassier (1899) van Henri Evenepoel dat het werk symbool staat voor het afscheid van haar man en land. Dat voert een emotionele lading toe”, zegt Joost Bourlon. “Nog een voorbeeld: Jo De Meyere is een beroemde Vlaamse acteur, nu 85 jaar oud. Hij zal vertellen hoe hij het einde van zijn leven ziet, in een dialoog met het schilderij Levensavond (1904) van Auguste Oleffe. Dat wordt een sterk moment.”
© Dominique Provost Art Photography
Het derde ingrediënt is de specifieke belichting, het vierde de muziek van componist Dirk Brossé. Bourlon: “Door de emotionele dimensie die die combinatie oproept, ga je kijken naar details waar je anders geen aandacht zou aan besteden.”
Joost Bourlon (Het Kunstuur): ‘Door de emotionele dimensie ga je kijken naar details waar je anders geen aandacht zou aan besteden’
Met de verhalen actualiseert Het Kunstuur de schilderijen, zegt Bourlon. “Een beeld van een mijnwerker in de mijnstreek Borinage – waar Vincent Van Gogh woonde – in een berookt landschap dus, koppelen we aan een klimaatverhaal met klimaatactiviste Anuna De Wever. Daar krijgen we ook kritiek op, vaak van oudere bezoekers. Net zoals op onze vluchtelingenverhalen.”
Connectie tot stand brengen
Een museum is een bindmiddel voor de samenleving en een ruimte voor empathie. Verhalen zorgen daarbij voor emotionele connectie. Het lijkt de magische formule. Veerle De Meester knikt: “Ons publiek is nu diverser. We zien meer jonge mensen. We zetten sterk in op kwetsbare jongeren, onder meer met werk van Basquiat – een bruikleen van het museum Boijmans-Van Beuningen – of beeldhouwwerk van Rik Wouters.”
Om het succesvolle Krasse Koppen – de tronies van Rubens, Rembrandt en Vermeer – op te zetten (die tentoonstelling liep tot januari 2024, wdh), werkte het KMSKA met focusgroepen. “Een testpubliek van honderd mensen vertegenwoordigde de verschillende doelgroepen”, vertelt De Meester. “We lieten ook zaalteksten en tentoonstellingsconcepten testen.” Crowd curation, waarbij het publiek mee een tentoonstelling cureert, wérkt. Dat toont de familietentoonstelling Missie Meesterwerk aan die het KMSKA overneemt van het Rijksmuseum. “Kinderen hebben daar echt een stem in”, zegt de Antwerpse tentoonstellingsmanager. Kinderen en hun familie kunnen zelf materiaal-technisch onderzoek verrichten naar kunstwerken uit de museumcollectie.
Vlaamse musea kijken voor de kunst van het verhalen vertellen graag bij de noorderburen. “Het Rijksmuseum blijft een ijkpunt voor storytelling”, vindt De Meester. “Wij durven misschien meer buiten de lijntjes kleuren, maar als museum voor schone kunsten blijven we daarin een uitzondering op de regel. Publieksontsluiting en participatie zijn ook sterk ontwikkeld in Nederland.”
De waarde daarvan ervoer De Meester zelf in Antwerpen. “Dat wij bezoekers aan Krasse Koppen de kans gaven om zelf hoofdstudies te tekenen, was een enorm succes. De stapel tekeningen was twee meter hoog. Ideeën wisselen we met onder meer het Museum Van Abbe in Eindhoven. Om beleving te creëren op de expo Krasse Koppen schakelden we Tinker Imagineers, een Nederlands bedrijf in – ze wonnen er een prijs voor Exhibition Design mee. Er is zeker een kruisbestuiving en partners vinden we vlot over de grens.”
Olga Van Oost (FARO): 'In Vlaanderen beschikken we doorgaans niet over de Nederlandse middelen'
Ook Olga Van Oost denkt dat het inspirerend is aan de andere kant van de grens te kijken. “Het Van Abbe Museum vind ik een voorbeeld als het gaat over storytelling: een prachtcollectie, gedegen onderzoek, vaak nieuwe thema’s op de agenda. De scenografie, de teksten, de combinaties van tekstarchiefmateriaal worden erg toegankelijk gebracht. Dat geldt ook voor het Drents Museum, bijvoorbeeld met de tentoonstelling over Vincent Van Gogh vorig jaar. Je kon die deels immersief beleven. Tegelijk was het traject heel uitgepuurd, met werken aan de muur die ook door brieven van de kunstenaar werden beschreven. Budget lijkt me daarbij toch ook mee te spelen. In Vlaanderen beschikken we doorgaans niet over de Nederlandse middelen.”
Wij zijn de bezoeker niet
Voor Museum de Fundatie is het smeden van banden met een nieuw publiek prettig én essentieel, want de voorbije jaren liepen de bezoekersaantallen terug. Aude Mgba: “De tentoonstelling met Maria Roosen & Guests was een groot succes. Het was een primeur voor dit museum hoe we haar werk in het Kasteel het Nijenhuis (de tweede locatie van Museum de Fundatie, wdh) op een speelse manier tentoonstelden en objecten uit de collectie in dialoog gingen met het haar werk en dat van haar gasten. Tijdens een lezing sprak iemand uit het publiek me er geëmotioneerd over aan. Een museum is inderdaad ook een plek voor empathie. Heerlijk als een tentoonstelling zo’n ruimte voor verbinding kan creëren. Ik ben trots dat nieuwe gezichten de weg naar Museum de Fundatie vinden. Op onze openingen komen duidelijk meer jonge mensen af. Er ontstaat een nieuwe connectie ontstaat voor, door en met hedendaagse jonge kunstenaars in onze regio. Maar de geesten laten rijpen, kost tijd.”
Aude Mgba vindt dat musea om de tien jaar hun missie en visie zouden moeten herzien. De gevolgen van kapitalisme en neoliberalisme, klimaatverandering, dekolonisatie en verrechtsing staan nu hoog op de wereldwijde agenda. “Projecten en curatoren die daar al langer op wijzen, worden nu vaker opgepikt door instellingen. Voor een ruimer publiek voelt het wel eens aan alsof hun visie nieuw zou zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan het werk van Amal Alhaag, bekend van Metro54, een platform voor experimentele sonische, dialogische en visuele cultuur. Haar project biedt een interessant perspectief over hoe je kan werken met hedendaagse kunst, geluid en verhalen van mensen van kleur. Alhaag heeft met Metro54 zeker invloed op hoe instellingen bezoekers van niet-Westerse origine kunnen aanspreken.”
Ook het Kunstuurconcept heeft succes. Begin 2024 stond de teller op 250.000 bezoekers sinds de start in 2019. “Minder academisch of kunsthistorisch is zeker een trend, net als bekende stemmen inhuren”, zegt Joost Bourlon. “We krijgen veel Nederlanders over de vloer en die zijn erg enthousiast, ook al kennen ze de Belgische kunst en kunstenaars niet. Laat staan de bekende Vlamingen die we inzetten. Er is zelfs belangstelling uit Nederland om daar Het Kunstuur op te zetten.”
Joost Bourlon mag dan als privéondernemer zijn eigen beleving als uitgangspunt nemen, als museum moet je uitgaan van het principe We are not the visitor, geeft Veerle De Meester nog mee. Storytelling is dan een krachtig hulpmiddel voor elke curator of conservator. Want: “Denk niet dat je weet wat je publiek nodig heeft, omdát je kunsthistoricus bent.”
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.