De Franse gedeporteerden van Dora krijgen een gezicht
Vijfenzeventig jaar na de bevrijding van de naziconcentratiekampen wordt een grootscheeps onderzoek afgerond. Een groep historici onderzocht de lotgevallen van negenduizend Franse gedeporteerden die in het kamp Mittelbau-Dora hebben verbleven. De gevangenen maakten de V2’s waarvan het de bedoeling was dat ze vanuit La Coupole in Helfaut (Pas-de-Calais) op Londen zouden worden afgevuurd. Komend voorjaar verschijnt er een biografisch naslagwerk.
Robert Thirionet, student en ober, geboren op 26 mei 1924 in La Clarence-Divion (Pas-de-Calais), besluit vlak voor hij negentien wordt, in dienst te treden bij de Forces Françaises Libres in Afrika. Jammer genoeg wordt hij in Oloron-Sainte-Marie (Lage Pyreneeën) samen met twee makkers gearresteerd. Hij wordt gevangengezet in Bordeaux, daarna in Compiègne en op 2 september 1943 wordt hij naar het concentratiekamp Buchenwald gedeporteerd. Een paar dagen later wordt hij als stamnummer 20496 bij Kommando Dora ingedeeld. Als werk moet hij onderaardse gangen graven die onderdak moeten bieden aan de fabriek voor V2-raketten. Tot de lente van 1944 werken en wonen de gedeporteerden ondergronds. Pas dan komt er eindelijk een bovengronds kamp, Mittelbau-Dora (voorheen was Dora een Aussenlager
van Buchenwald). Na een kort verblijf in de ziekenbarak Revier komt Robert Thirionet weer werken. Op 4 april 1945 wordt hij naar Bergen-Belsen overgebracht, waar hij op 15 april 1945 door de Britten wordt bevrijd. Twee jaar later trouwt hij met Ginette Cordonnier. Ze krijgen op 12 november 1949 een dochter, Edith. In 1951 is hij in Calonne-Ricouart (Pas-de-Calais) werkzaam als mijnbouwer.
Dat we het verhaal van Robert Thirionet en van negenduizend andere gedeporteerden die in de Tweede Wereldoorlog in kamp Mittelbau-Dora hebben verbleven, nu zo nauwkeurig kunnen neerschrijven, is te danken aan een grootscheeps onderzoeksproject waaraan in de loop van deze weken in Frankrijk de laatste hand wordt gelegd. Onder leiding van historicus Laurent Thiery hebben zo’n vijftig vrijwilligers de afgelopen jaren meegewerkt aan het opstellen van korte levensbeschrijvingen van de Franse gedeporteerden die hebben verbleven in dit Duitse concentratiekamp, dat tussen Hannover en Leipzig lag.
Nauwe band tussen La Coupole en Mittelbau-Dora
Om te begrijpen hoe dit werk er is gekomen, moeten we teruggaan in de tijd, naar een plek op een paar kilometer van Sint-Omaars (Saint-Omer) in Pas-de-Calais. In de Tweede Wereldoorlog ontwikkelt nazi-Duitsland ballistische raketten, vooral V2’s, die een bereik van 320 kilometer hebben. Het naziregime wil met die V2’s Engeland en Londen bombarderen. Pas-de-Calais, op luttele mijlen van de Britse kust, is een prima lanceerbasis. In Watten wordt een eerste bunker gebouwd (tegenwoordig de bunker van Sperleke of in het Frans le blockhaus d’Eperlecques geheten), maar die loopt al snel schade op door bombardementen. Er wordt dus een andere bunker gebouwd in Wizernes/Helfaut.
De werkzaamheden starten in augustus 1943, maar doordat de regio in september 1944 wordt bevrijd, is het immense complex, met zeven kilometer tunnels onder een betonnen koepel van vijf meter dik en met een diameter van 71 meter, nooit operationeel geweest. De site ligt er decennialang verlaten bij, maar komt in mei 1997 opnieuw in de belangstelling dankzij een toeristisch en erfgoedgebonden project: La Coupole d’Helfaut wordt een historisch centrum en een gedenkplaats met aandacht voor het verleden van de plek, de V2-technologie, maar ook de verovering van de ruimte. Er hoort trouwens een planetarium bij. Vanwaar die invalshoek? Omdat de V2 inderdaad de weg heeft geëffend voor de ruimtevaart. Dat vijftig jaar geleden de eerste voet op de maan werd gezet, was trouwens mede te danken aan Wernher Von Braun, de naziwetenschapper die aan de wieg stond van de dood en vernieling zaaiende raket, en die na het Duitse debacle naar de Verenigde Staten werd gehaald om de Amerikaanse doeleinden te dienen…
© NASA
In La Coupole is er ook aandacht voor het kamp Mittelbau-Dora in Duitsland. Daar werden immers de V2’s gebouwd, in de ondergrondse fabriek Mittelwerk, die Robert Thirionet en zijn lotgenoten hadden uitgegraven. De fabrieksarbeiders werkten in afschuwelijke omstandigheden: 20.000 van de 61.000 gedeporteerden lieten het leven. De raketten werden daarna vanuit de Belgische Ardennen en Nederland door mobiele eenheden afgevuurd. Er is dus een nauw verband tussen de geschiedenis van La Coupole en de geschiedenis van Dora: de raketten die in Duitsland door de gedeporteerden werden geproduceerd, waren bedoeld om vanuit Pas-de-Calais op Londen te worden gericht. Het historisch centrum La Coupole heeft eind de jaren 1990 dan ook samen met verenigingen van kampoverlevenden een gedenkproject op touw gezet: de lotgevallen van negenduizend Franse gedeporteerden zouden te boek worden gesteld.
De eigenlijke werkzaamheden namen een aanvang in 2005. In een eerste – langdurige – fase werd informatie verzameld. In 2014 werd begonnen met het opstellen van de levensbeschrijvingen. Behalve Laurent Thiery, wetenschappelijk directeur van de Dictionnaire biographique Mittelbau-Dora, hielpen zo’n vijftig Franse vrijwilligers meeschrijven.
© Laurent Thiery
Het was niet altijd een sinecure om de lotgevallen van de gedeporteerden van Dora na te gaan. Er waren natuurlijk de primaire bronnen, de bronnen van de nazi’s. Daarin staan naam, stamnummer, herkomst van de gevangene… Maar daar houdt het zowat bij op. En dan begint het hele zoeken: welk leven leidde de gedeporteerde vóór het kamp, hoe verging het hem achteraf? Het archief van slachtoffers van hedendaagse conflicten in het Normandische Caen is dé plek bij uitstek om informatie te vinden. Er worden 800.000 dossiers bewaard van krijgsgevangenen, dwangarbeiders van de STO (Service du travail obligatoire), nazislachtoffers. De dossiers waren aan het eind van de oorlog opgemaakt om het recht op oorlogspensioen te bepalen. ‘In dat archief zitten aktes van burgerlijke stand, huwelijks- en overlijdensaktes, maar ook getuigenissen van kameraden over verzetsdaden en onderzoeksverslagen van de rijkswacht,’ vertelt Laurent Thiery. ‘Destijds moest worden bewezen in hoeverre bepaalde verhalen klopten. Zowel moreel als financieel stond er veel op het spel.’ Voor sommige gedeporteerden moest die informatie worden aangevuld met lokale bronnen, en soms met inlichtingen van de familieleden. Sommige families wisten niets af van het verleden van hun grootvader!
Teruggevonden levens
Het onderzoek mondde uit in bijna negenduizend levensbeschrijvingen. Slechts van 229 Franse gedeporteerden of in Frankrijk gearresteerde personen is tot dusver nog niets bekend. De onderzoekers slaagden erin een aantal mooie verhalen op te diepen. Zo werd het mysterie rond Pierre Pineau opgehelderd. Pierre Pineau, geboortig uit de Vendée, werd in 1940 gevangengenomen, vervolgens opgesloten in stalag VIII C in het Poolse Żagań, waarna hij als burger-arbeider aan het werk ging in een bedrijf in Breslau (een statuut dat door het Vichy-regime voor de krijgsgevangenen was onderhandeld).
Zijn vader is gestorven in de wetenschap dat de zaak waarvoor hij had gevochten, het uiteindelijk had gehaald
Maar vanaf 1943 hoort niemand nog iets van hem. Driekwart eeuw later, vijfentwintig jaar na een laatste brief van een oud-strijdersvereniging aan de betrokken minister, kwam Laurent Thiery hem weer op het spoor. ‘Na Breslau werd Pierre Pineau naar een concentratiekamp in het Poolse Groβ Rosen gedeporteerd en daarna belandde hij in het Duitse Mittelbau-Dora. In het register van Dora was zijn naam verkeerd gespeld en stond hij geboekstaafd als Frans politicus. Door gegevenskruising kon ik deze in Dora gestorven ‘Pierre Pinot’ over wie ik in Frankrijk niets kon vinden, linken aan de sinds 1943 vermiste Pierre Pineau.’ De historicus heeft het gemeentehuis van de geboorteplaats van de vermiste nu schriftelijk op de hoogte gebracht van het nieuws.
Het verhaal van Abel Tirand was bekend: deze inwoner van Sarthe was een naar Dora gedeporteerde verzetsstrijder die op 13 april in Bergen-Belsen overleed, vlak vóór dat kamp werd bevrijd. Dacht men althans. Maar Laurent Thiery vond een document dat op 18 april 1945 door Abel Tirand is ondertekend, drie dagen dus ná de bevrijding van Bergen-Belsen. ‘Voor zijn zoon is dit erg waardevolle informatie: het betekent dat zijn vader is gestorven in de wetenschap dat de zaak waarvoor hij had gevochten, het uiteindelijk had gehaald.’
Opvallend veel verzetslieden en tegenstanders in Nord-Pas-de-Calais
Bij de gedeporteerden waren 450 in Nord-Pas-de-Calais gedomicilieerde personen geregistreerd in Dora. ‘In de Noord-Franse groep waren er, vergeleken met andere streken, opvallend veel verzetsstrijders en nazitegenstanders. De helft van de Noord-Franse gedeporteerden viel trouwens in de categorie Nacht und Nebel (degenen die inbreuken tegen het Derde Rijk of tegen de troepen van de bezetter hadden gepleegd, nvdr).’ Zo onder meer André Faveuw, bediende in een melkfabriek in Sint-Winoksbergen en verzetsstrijder, en Jankiel Szlamkowicz, een Poolse jood die in het begin van de jaren 1930 naar Hénin-Liétard was gekomen (zoals Hénin-Beaumont vroeger heette). Deze twee gedeporteerden keerden dus uit het kamp terug. Eerstgenoemde werd rijkswachter, de tweede, wiens vrouw en vijfjarige zoontje in Auschwitz werden vergast, werd schoenmaker in Parijs. René Mahieu, een derdejaarsstudent geneeskunde in Rijsel die was aangehouden wegens het verspreiden van clandestiene kranten, heeft nauwelijks nog van zijn teruggekregen vrijheid kunnen genieten. Een maand na zijn terugkeer uit de kampen stierf hij, op 1 juni 1945. ‘Waarschijnlijk aan een langzame vergiftiging met strychnine.’
Victor Lefer, mijnwerker in Dourges die deelnam aan de grote staking van 1941 (100.000 mijnwerkers legden toen het werk neer, honderden van hen werden gearresteerd), overleed een week na de bevrijding van het concentratiekamp in Bergen-Belsen. Ignace Mehrstein, een rondreizend zigeunermuzikant die sinds 1940 in Roubaix woonde, overleed op 15 november 1944 in Dora aan een longontsteking…
Deze levens vormen nu een boek van tweeduizend pagina’s dat in het eerste halfjaar van 2020 door Le Cherche-Midi zal worden uitgegeven. De familie van elke gedeporteerde krijgt een genummerd exemplaar. Het boek wordt ook voor € 49,- te koop aangeboden op gedenkplaatsen en in documentatiecentra. ‘In 2021 publiceren we een ander werk, waarin we historische lering trekken uit dit onderzoek,’ aldus nog Laurent Thiery. Een huldebetoon aan de slachtoffers van de naziwaanzin.