De Internationale Fotobiënnale van Oostende is een ‘mer à boire’
De eerste editie van de Internationale Fotobiënnale in Oostende pakt de Koningin der Badsteden grondig in. Het is een mooie kans om de stad te (her)ontdekken aan de hand van dertig fotografen op twintig locaties. Alleen het overkoepelende thema (On)rust overtuigt niet.
In de afgelopen jaren is de Koningin der Badsteden uitgegroeid tot de culturele zomerhoofdstad van Vlaanderen. Wat Le Touquet is voor le tout Paris, is Oostende geworden voor cultuurminnend Vlaanderen. Het “seizoen” trapte dit jaar af met het streetartfestival The Crystal Ship, daarna volgde de klassieke overrompeling tijdens Theater Aan Zee, en nu breit deze biënnale, die loopt tot en met 24 oktober, er nog een uitgebreide nazomer achteraan.
Google Maps is je beste vriend bij een bezoek aan de eerste editie van de Internationale Fotobiënnale in Oostende. Curatoren Stephane Verheye en Yvon Poncelet spreiden de kunstwerken over een twintigtal locaties, verspreid over beide oevers van de Oostendse havengeul.
© Kaat Pype
Als je werkelijk alles gezien wil hebben – van het Militair Hospitaal tot de Venetiaanse Gaanderijen, exposities in Fort Napoleon, Mu.ZEE en een rist galerieën – kun je maar beter de routeplanner in de gaten houden. En met enkele binnenexposities die nog altijd gebruik maken van time slots – corona, weet u wel – zorg je er maar beter voor dat je niet verdwaalt. Toch niet als je alles in één dag wil verhapstukken. Maar het zal de plaatselijke middenstand vast niet verdrieten als deze volgepakte biënnale de liefhebbers doet besluiten tot een weekenduitstap.
Dames boven in Fort Napoleon
Ik begin, gedicteerd door mijn time slot, met de expositie in het Fort Napoleon. De route daarnaartoe biedt, komende van het station, een mooie kans om te acclimatiseren aan de Oostendse sfeer: je passeert de vistrap en de garnalenkraampjes op de Visserskaai, neemt de overzetboot en landt op de oostelijke havenoever, aan de maritiem-industriële rafelrand van de stad.
© Chrystel Mukeba
In Fort Napoleon is het “dames boven”. Dat mag je letterlijk nemen: de expositie met werk van vijf toonaangevende vrouwelijke fotografen palmt de bovenverdieping van het fort in, de kelders zijn gereserveerd voor het werk van de betreurde Marc Lagrange (1957-2015). “Vrouwen wereldwijd hebben het laatste decennium een opvallend grotere progressie gemaakt dan hun mannelijke collega’s in de fotografie”, staat met grote stelligheid in de begeleidende uitleg. Grote stappen, snel thuis, denk je dan, want wie zou er in het huidige tijdsgewricht het tegenovergestelde durven te suggereren?
© Katrien De Blauwer / Carmen De Vos
Toch krijg je een uitgekiende selectie, gaande van de fotomontages van Katrien De Blauwer tot de dreigende dromerigheid in het werk van Chrystel Mukeba, met de bekende sexy polaroids van Carmen De Vos als publiekstrekker. Een mooi voorproefje ook voor de expositie van Oostendse Julie Scheurweghs, die haar expliciete moederbeelden tentoonstelt in Mu.ZEE – opgepast: time slot!
© Julie Scheurweghs
De kijker als voyeur
Op de benedenverdieping van het fort wordt uit een ander vaatje getapt. De kelders puilen uit met een ruime selectie uit het oeuvre van Marc Lagrange, eertijds Vlaanderens antwoord op Helmut Newton. Immer de estheet, verdedigde Lagrange bij leven de stelling dat het naakt geen doel op zich was. De hypergestileerde look van zijn vrouwenportretten geeft aan dat Lagrange op zoek was naar beeld dat het terrein van het glossy naakt oversteeg. Dat gezegd zijnde vind je nog meer dan genoeg mannenfantasieën van het genre “twee naakte meisjes voeren elkaar druifjes” of “man in maatpak en juffrouw in jarretelles doen iets suggestiefs met een sigaar”.
© Marc Lagrange
Een opstelling van kijkkastjes expliciteert de suggestie van de kijker als voyeur, maar de gebruikte beelden geven geen blijk van de ironie of ontregeling die nodig is om de kijker werkelijk ongemakkelijk te maken. Toch weet deze selectie, samengesteld door Lagranges zoon Vincent, te verrassen met een reeks beelden over Afrika die nog grotendeels ongetoond bleven, of een selectie polaroids en zelfportretten.
Een opstelling van kijkkastjes expliciteert de suggestie van de kijker als voyeur, maar de gebruikte beelden geven geen blijk van de ironie of ontregeling die nodig is om de kijker werkelijk ongemakkelijk te maken. Toch weet deze selectie, samengesteld door Lagranges zoon Vincent, te verrassen met een reeks beelden over Afrika die nog grotendeels ongetoond bleven, of een selectie polaroids en zelfportretten.
Lagrange was duidelijk nog niet uitverteld toen hij in 2015 bij een verkeersongeval overleed. De vraag hoe zijn werk zou zijn geëvolueerd, mocht hij de huidige debatten over (vrouw)beeld en body positivity hebben meegemaakt, blijft noodzakelijkerwijs open. Zoon Vincent Lagrange stelt elders langs het parcours tentoon met een selectie dierportretten.
Confrontatie en connectie
Weer terug aan de kade vind je de expositie Ostend Confrontation/Connection op de Expoboot. In het bloedhete ruim van een voormalig binnenschip kijken fotografen Jef Boes en Kaat Pype de Koningin der Badsteden diep in de ogen. Boes portretteert ex-inwoners van de stad over hun band met Oostende. Pype verkent de monsterachtige skyscraper van het Europacentrum, de plek waar ze onvermoed de laatste beelden maakte van haar inmiddels overleden moeder. Ostend Confrontation/Connection is meteen het meest documentaire, journalistieke onderdeel van het parcours, dat voor het overige meer focust op conceptuele en abstracte beelden.
Inmiddels krijg je zin om, naar het voorbeeld van de pril gepensioneerde boomers die in dit naseizoen koppelgewijs de dijk overspoelen, zo’n fiets met een elektromotortje te huren om sneller de staties van het buitenparcours af te ronden. “’t Is wel speciaal hé”, hoor je Geert tegen Hilde zeggen bij het bedrieglijk onecht lijkende werk van Aisha Zeijpveld. “Jaja.” En dan moeten ze nog samen naar Lagrange gaan kijken.
Ruim speelveld
Deze biënnale heeft als thema (On)rust, het soort catch-all
thematiek dat je ook bij andere breed opgezette kunstenparcours ziet. Het geeft de samenstellers een ruim speelveld om een erg diverse selectie aan werken op te stellen, maar heeft tegelijkertijd iets wolligs en ongedefinieerds. In die mate dat je enigszins verbaasd opkijkt wanneer in de begeleidende tekst bij de expo van de LUCA-afgestudeerden in de Anglicaanse kerk plots weer expliciet naar die (On)rust verwezen wordt. “Ah ja, juist, het thema! Nu je ’t zegt!”
© Jolien De Buyser
Dit neemt niet weg dat deze selectie een mooie staalkaart biedt van een jonge generatie fotografen, met de macabere droombeelden van Jolien De Buyser en bekroonde, surrealistisch aandoende beelden van Joris Deleersnyder – heel misschien is er daar een verband te vinden met de kunst van Ensor en Spilliaert, Oostendse kleppers die de organisatoren maar wat graag met het opzet van hun fotoparcours verbinden. De kerk is een onontdekt pareltje vol Oostendse lokale geschiedenis, wat bewijst dat de samenstellers de bezoekers de kans willen geven om ook eens af te dwalen van de gebaande paden. Als Google Maps mee wil, tenminste
© Joris Deleersnyder
Het is met deze fotobiënnale een beetje zoals met het kunstenfestival in Watou. Je liefde voor de plaats moet voorafgaan aan de appreciatie van het gebodene, de backdrop bepaalt de belevenis. Wie al gevoelig is voor de tragische anekdotiek van Roth en Zweig op het terras van Brasserie du Parc, wie ‘Z’étaient chouettes les filles du bord de mer’ neuriet op weg naar café Lafayette, wie aan het eind van de dag zelfs een beetje verliefd is geworden op dat godvergeten Europacentrum, vindt in deze Biënnale een mooie aanleiding om de badstad ook eens van een andere kant te bekijken. Voor wie niet meteen iets heeft met Oostende, is het misschien te veel la mer à boire.
Website Fotobiënnale Oostende (nog tot 24 oktober)